Assembleelid
Asiskumar Gajadien (VHP) vindt het vreemd dat het Openbaar Ministerie
voorwaardelijke straffen heeft geëist in de zaak van twee EBS-directieleden in
het omvangrijk fraudeschandaal dat de staat Suriname (= de Surinaamse
gemeenschap) US$ 10miljoen heeft gekost. Daarnaast zijn er boetes opgelegd die
thuishoren in een cabaret en de lachers op hun hand hebben ( Starnieuws van 19 juli). Ik ben het
vaak niet eens met de polemieken van de heer Gajadien, maar in deze case sta ik
hem bij.
Opvallend is
de doodse stilte in DNA (als controlerend orgaan van de regering). DNA is meer
lam dan leeuw en geldt blijkbaar de partijdiscipline leiden in plaats van haar
positie als vertegenwoordiger en pleitbezorger van haar kiezers.
In
Starnieuws van 26 juli lees ik vervolgens: “Autobestuurder Krishnanand S. (35)
zonder rijbewijs aangehouden en hangende het onderzoek in verzekering gesteld
(vanwege een veroorzaakte aanrijding met een ander voertuig waarbij een vrouw
en haar kinderen letsels opliepen, en na behandeling in het ziekenhuis, zijn
doorverwezen naar hun huisarts).
Het
zijn twee gevallen waarbij onze rechtstaat optreedt. Deze
twee gevallen (en meerdere trouwens) roepen bij mij (en bij velen in onze
samenleving) veel vragen op. Hebben wij in Suriname een vorm van
klassenjustitie? Het doet mij denken aan
Psalm 82.
God gaf het
oude Israël regels en een ordening van zijn maatschappij. Desondanks slaagde
dit volk er op verschillende momenten van hun geschiedenis niet in om aan dit
plan te voldoen. Zij gingen te makkelijk lijken op de corrupte en
onderdrukkende naties om hen heen en leefden volgens een patroon van onrecht en
onderdrukking. Leiders en rechters zorgden alleen voor zichzelf en hun gunst
kon met steekpenningen worden gekocht. Gewone mensen, en vooral de armen
stonden bloot aan uitbuiting, omdat er geen rechtbanken waren om hen te
beschermen.
Psalm 82 is daarop een antwoord. Het
beschrijft hoe de Almachtige Schepper als de allerhoogste Rechter over de
leiders en zelfs de rechters van het volk oordeelt. Deze psalm benadrukt dat
zij die zo’n rol vervullen in de samenleving zijn aangewezen om als rechters
onder HEM te dienen. Door hun positie zijn zij vertegenwoordigers en
ondergeschikten van de Almachtige. In deze psalm wordt de gerechtigheid van de
Almachtige beschreven als een model voor hoe de aardse gerechtigheid dient te
functioneren. Het voorziet ook in de maatstaf waarmee deze rechtvaardigheid of
onrechtvaardigheid, en zij die daarvoor verantwoordelijk zijn, worden
beoordeeld. Deze psalm eindigt met een specifieke oproep aan de Almachtige om
in te grijpen en het onrecht te stoppen dat zo wijdverspreid is in de natie.
Deze psalm geeft zoals zoveel andere een stem aan de onderdrukten en aan hen
die geen stem hebben. Dat zijn zij van wie de stem het zwijgen is opgelegd door
de onrechtvaardige systemen waarin zij leven en werken. Psalm 82 doet een beroep op de Almachtige en Opperste Rechter en
Soevereine Heerser van het universum en van alle naties. Er is geen hoger
gerecht of gezag waar je met een dergelijk beroep terecht kunt. Er is hier vaak
sprake van dat aardse rechtbanken -en systemen de schreeuw van de armen en
onderdrukten niet horen en handhaven.
Onlangs
stuitte ik op een kaartje van 25 jaar van Amnesty International toen
ik nog actief was binnen de Anti Apartheidsbeweging in Nederland (sectie
Rotterdam) en tegen het onderdrukkende regiem van de toenmalige dictator
Augusto Pinochet van Chili in de
zeventiger jaren van de vorige eeuw (die toentertijd door de zogenaamde
"democratische landen” als
Nederland en de VS/ Groot Brittannië werd ondersteund(..).
Daarop staat
het volgende:
"Toen de nazi’s de communisten arresteerden, heb ik
gezwegen; ik was immers geen communist.
Toen ze de sociaaldemocraten gevangenzetten, heb ik
gezwegen: ik was immers geen
sociaaldemocraat.
Toen ze de vakbondsleden kwamen halen, heb ik niet
geprotesteerd; ik was immers geen vakbondslid.
Toen ze de Joden opsloten, heb ik niet geprotesteerd;
ik was immers geen Jood.
Toen ze mij kwamen halen was er niemand meer, die nog
protesteren kon…. “
In de
Juristenkrant van 13 februari 2013 ( p.10) schrijft Bart Nelissen, anticiperend
op professor Aaron James, het volgende:
Assholes zijn oververtegenwoordigd bij publieke
machtsfiguren. Waarom zou dit binnen de magistratuur anders zijn? Assholes
herken je aan hun arrogantie en hun absolute immuniteit voor kritiek. Een gezagsdepartement als justitie moet op
dat soort types screenen, liefst vóór hun benoeming, luidt zijn aanbeveling. Geldt
dit ook voor Suriname? Zijn leden binnen
de rechterlijke macht en de staande magistratuur, slachtoffers van politieke - en etnische loyaliteit?
Kortom: Een
rechtsstaat werkt alleen behoorlijk, als haar magistraten (en in het bijzonder
de top ervan) ‘deugdzaam’ zijn. Omdat menselijk falen- en ondeugdzaamheid- geen
goddelijke uitzondering zijn bij magistraten, leidt dat tot permanente
crisissituaties en een structureel falen van justitie.
Colvin Overdiep