Vanwege de acceptatie van dhr. Naze Amina als de rechtmatige en op de juiste traditionele wijze geïnstalleerde Saamaka Gaanman op de Diitabiki Gaan Kuutu door alle overige Marronstammen en de aanwezige Inheemse vertegenwoordigers, is de Saamaka Gaanman kwestie nu weer zeer actueel geworden. Ik ben blij dat de veel besproken brief waarnaar onze president constant verwijst, nu eindelijk in de media is terechtgekomen. Ik zal de brief als volgt analyseren t.w.:
1. Wat mij ten eerste is opgevallen is dat alle handtekeningen op de door Starnieuws gepubliceerde
brief onduidelijk zijn. Ik vermoed dat de beleidsmakers dit bewust hebben gedaan om de gemeenschap voor de zoveelste keer te misleiden. Daarom heb ik een andere brief ingesloten.
2. De eerste brief die na de persconferentie van de BEP op 20 augustus 2018 in de media is verschenen was geadresseerd aan de president, terwijl de brief die nu door Starnieuws is gepubliceerd geadresseerd is aan de RO minister. Beide brieven zijn op dezelfde dag geschreven, terwijl de brievenhoofden totaal verschillen. Verder heeft de brief gericht aan de RO minister een nummer, terwijl die aan de president geen nummer heeft. De districtscommissaris heet mw. Yvonne Pinas, terwijl beide brieven ondertekend zijn door mw. I. Pinas, vermoedelijke verwijzend naar een andere voornaam. Dc Yvonne Pinas zal een goede verklaring moeten geven van de diverse verschillen op de beide begeleidende schrijven en waarom die aan de RO Minister nu pas in de media is verschenen.
3. In Besluit 3 staat geschreven ‘met in achtneming van de geldende traditionele regels met betrekking tot het benoemen van een Graman’. Hieruit blijkt duidelijk dat men de president geen vrijbrief heeft gegeven, zoals hij in de media doet vermoeden. Het is overduidelijk dat hij zich had moeten laten informeren door ter zake deskundigen over de opvolgings- en benoemingsprocedures van de Gaanman bij de Saamakastam.
4. Verder is de brief niet getekend door dertien hoofdkapiteins, zoals steeds in de media wordt aangegeven, maar door slechts acht hoofdkapiteins. Vijf personen hebben namens de overige vijf hoofdkapiteins getekend. De vraag is: waar zijn de rechtsgeldige machtigingen waaruit blijkt dat deze vijf personen gerechtigd waren om namens de desbetreffende hoofdkapiteins te tekenen? Op dit niveau moet men zakelijk zijn en blijven. Volgens ingewijden weet kapitein Waldo Ajeki niets van de brief en heeft ook niemand gemachtigd om namens hem te tekenen. Daarom zouden alle handtekeningen van de vijf personen onderzocht moeten worden of zij daadwerkelijk toestemming hadden om te tekenen.
5. We zien dat iemand heeft getekend namens hoofdkapitein Amoida Dennis, maar gebruik heeft gemaakt van de stempel van de desbetreffende hoofdkapitein. De stempel hoort bij de juiste handtekening thuis, daarom is de naam van de persoon ook een deel van de stempel.
6. Tapoeripa is geen Saamaka, maar een Aucaans dorp. Tijdens het ontstaan conflict hebben alle Aucaanse dorpen in het Sarakreek gebied zich gedistantieerd van het Saamaka Gaanman probleem, omdat zij functioneel onder het Saamaka Gezag vallen, maar feitelijk behoren zij tot de Aucaanse stam. Hierdoor is het mede tekenen van kapitein Kentie Anajoe zeer te betwijfelen. Volgens ingewijden plaatst deze kapitein van Tapoeripa zijn duimdruk en geen handtekening. Daarom zal deze handtekening moeten worden onderzocht op juistheid.
De twee aangehaalde zaken in de punten 4 & 6 rechtvaardigen een justitieel onderzoek naar de juistheid van deze brief, waar ik altijd aan heb getwijfeld. Daarom heb ik de president in een open brief op 7 september 2018 in 'Dagblad Suriname' duidelijk aangegeven dat deze brief het liefst in de papierenversnipperaar thuis hoort dan tussen zijn beleidsdocumenten.
Het is overduidelijk dat de benoeming van de heer Albert Aboikoni de president zal blijven achtervolgen en zeker politieke consequenties voor de president en zijn partij zal hebben. Het is overduidelijk dat deze keuze voor meer verdeeldheid heeft gezorgd binnen de Marrongemeenschap. De president had zorgvuldiger met deze zaak moeten omgaan, omdat:
1. De president duidelijk heeft gezien wat de benoeming van wijlen Gaanman Belfon Aboikoni had veroorzaakt binnen de Saamakastam.
2. De heer Albert Aboikoni is zijn partijgenoot, waardoor zijn objectiviteit in twijfel zal worden getrokken.
3. Bij de keuze van een Gaanman krijgt het traditionele/culturele/spirituele context voorkeur boven de algemene ontwikkeling.
Het probleem in deze is dat vele van onze beleidsmakers tekort schieten op het gebied van strategisch management & leiderschap. Leiders moeten de gevolgen van hun handelingen kunnen inschatten en daarop anticiperen. Hierdoor wordt voorkomen dat zij zichzelf en het land in moeilijk vaarwater brengen. Wij zien dit gedrag duidelijk terug toen de Vereniging van Economisten in Suriname had gewaarschuwd dat men de vinger aan de pols moest houden. Indien men dat advies had opgevolgd stond de bevolking er vandaag zeker veel beter voor.
Ruben Ravenberg, Ph.D, MBA
rub_rav@yahoo.com
U kunt de brief aan de president met de verklaring hier downloaden.