Dekking van de Surinaamse munt is zorgwekkend
12 Oct 2015, 12:08
foto


Recent heeft de minister van Financiën eindelijk toegegeven dat hij het zeer kwalijke instrument, dat economen ook wel eens vergelijken met een kwaadaardig kankergezwel, heeft ingezet in de financiering van het begrotingstekort. Hij heeft namelijk de leden van De Nationale Assemblee geïnformeerd dat hij het begrotingstekort monetair financiert. Monetaire financiering is het financieren van het begrotingstekort van de overheid door middel van geldschepping.

Op de vraag van een Assembleelid hoe het gesteld is met de dekking van ons geld, heeft de minister dit cijfer mondeling in De Nationale Assemblee niet prijsgegeven. Hij gaf aan dat hij dit schriftelijk zal doen toekomen aan De Nationale Assemblee. Daarvoor zal hij wel zijn eigen reden hebben, want een snelle calculatie van de werkelijke dekking veroorzaakt een enorme bezorgdheid. In artikel 19 van de Bankwet wordt aangegeven dat de dekking van onze munt minimaal 50 procent moet zijn. De voornoemde snelle calculatie geeft aan dat de dekking nu al minder dan 35 procent bodemswaarde is gepasseerd. Dit is een zeer gevaarlijke situatie voor een kleine open economie waarvan de monetaire en de deviezenreserve al een poos afglijdt.

Met het trekken van meer dan dan SRD. 2 miljard van de Centrale Bank door het Ministerie van Financiën als ongedekt geld zal de druk op ons geld verder worden verhoogd. Dit zal verder ook leiden tot een afname van de deviezen gezien het feit dat men probeert te interveniëren op de valutamarkt. Een bekende volksgezegde van ‘pur bruku wer bruku’ kan hier van toepassing zijn.

De situatie waarin de staatsfinanciën, de dekking van de munt en de monetaire reserve terecht zijn gekomen zal ongetwijfeld consequentie hebben op het toekomstig prijsniveau in de winkels en de koopkracht van de burgers. Met name de burgers die sterk afhankelijk zijn van vaste inkomens zoals pensioenen en sociale uitkeringen zullen het gelag van dit overheidsfinancieringsbeleid betalen. Ook zal als gevolg van de verminderde koopkracht druk ontstaan op het bedrijfsleven en uiteindelijk op de arbeidsplaatsen in onze gemeenschap. Het inkrimpen in plaats van groeien van de economie zal naarmate de tijd vordert niet meer een film zijn maar een keiharde werkelijkheid.
Voor de goede orde geven wij de minister aan dat niets mis is met de Bankwet. Alleen is het zo dat de monetaire autoriteiten in overtreding zijn met de Bankwet, die na heel wat studie- en denkwerk in 2005 is gewijzigd.

John van Coblijn
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April