Indonesië voert reddingsoperaties op, dodental stijgt

Meer dan drie dagen nadat een aardbeving het Indonesische eiland Sulawesi trof, hebben reddingswerkers hun inspanningen opgevoerd om mensen te vinden die begraven liggen onder het puin. Aan de andere kant strijden medische hulpverleners tegen uitputting en het risico van Covid-19 bij de behandeling van de gewonden.

Ten minste 81 mensen zijn overleden en meer dan 250 zijn ernstig gewond geraakt bij de aardbeving met een kracht van 6,2, zei Raditya Jati, woordvoerder van de rampenbestrijding, in een verklaring op maandag.

Er was ook aanzienlijke schade aan huizen, een winkelcentrum, een ziekenhuis en verschillende hotels, met meer dan 19.000 mensen die dakloos werden door de aardbeving die toesloeg terwijl velen vrijdagochtend vroeg sliepen. In de kuststad Mamuju zijn gebouwen veranderd in een verwarde massa van verwrongen metaal en beton.

Gemaskerde artsen behandelden patiënten met gebroken ledematen en andere verwondingen in een geïmproviseerd medisch centrum dat was opgezet buiten het enige ziekenhuis in de stad dat de aardbeving relatief intact overleefde. "De patiënten blijven komen", zegt Nurwardi, manager operaties in het West Sulawesi General Hospital in Mamuju, tegen persbureau AFP. "Dit is het enige ziekenhuis dat in de stad opereert. Velen hebben een operatie nodig, maar we hebben beperkte middelen en medicijnen."

Het ziekenhuis was druk bezig om meer kamers te openen voor operaties en om extra tenten buiten op te zetten om de gewonden te behandelen, zei Nurwardi die, net als veel Indonesiërs, één naam draagt. Maar de vrees dat een nieuwe aardbeving het gebouw zou kunnen doen instorten, maakte de uitdagingen nog groter. "Veel patiënten willen niet in het ziekenhuis worden behandeld omdat ze zich zorgen maken over een nieuwe aardbeving", zei Nurwardi. "Nou, het zijn niet alleen zij, de medici zijn ... ook bang om in het gebouw te zijn."

Het was nog onduidelijk hoeveel mensen - dood of levend - er nog onder de hopen puin konden zijn.

Reeks rampen
De meeste van de 81 doden werden gevonden in Mamuju, maar sommige lichamen werden ook teruggevonden ten zuiden van de stad met 110.000 mensen in de provincie West Sulawesi. Volgens officiële gegevens waren minstens 18 mensen levend uit het puin gehaald, waaronder een paar jonge zussen.

De politie begon speurhonden te gebruiken om te helpen bij het zoeken in een zwaar beschadigd ziekenhuis, terwijl lijkzakken werden gevuld met teruggevonden lijken. "Er zitten waarschijnlijk nog steeds mensen vast onder het puin", zei Yusuf Latif, woordvoerder van de opsporings- en reddingsdiensten.

Ondertussen zochten mensen die door de aardbeving dakloos waren geworden hun toevlucht in tientallen geïmproviseerde onderkomens - veel weinig meer dan met zeildoek bedekte tenten. Ze zeiden dat ze bijna geen voedsel, dekens en andere hulp hadden, omdat de noodvoorraden met spoed naar de zwaar getroffen regio werden gebracht.

Veel overlevenden konden niet terugkeren naar hun verwoeste huizen, of waren te bang om terug te gaan, uit angst voor een tsunami die werd aangewakkerd door naschokken, wat vaak voorkomt na sterke aardbevingen. Uit angst voor een uitbraak van het coronavirus in de overvolle kampen, probeerden de autoriteiten hoog- en laagrisicogroepen te scheiden en snelle antigeentests uit te voeren.

Indonesië, een Zuidoost-Aziatische archipel met bijna 270 miljoen inwoners, is de afgelopen week getroffen door een reeks rampen, waaronder een vliegtuigongeluk, aardverschuivingen, overstromingen en een paar vulkaanuitbarstingen.

President Joko Widodo is vandaag naar de provincie Zuid-Kalimantan op het eiland Borneo gevlogen om de schade door overstromingen te bekijken nadat ten minste 15 mensen waren omgekomen na weken van stortregens.

Het land ervaart frequente seismische en vulkanische activiteit vanwege zijn positie op de Pacifische "Ring of Fire", waar tektonische platen botsen.