De benadeelde had zijn tas met de autosleutel erin in zijn woning nabij het raam geplaatst. De volgende ochtend merkte hij op dat enkele belangrijke documenten uit de tas op zijn erf lagen. Vervolgens zag hij dat zijn auto er niet meer was. Hij deed aangifte voor diefstal van de auto. Op een gegeven moment werd het voertuig gesignaleerd en de politie zette een achtervolging in. Beide verdachten zaten in het voertuig, maar hebben de waarschuwingsschoten van de politie genegeerd. Terwijl ze doorreden, hadden de verdachten op die bewuste dag een voetganger aangereden. De politie was genoodzaakt om gericht te schieten. Eén van hen werd toen geraakt. De mannen werden vervolgens aangehouden.

Clifton K. ontkent de aanklachten. Hij verklaarde dat hij door de medeverdachte werd opgehaald. Hij gaf over het afgehaalde tijdstip inconsistente verklaringen. Verder gaven beide verdachten aan dat de politie geen waarschuwingsschoten gelost had, terwijl een omstander het tegendeel verklaarde. Volgens de verdachten had de politie gelijk gericht geschoten. Clifton K. beweerde dat Naero T. hem onterecht bezwaard had.

Naero T. legde ook tegenstrijdige verklaringen af. Eerst zei hij dat de medeverdachte een taxirit had gereden voor hem. Vervolgens verklaarde hij dat hij het voertuig van een onbekende man had gehuurd. De officier voerde aan dat beide verdachten op de hoogte waren dat het voertuig van misdrijf afkomstig was. Ook zij achtte opzetheling bewezen.

Wanita Ramnath