Waarom naar de rechter in de kwestie BvL!
22 Jan 2017, 16:17
foto
Schaalindeling in overeenstemming met de wettelijke grondslag.


Tijdens de besprekingen in het jaar 2008 tussen de overheid en de vertegenwoordigers van de beroepsgroepen, in het bijzonder met de Bond van Leraren (BvL), heeft de BvL op enig moment als pressiemiddel gebruik gemaakt van het stakingsrecht. Ingevolge artikel 33 van de Grondwet wordt het stakingsrecht erkend, behoudens de beperkingen die uit het recht voortvloeien.
In verband met de geproclameerde staking heeft de overheid de rechter toen geaddieerd, omdat er geen aanwijsbare argumenten aanwezig waren om de staking te rechtvaardigen. De rechter heeft in ieder geval vonnis gewezen en de BvL werd in het ongelijk gesteld. Tevens heeft de rechter maatregelen getroffen om zo snel mogelijk tot een oplossing te komen. Bij dit oplossingsmodel was ik persoonlijk betrokken.

Voor zover ik mij nog kan herinneren heeft de rechter toen in het vonnis bepaald dat de overheid en de BvL binnen een aangegeven termijn terug moesten naar de groene tafel met een voorstel, waarin beide partijen zich konden terugvinden.
De BvL moest de werkzaamheden direct hervatten en de schoolinspecteurs moesten wekelijks aan de rechter rapporteren. Ook werd de gewezen Procureur – Generaal, de heer mr. Cecil de Randamie, als mediator aangesteld en onder zijn supervisie werden de onderhandelingssessies gehouden.
Tijdens deze sessies was het onderhandelingstraject uitsluitend gebaseerd op het bereiken van overeenstemming tussen de BvL en de overheid. Als adviseur van de BvL, desgevraagd door Wilgo Valies, was ik in de positie om in de keuken te kijken waarmee men bezig was.

Ik vond daarin aanleiding om intern maar ook in het brede gezelschap erop te wijzen, dat in het onderhavige traject het duidelijk moet zijn, dat de Personeelswet, het Ambtenaren Bezoldigingsbesluit en de overige aanverwante regelingen de rechtsverhouding tussen partijen moet beheersen. Binnen de vigerende beloningsstructuur van de overheid zijn wettelijk een aantal uitgangspunten vastgelegd, waarvan niet zonder meer mag worden afgeweken.

Aan de onderhandelingstafel zat de minister van Binnenlandse Zaken, drs. Maurits Hassankhan, met een cluster van ministers en zijn complete staf en hij gaf te kennen, dat bij de uitvoering van het Functie Informatie Systeem van de Overheid (Fiso) er wat kinderziektes zijn te voorzien. Dat betekent dan in medische termen, dat hij een specialist moet zijn om dat te kunnen vaststellen. Helaas konden wij vaststellen dat hij niet eens een huisarts op dat gebied was.
De gulzigheid waarmee de minister tot uitvoering wilde overgaan, terwijl hij zelf aangaf dat er onvolkomenheden waren, heb ik als voorzitter van het onderhandelingsorgaan van de overheid (OO) in mijn meer dan 13 jaren ervaring toen nooit eerder meegemaakt. Een bezoldigingsreeks moet altijd evenwichtig zijn. De belanghebbenden moeten onderling niet het gevoel krijgen dat een collega van het zelfde niveau beter wordt gewaardeerd, want dat zorgt voor wrevel.

Nadat ik een eindvoorstel met betrekking tot de nieuwe Fiso Bezoldigingsreeks ten aanzien van de Onderwijs-sector had gepresenteerd aan Wilgo als voorzitter van de BvL en de mediator zich daarin kon terugvinden, heeft hij in verband met de plaats van zijn functie, zonder mij te verwittigen in overleg met de staf van Binnenlandse Zaken, een uur voor de plenaire behandeling in de vergadering de reeks gewijzigd.

Die smeerlap heeft toen een scenario opgezet, waarbij ik niet meer als adviseur naast hem moest zitten maar achter hem. Toen ik dit door had en hem vroeg of hij kennis hiervan droeg, bleek dat hij het zelf had voorbereid. Deze en vele andere fundamentele opmerkingen die werden genegeerd, waren voor mij aanleiding om de onderhandelingen te verlaten en deze niet meer bij te wonen.
Bij mijn vertrek vroeg minister Wolf van Onderwijs mij nog met een bedenkelijke lach of ik het zinkende schip verliet. Na de goedkeuring en bekrachtiging van de resolutie is toch achteraf rekening houdende met een opmerking van mij, de ontkoppeling van de directeur en onderdirecteursfunctie uitgevoerd.

Ondanks wij Wilgo enkele uitgangspunten m.b.t. het voeren van onderhandelingen hebben onderricht z.a. alle voorstellen moeten zoveel als mogelijk een wettelijke grondslag hebben, de RR altijd in gedachten houden; redelijkheid en realiteit, nooit voorstellen aan de achterban doorspelen, waarvan je niet zeker bent dat zij haalbaar zijn leert de geschiedenis ons, dat Wilgo Valies geen andere hobby heeft dan constant in de schijnwerper te willen staan desnoods door stakingen uit te roepen. In het onderhavige geval is het motief om te staken zwakker.
Ten slotte: het voorstel met betrekking tot de nieuwe Fiso Bezoldigingsreeks ten aanzien van de Onderwijs sector.

Zowel de Personeelswet en het Ambtenarenbezoldigingsbesluit zijn van toepassing op de leerkrachten zijnde landsdienaren. Ingevolge artikel 10 van het ABB worden deze ambtenaren voor wat hun financiële rechtspositie (salaris) betreft, ingedeeld naar het bezit van bevoegdheden op grond van behaalde akten en diploma’s en naar het schooltype waarop betrokkene te werk wordt gesteld.
Derhalve zijn de schaalindelingen (zie tabel boven) in overeenstemming met deze wettelijke grondslag.

Uitgaande van de waarderingsgronden van de Hfd. Kleuterleidster in verhouding tot het Gewoon Lager Onderwijs, Voortgezet Onderwijs op Juniorenniveau, Voortgezet Onderwijs op Seniorenniveau en het Hoger Beroepsonderwijs, Instituut voor de Opleiding van Leraren, zijn wij overeenkomstig de artikelen 16 lid 5,6 en 17 van de Personeelswet tot de bovenstaande schaalindeling van de functie en rang gekomen.
De inpassing naar bevoegdheid en schooltype in het bijzonder van de Directeuren van de verscheidene scholen, heeft plaatsgevonden indachtig de bepalingen in artikel 11 van het vigerende Ambtenaren Bezoldigingsbesluit.
De indeling van de Directeur IOL in FGR 12 vindt plaats op basis van de inschaling van een Onder-Directeur van een Departement een vergelijkbare verantwoordelijkheid.
De docenten en leerkrachten zullen bij de toepassing van de nieuwe bezoldigings-reeks met inachtneming van de diensttijd worden ingepast in de aanloopschaal, functionele schaal of uitloopschaal respectievelijke inschaling a, b of c met evenveel periodieken.

Dit alles heb ik toen pro-Deo gedaan voor die ondankbare schepsels.
Met in acht neming van al de voorzieningen waarop de onderwijssector aanspraak maakt, bestaat de mogelijkheid voor een betere bezoldigingsreeks voor de onderwijsgevenden zonder uit het Ambtenaren Bezoldigingsbesluit te worden gelicht.

Eugene van der San
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April