Minister Pengel dient Assembleelid Hopkinson van repliek

Minister Patrick Pengel (Openbare Werken, Transport en Communicatie) is verbaasd over de suggestieve opmerkingen gedaan door Assembleelid Roché Hopkinson (NDP) vrijdag tijdens een openbare vergadering. Hopkinson zei dat vergunningen verstrekt door Pengel als minister van Volksgezondheid voor industriële en medicinale hennep dubieus zijn. "Als hij er zo van overtuigd is dat ik iets heb gedaan dat dubieus is, moet hij ernaar handelen," daagt Pengel Hopkinson uit.

Minister Pengel zegt aan Starnieuws dat hij Hopkinson tijdens een vergadering in het Perscentrum volledige inzage heeft gegeven in alle stukken die naar De Nationale Assemblee verstuurd zouden worden. Hij heeft kunnen inzien op basis waarvan toestemming is gegeven aan twee partijen voor wetenschappelijk onderzoek naar de toepassing van industriële en medicinale hennep. De toestemming is na goedkeuring van de Raad van Ministers en op basis van correspondentie tussen de minister van Justitie en Politie en de procureur-generaal verleend.

De Wet Verdovende Middelen gaf conform artikel 7 lid 1 en artikel 8 de minister van Volksgezondheid de bevoegdheid om toestemming te verlenen tot het bereiden, verwerken, bewerken, bezitten of vervaardigen van middelen die voorkomen op de bij deze wet horende lijst II, benadrukt de bewindsman.

Het kwam daarom vreemd bij Pengel over dat Hopkinson, die ook nog commissie voorzitter was, suggereerde dat het verlenen van deze toestemming dubieus is en onderzoek behoeft terwijl hij alle informatie naar De Nationale Assemblee verstuurd heeft. "Daarna maakte het lid Hopkinson zichzelf compleet belachelijk door tegen de wijziging van het toegestane percentage THC te stemmen terwijl juist met deze wijziging Suriname zich confirmeert aan internationale verdragen, wet- en regelgeving. Ik kan alleen maar speculeren dat het lid Hopkinson zijn eigen onzuivere motieven heeft om zulks te doen en nota bene zichzelf en De Nationale Assemblee zo voor schut te zetten. Hij zou als commissie voorzitter en als onderdeel van de wetgevende macht als eerste vóór moeten stemmen wanneer het gaat om nationale wetgeving in lijn te brengen met internationale regels," vindt de bewindsman.

Pengel merkt op dat Hopkinson in januari 2018 gezegd heeft dat hij een wet wilde in lijn met internationale verdragen. "Voor de rest neem ik geen aanstoot aan de suggestieve opmerkingen van het lid Hopkinson," zegt de bewindsman.