Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 245
29 Mar 2015, 22:00
foto
Oppositionele partijen eisen duidelijkheid over het uitgeven van een deel van de Waterkant aan NV Cactus. (Foto: Adagracia Pawiro)


“Nou, gaan jullie ook naar die gebedsmanifestatie op tweede Pasen?”
“Ja, waarbij Suriname wordt opgedragen aan de Almachtige en de Pres himself zal voorgaan in het gebed en vergiffenis zal vragen?”
“Waar wordt die gebedsdienst gehouden? Op een neutrale plek zoals het Plein of op een politieke plek, zoals in de Paars-tunnel?”
“Waar dan ook, ik ga niet! Het heeft een christelijke aankleding en christenen komen ook niet naar onze dingen, dus wij gaan ook niet naar hun dingen.”
“Wat afstotend, zo een opstelling, moet ik zeggen. Heb je christelijke toppers dan ooit uitgenodigd voor jouw geloofsmanifestaties, dat je zo bits reageert?”
“Nee, maar ze gaan toch niet komen, dus we gaan geen tijd verliezen door hen uit te nodigen.”
“Doe het eerst, voordat je het zo beslist zegt. En als de president je uitnodigt, officieel per brief, kan je wel anders reageren.”
“Reageerden jullie ook zo toen diezelfde president jullie dierenslachtfeest tot nationale dag maakte? Daarvoor was hij wel goed.”
“Dat staat hier los van. Maar jullie gaan zeker, omdat hij jullie lichtjesfeest ook tot nationale dag maakte.”
“Wij hebben respect voor een officiële uitnodiging, vooral als liefde voor land en volk het thema is.”
“Ja, ja, liefde ook voor sjoemels. Hebben jullie gelezen over de gronduitgifte van een stuk terrein in de binnenstad aan een onderneming met een of andere djoteh-schuilnaam, zoals NV Denneboom of Cactus of Pik-In of zoiets, en de overheid moet met bijna alles inkomen, uit ons belastingsgeld, net zoals met die cassavefabriek te Zanderij, die daar maar staat te staan, terwijl slimmeriken intussen hun slag hebben geslagen.”
“Willen jullie deze duistere zaken los zien van de presidentiële oproep tot gebed?”
“Nou, de machtigste christelijke kerk in ons land, de rooms-katholieke, zegt openlijk dat deze oproep tot een massaal gebed op Pasen, nauwelijks een maand vóór de verkiezingen, riekt, ja, ik citeer, riekt naar politiek.”
“Ja, citeer maar die apocaliptische administrateur, die Dorstige Horse, die geen van z’n volgelingen zal verbieden, maar zelf niet kan komen, vanwege uitstedigheid.”
“En onze Moravische broeders zeggen min of meer hetzelfde: we maken het onder de onzen bekend; jullie mogen gaan; we verbieden het niet.”
“Dat is een veel diplomatischere opstelling dan dat:‘wij gaan niet naar jullie, omdat jullie niet naar ons komen.”
“Ik vraag me af wie Baas dit onzalig idee heeft ingefluisterd. Zoiets kan juist averechts werken. Pasen is typisch iets christelijks.”
“Correctie. Het is van huis uit een groot joods feest, dat door de christenen is overgenomen.”
“Ook zoiets ongerijmds: de grondlegger van het christendom wilde dat strakke, nogal halsstarrige joodse geloof vernieuwen en als dank hebben vooral de joodse Schriftgeleerden in Jeruzalem eraan meegewerkt dat hij de doodstraf middels kruisiging van de Romeinen kreeg.”
“En zijn verlichte ideeën werden middels evangeliën in vier boeken vastgelegd, en gebundeld onder de naam ‘Het Nieuwe Testament’.
“Maar wie is op het onzalige idee gekomen om ‘Het Nieuwe testament’ te plakken aan die oude joodse leer, onder de naam ‘Het Oude Testament, en dat samen tot de christelijke bijbel te verheffen?”
“Ik betwijfel of de grondlegger van het christendom uit Nazareth dit wel zo een goed idee zou hebben gevonden.”
“Vandaar misschien die liefde-haatverhouding tussen christenen en joden door de eeuwen heen.”
“Maar de moslims erkennen Jezus ook als een van hun heilige profeten.”
“Ach nee, kom nou, wat voor onzin is dit.”
“Omdat jij dat niet weet, daarom reageer je zo dom. Je kent je eigen heilig boek niet eens, laat staan die van ons. De islam erkent Jezus, Ischa, en als wij zijn naam uitspreken, zeggen wij er ook steeds met respect achter:‘moge zijn naam geheiligd zijn’ of: ‘vrede zij met hem’, zoals we ook doen als wij de naam van onze heilige profeet noemen. In geschriften zetten wij dan steeds de afkorting s.a.w. achter de naam van onze heilige profeet, en achter die van Jezus: Alayhis salaam. S.a.w. betekent Sallalaho alaihi wasallam oftewel vrede zij met hem. Wij hebben tenminste respect voor de heilige profeten van anderen. Hebben jullie dat ook?”
“Ach, mang, wat een koeterwaals, dit is niet waar.”
“Wist je dat wij ook moeder Maria als een heilige eren? En de aartsengel Gabriël ook erkennen? En ook de profeet Mozes (s.a.w.) ook hoog eren? En ook in de Dag des Oordeels, het paradijs (jannah) en de hel (jahannam) en in Adam als eerste mens geloven?”
“Da waarom vechten jullie dan al eeuwen met die joden en christenen?”
“Moet je aan hen vragen. Want zij vechten met ons. En wat de Nazi’s met de joden in het ghetto van Warschau deden, doen de Israëli’s nu in veel ergere vorm met de Palestijnen in Ghaza en op de Westbank.”
“Ja, maar zeg eerlijk, wat allerlei radicale moslimorganisaties her en der doen, met vrouwen, kinderen en bejaarden, vaak hun eigen geloofsgenoten, is ook niet pluis.”
“Absoluut met je eens, honderd procent. Maar omdat een stel fanatieke protestanten en roomsen elkaar bijvoorbeeld in Belfast, denk aan de IRA, opblazen, op scholen, in bussen of drukke winkelstraten, wil toch ook niet zeggen dat alle christenen zo zijn?”
“Heren, alsjeblieft, niet teveel over geloof. We gaan er niet uitkomen en het gaat ons ruzie doen krijgen en dat is geen enkel geloof waard.”
“Vooral omdat net als in de politiek de leiders van geloofsgroepen hun volgelingen vaak tegen elkaar ophitsen, tegen elkaar laten vechten om er zelf voordeel uit te trekken. Heb je ooit politieke en kerkelijke leiders in armoedige hutjes zien wonen, zoals het merendeel van hun volgelingen?”
“Inderdaad, de vreselijkste oorlogen zijn om geloofsredenen gevoerd en nog steeds gebeurt dat.”
“Ik ben het niet altijd eens met de leiding van jullie Rome-kerk alhier, maar in deze kwestie geef ik hen gelijk: Baas moet zich ver houden van activiteiten die aan een bepaalde kerk gelinkt kunnen worden. Als political campaigner zou het hem als voorzitter van een multi-etnische partij al niet sterk staan, laatstaan als president, opperbevelhebber van alle gewapende machten en hoofd van de regering.”
“Ja, daar zit ik ook mee, en dan die vergeving om weet-ik-veel gaan vragen.”
“Terecht zegt mijn Lomsoe-kerki dat wij een andere visie hebben over het vragen van vergeving aan God. Dat gaat niet zo. Het is een heel ritueel, een heel proces van reiniging.”
“Volgens mij is het succes van de manifestatie op die laatste inschrijvingsdag in de KKF-hal en in OCER een beetje te hoog gestegen.”
“En waarom is alleen iemand van een bepaalde kerk benoemd tot dik betaald religieus adviseur van de president?”
“Als dat vertegenwoordigers van alle grote kerkgenootschappen betrof, geen probleem.”
“Dat ben ik roerend met je eens. Of geen, of allen, maar niet maar één.”
“Tja, anders krijgt een kleine groep teveel grip op de hoogste macht, en dat heeft toch aan het begin van de jaren ’80 tot die hoogst onfrisse zaken geleid?”
“Wat ik nu onfris vind, is dat m’n glas leeg is. Heren, ik nodig jullie uit op een paasborrel, en we beginnen het nu in te luiden. Proost.”
“Ja, leve Pasen, jaaaah.”
“Die schreeuwt voor alles ‘leve’, als hij maar een vrij borrel krijgt.”

Rappa
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April