Colombia ziet toename beschietingen splintergroepen

Vijf mensen, onder wie een tiener, zijn zondag doodgeschoten in het zuidwesten van Colombia bij de laatste van een reeks aanvallen door gewapende groepen. Zes andere mensen raakten gewond.

Een militaire commandant gaf een afgescheiden rebellengroep de schuld van de aanval. De regering tekende vijf jaar geleden een vredesakkoord met de linkse Revolutionaire Strijdkrachten van Colombia (Farc), maar sommige Farc-leden, die het niet eens waren met de deal, gingen weg en bleven actief.

Legerfunctionarissen zeiden dat gewapende mannen hadden geschoten op "een openbare plaats" in een landelijk gebied buiten de stad Tumaco. Lokale media beschreven de locatie als een discotheek.

Twee mensen werden ter plaatse gedood en drie anderen stierven later in het ziekenhuis. Lokale media meldden dat een van de doden een vijftienjarig meisje was.

Generaal-majoor Álvaro Vicente Pérez van het Colombiaanse leger zei dat een groep dissidente voormalige Farc-rebellen die zichzelf de Uriel Rendón Column noemde, de schuldige was.

In juli eisten dissidente Farc-rebellen de verantwoordelijkheid op voor een aanval op een helikopter met president Iván Duque en een autobombardement buiten een legerbasis in de noordelijke stad Cúcuta, waarbij 36 mensen gewond raakten.

Colombia's instituut voor de studie van ontwikkeling en vrede, Indepaz, houdt een telling bij van wat het 'bloedbaden' noemt, aanvallen waarbij meerdere doden vallen. Er staat dat er tussen 1 januari en 21 september van dit jaar in het hele land 72 van dergelijke "bloedbaden" hebben plaatsgevonden, waarbij in totaal 258 mensen zijn omgekomen.

De provincie Nariño, waar de laatste aanval plaatsvond, is een van de zwaarst getroffen gebieden door een toename van dodelijke aanvallen. Het gebied is een van de belangrijkste cocaproducerende regio's in Colombia en wordt opgeeist door een aantal gewapende groepen dat de handel in coca - het illegale gewas dat als basis voor het maken van cocaïne wordt gebruikt- willen beheren.

Veel van de Farc-rebellen die het vredesakkoord van 2016 niet ondertekenden en weigerden hun wapens neer te leggen, zijn overgegaan tot drugshandel en andere criminele activiteiten.

Generaal-majoor Pérez zei dat rivaliteit tussen de Uriel Rendón Column en andere gewapende bendes de aanleiding leek te zijn voor deze laatste dodelijke schietpartij.

De gouverneur van de provincie Nariño zei dat het aanpakken van de aanslagen "buiten de mogelijkheden" van de regionale autoriteiten lag, en deed een beroep op de politie en het leger om hulp.