Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 277
08 Nov 2015, 22:47
foto


“Sjonge sjonge, het wordt steeds fraaier met die skalian-kwestie. Nu gaat een van de eigenaren de Son of Dot voor de rechter dagen, want hij heeft alle bewijzen, uit z’n brandkast gehaald, dat hij officieel mocht zuigen bij de kreek-mondingen op het meer.”
“Ja, en dat doet hij zonder kwik.”
“Nog mooier: hij zuigt die kwikrommel van de goudzoekers van de bodem en zuivert juist de grond van kwik…. En natuurlijk ook van goud.”
“En na een paar weken is het water weer zo helder als glas.”
“Leve de skalianhouders, de stofgoudzuigers en kwikschoonmakers, plus ze betalen self assistment, loonbelasting, dorp-bijdrage en dat soort dingen, nu zitten ze al twee maanden werkeloos, terwijl de skalians op de Marowijnerivier rustig mogen doorgaan.”
“Ik begrijp dat hele skaliangedoe niet meer; nu pas, na twee maanden haalt Pieter Pineut, de tweede-ling van die onderwijspineut, z’n stukken tevoorschijn. Waarom niet twee maanden geleden?”
“De sleutel van de brandkast was kwijt, misschien.”
“Is er dan geen smid in het land, die de sleutel maken kan. Laat doorgaan, laat doorgaan, van onderen tot naar booooooo-ven.”
“Sjaak; zuip, maar zing niet en zeker niet: ‘Laat doorgaan’ oftewel ‘Laan Do-ren.”
“Dat kat-en-muisspel is niet pluis; er spelen andere dingen op de achtergrond, volgens mij.”
“Ik ben het met mijn Dotte-son eens: laat men maar naar de rechter gaan om die case uit te vechten, want ze willen die boete niet betalen.”
“En nu is de bezem van de schoonmaak aangeland bij TeleZUUR; Dirk Massala is geskorst en er volgen meer. Op weg naar betere verbindingen; we benne benieuwd.”
“Maar ten minste hebben de rechters het aangedurfd om met een gedragscode voor zichzelf te komen; iets wat ze zelfs in Nederland niet hebben.”
“Goed zo rechters! Laat ook die advocaten met zo een gedragscode komen en de rotte appels in hun gelederen eruit gooien in plaats van te beschermen.”
“Maar je vriendin van Justitie had afgemeld en was niet aanwezig bij de presentatie in de Congreshal.”
“Da wat? Jurgen Raymann had toch ook afgemeld bij de presentatie van zijn boek?”
“Hiep, hiep, hoera: er is weer eens een boek over de TRIS, het toentertijdse Nederlandse paradelegertje in Suriname, verschenen. Vele Jantjes van toen denken nog altijd met nostalgie terug aan hun feestelijke diensttijd in Suriname.”
“Ja, ik las een leuk artikel over de presentatie van dat boek in Nederland; wat is men er toch trots op dat de TRIS hier nooit heeft hoeven op te treden, zoals de Hollandse mariniers op Curaçao, eindjaren zestig, tijdens de rellen aldaar.”
“Ja, natuurlijk, daar waren de belangen groter; stel dat die aktievoerende arbeiders daar de raffinaderij in de fik hadden gestoken, ow, pow, bow, boedoem.”
“Nu hebben wij een raffinaderij die zwavelarme diesel volgens de Europese norm produceert.”
“Ja, mooi, die we in de regio niet kwijt kunnen, want die euro-norm is nergens om ons heen bij wet verplicht.”
“Maar om op dat TRIS-boek terug te komen: hier waren er toch ook grote belangen? Zie het Tigri-gebied.”
“Ik weet het niet, want toen minister-president Pengel terecht vroeg om militaire bijstand van de TRIS om de driehoek tegen die vrijpostige Guyanezen te verdedigen, was dat volgens Den Haag niet mogelijk; er was namelijk onduidelijkheid over het verloop van onze westgrens.”
“Ja, opeens, terwijl die onduidelijkheid al die jaren mede in stand werd gehouden door de Nederlandse overheid, ze lieten het maar zo blauw-blauw, of liever: zo rood-wit-blauw.”
“Maar die auteur van dat boek vindt het vreemd dat Pengel na de weigering van Nederland, een politie-eenheid met militaire taken naar het gebied stuurde.”
“Natuurlijk ga je iets vreemd vinden als je het niet verder onderzocht hebt; als Den Haag uit vrees voor aantasting van zijn Engelse belangen, zijn pretparklegertje in Suriname niet wilde inzetten om het grondgebied van dat zooow geweldige Koninkrijk der Nederlanden te verdedigen, heeft Pengel dat ten minste wel gedaan.”
“Maar in het artikel staat dat Pengel die militaire bijstand vroeg nadat de Guyanezen post Tigri hadden ingenomen. Dat is toch onzin en alle wijsneuzen daar slikken dat als zoete koek, want wat ‘den Bakra’ schrijft, is tot goddelijke waarheid verheven.”
“Waarom is dat onzin?”
“Pengel stuurde die politiemannen niet daarheen toen Tigri al gevallen was, maar ruim daarvoor. Na de weigering van Den Haag om de TRIS in te zetten, heeft Pengel een sollicitatie-oproep gedaan voor vrijwilligers voor een op te zetten Defensie-politie eenheid, afgekort DefPol.”
“En is er op die oproep gereageerd?”
“Jawel; een paar honderd, zeer gemotiveerde Surinamers, geen parade-Jantjes, meldden zich aan. Het grootste deel had de vrijwillige dienstplichttraining bij diezelfde TRIS ondergaan; ze waren dus geoefende militairen, veelal in politiedienst.”
“Maar staat dat ook in dat boek?”
“Dat zullen we zo snel als mogelijk nagaan. En Defpol zette een drietal posten op in het bedoelde gebied, waaronder Tigri. Ik heb het jullie als ex-defpoller al vaker gezegd: we zijn door verraad van onze eigen mensen, waaronder dat zakenkabinet May, de grond ingeboord, waardoor de Guyanezen met gemak Tigri konden innemen.”
“Die brave Jantjes waren hier meer gelegerd om ons mooie binnenland te doorkruisen, het toen al verouderd legermateriaal op te poetsen en tijdens hoogtijdagen te laten paraderen om “kwade elementen ontzag in te boezemen en van het plegen van verzet of wangedrag af te houden.”
“Mijn hemel, wat een koloniaal gebral.”
“Dus die TRIS was er niet om het grondgebied te verdedigen. Ach, wat zou dat als een stuk bos naar de buren ging, daar gaan wij onze Neder-germaanse blauwogige en blonde jongens toch niet voor offeren?”
“Maar ongelijk hebben die ouders toch niet? Zou jij je zoon via het leger naar Afghanistan of Syriё willen sturen om een stel basjie-boezjoeks uit elkaar te houden en daarbij door een berm bom of sluipschutter gedood te worden?”
“Maar in dat boek staat dat op verzoek van onze overheid Surinaamse politiemannen wel door de TRIS getraind konden worden om tegen relschoppers op te treden die tijdens stakingen bijvoorbeeld de openbare orde verstoorden.”
“Dus de TRIS mocht wel onze politie trainen om tegen ons, die opkwamen voor onze rechten, ingezet te worden?”
“Natuurlijk, dan hoefden zij, dat vuile werk tegen de oproerige bevolking niet te doen, wat de Hollandse mariniers in Willemstad wel moesten doen. Zo trainde de TRIS Surinamers om met rieten schilden, traangas, bullenpezen en zelfs karabijnen op die opstandelingen in te hakken, wat ook is gebeurd in 1973.”
“Dan was het hoogstwaarschijnlijk een door de TRIS getrainde politieman die in februari 1973 een ongewapende GMD-arbeider tijdens een betoging door zijn hoofd schoot.”
“Zeer waarschijnlijk. Een militair leert op hoofd en borst te schieten; een politieman op de benen.”
“Maar het werd steeds moeilijker om vanuit hun positie achter de schermen deze rol te vervullen, daarom waren ze daar in Den Haag toch ‘zooow blai’ dat de nieuwe regering o.l.v. Henck Arron in februari 1974 in z’n regeringsverklaring aangaf, dat het doel was om Suriname ultimo 1975 onafhankelijk te doen zijn.”
“Oh, dus vandaar dat de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken, Joseph Luns, tijdens een interview zei:’Suriname onafhankelijk? Liever gisteren dan morgen.’ Ze wilden ons kwijt, voordat ze hun neder-Germaantjes hier echt een keer op ons moesten laten inhakken, vooral toen steeds meer vakbonden en studenten opkwamen tegen de corruptie in de kolonie.”
“Maar is dat na 40 jaar wezenlijk veranderd? Het kan toch niet dat ambtelijke toppers en die van staatsbedrijven op al hun dienstreizen businessclass reizen? Waarom wordt ons niet openlijk medegedeeld wie er met hoeveel man en vrouw op dienstreis gaan? Nu is weer een kwart van de top op onze kosten afwezig.”
“En hebben die babbelaars in onze volksvertegenwoordiging ooit geёist dat de regering elk jaar met een totaallijst van alle dienstreizen komt? Of staat dat gespecificeerd in het verslag van de Rekenkamer?”
“Tuurlijk niet, want dan zou het volk zien hoeveel Asemlee-leden op die lijst zouden staan.”
“Dan moeten wij de buikriem aanhalen, terwijl zij daar maar luxe reizen met ons belastinggeld? Dat klopt toch van geen meter!”
“Het lijkt alsof werken voor dit land betekent zoveel als mogelijk dienstreizen en dienstwagens binnen te halen. Wat een verderfelijke mentaliteit.”
“Jij denkt dat je met dit simpel gepraat daar wat aan zal veranderen? Hoor hoe mensen al jaren klagen via de opbelprogramma’s.”
“Een treffend spreekwoord zegt: ‘klagers kennen geen nood.’ Sommigen klagen zelfs als ze in hun kist liggen. ‘Die kist ligt niet lekker, iemand heeft een snot-zakdoek bij m’n gezicht gepropt’ en zo. Vraag me niet hoe ze dat klagen tot daar klaarspelen.”
“Mi dati, mi n’e klage, zolang ik maar m’n ‘vloeibaar’ heb. Proost.”

Rappa
Advertenties