Veroordeelde in zedenzaak mag naar huis

Amekar J. stond terecht voor seks met een meisje van dertien jaar. De man heeft geen rechterarm en zijn linkerarm kan hij beperkt gebruiken. Het meisje zat samen met zijn zusje op de basisschool. Ze was rond middernacht op 1 januari van dit jaar naar zijn woning gekomen. Zij hadden seks in een hangmat en werden op heterdaad betrapt. Rechter Siegline Wijnhard legde Amekar J. een celstraf van zes maanden voorwaardelijk en een proeftijd van drie jaar op. Met deze opgelegde straf mag de veroordeelde naar huis.

Officier van justitie, Reshmi Rathipal, voerde aan dat het meisje minderjarig is tegenover een verdachte die een volwassen man is. Ze zei dat de wet minderjarigen beschermt en ook al wilde het meisje zelf seks, hij moest niet eraan beginnen. De man deed overkomen alsof hij het slachtoffer was. Het meisje was op die bewuste dag van huis weggelopen met haar kleren in twee tassen. De moeder werd plotseling wakker en zette een zoektocht naar het kind in. Zij trof haar dochter aan bij Amekar J. De man was slechts in een onderbroek gekleed.

Uit het medische rapport blijkt dat het meisje geen maagd meer is. Amekar J. geeft toe dat hij vrijwillig seks met het meisje had en dat hij geen liefdesrelatie met haar had. Het meisje zei dat ze wel een liefdesrelatie met hem had. Rathipal eiste een celstraf van twaalf maanden waarvan vier voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht.

Raadsman Irvin Kanhai die Amekar J. bijstond, voerde een nietigheidsverweer aan. Hij vond dat de tijd nadrukkelijk vastgelegd moest worden in de kop van de tenlastelegging. Was het strafbaar feit op 31 december 2016 of op 01 januari 2017 gepleegd?, vroeg de raadsman zich af. Hij vroeg om de dagvaarding nietig te verklaren. Daarna voerde de raadsman een materieel verweer. Kanhai merkte op dat het bij zedenmisdrijven in strijd gehandeld moet worden met de goede zeden. Dan is er sprake van ontucht. In dit geval zou het slachtoffer zijn vrije wil niet kunnen bepalen. In deze zaak ontbreekt het ontuchtelijk karakter, stelde de raadsman. Het meisje had verklaard een liefdesrelatie gehad te hebben met Amekar J. Ze is uit eigen wil twee kilometers verder gelopen rond middernacht om bij de man te zijn. Volgens de advocaat is er geen sprake van zedenmisdrijf en hij eiste vrijspraak op.

Kantonrechter Wijnhard verwierp het eerste verweer. Ze voerde aan dat op pagina 20 van het dossier duidelijk aangegeven is dat het middernacht was, dus dat het dan om 1 januari 2017 ging. Ook het verweer voor vrijspraak verwierp zij. Ze voerde aan dat het feit in strijd is met de wet en dat Amekar J. beter moest weten. Seks met een minderjarige is strafbaar. Ze heeft rekening gehouden met de situatie en de lichamelijke beperking van de veroordeelde. Het meisje was uit vrije wil bij hem.

Wanita Ramnath