Column: Facebook
22 Dec 2014, 08:00
foto


Een paar jaar geleden vroeg een vriendin mij waarom ik niet actief was op Facebook. Facebook? Ik had ervan gehoord als een jongerensite maar zou niet weten wat ik ermee aan moest. Het was een site waar je met vrienden van alles en nog wat kan delen.
Zij: “Je moet het echt doen. Dan zijn we vrienden op Facebook.”
Ik: “Maar we zijn nu toch al vrienden. Waarom moet ik op internet bevestigen dat ik je vriend ben.”
Zij: “Doe het nou maar. Je gaat er geen spijt van hebben.”
Ik zag Facebook als iets van jongeren. Mijn dochter besloot: “Pa, ik maak wel een Facebook pagina voor je aan en ik beheer het wel voor je.”
“O.K.,” dacht ik. “Een last minder.”

Een paar jaar later ben ik werkelijk enthousiast over Facebook. Ik moest mijn weg vinden in de sociale media. Mijn dochter zag dat mensen zich aanmelden als vriend en vroeg wat mijn “beleid” is.
Mijn “beleid”? Ja, iemand vraagt of je vriend wil zijn en dan kun je weigeren of accepteren.
“Weigeren?” Is dat niet “rude” en onbeleefd? Nee, gewoon accepteren dus.
“Maar pa, nu moet je ook iets posten, hoor”, zegt ze.
“Wat moet ik posten?”
“Gewoon, wat je doet?”
“Meisje, je denkt dat ik niets anders te doen heb nô”.
Dus begon ze mijn column van Starnieuws te posten op mijn Facebook. Ze zei dat Starnieuws een eigen Facebook pagina heeft waarop mijn columns staan en mensen daarop reageren.
“O.K., ik zal ernaar kijken als ik tijd heb.”

Toen ik de reacties op mijn columns zag op de Facebook pagina van Starnieuws, miste ik de meerwaarde van Facebook. Meestal zijn het dezelfde mensen die reageren. Als je 40 reacties ziet, dan zijn het niet 40 mensen die reageren, maar een paar mensen die met elkaar discussiëren. En dan is discussiëren nog een eufemisme. Soms zijn het scheldpartijen. Soms zijn het lofuitingen. Vaak gaat het niet eens over het ontwerp van je column maar de stokpaardjes van deelnemers aan de discussie. Zelden vind je wat je zoekt: argumenten, feitelijke of logische onderbouwing van wat je zegt. Mijn belangstelling werd daardoor minder, hoewel ik erken dat het goed is dat mensen een forum hebben waar ze hun ei kwijt kunnen.

Ik ben pas Facebook gaan gebruiken toen ik mijn oude mobiele telefoon had ingewisseld voor een Iphone waarin Facebook is ingebouwd. Dat betekent dat je snel op je mobiel kijkt als je wilt weten wat er in de wereld gebeurt. Je checkt de nieuwssites, maar nu ook Facebook. Want Facebook is niet alleen kletsen met vrienden, maar volgen wat er in de wereld gebeurt. Mensen delen filmpjes en berichten die sneller tot je komen dan als je eenmaal per dag een ronde doet langs de nationale en internationale media. Soms is het ook recreatief. Gekke filmpjes waar je om moet lachen. Facebook mobiliseert de kennis van je vrienden om te volgen wat er in de wereld gebeurt. Het is meer dan wat geklets. Geweldig concept.

Intussen heb ik bijna 1.800 vrienden en vriendinnen. Vraag me niet hoe ik daaraan kom. Maar ik vind het leuk. Ik post nu vaker zelf items. Als je niet oppast, werkt het verslavend, want je hebt dan de neiging om te kijken naar de reacties. Als je dat doet, heb je geen leven meer. Mijn leven bestaat uit lezen, denken, schrijven, liefhebben en organiseren. En tussendoor moet ik ook nog een boterham verdienen. Als je daarnaast ook nog eens gaat FB’en (nieuw woord dat ik geleerd heb) hou je geen tijd meer over voor andere dingen. Dus hou ik het bij posten en nieuws bekijken.

Maar FB heeft ook een faciliteit waar ik een “beleid” moest vaststellen: chatten. Mensen spreken je persoonlijk aan via de chat-functie van FB. Je wilt niet “rude” en “onbeleefd” zijn dus heb je de neiging te reageren, behalve op de mensen die beginnen met “Hi” en een sexy foto van een vrouw plaatsen. Je weet dan dat je met prostituees te maken heb. Tja, ook dat is FB.
Maar chatten neemt ook tijd in beslag. Dus soms reageer ik niet en soms wel, afhankelijk van de tijd die je hebt en de mood waarin je bent.
Onlangs moest ik lachen om een chat.
Ene Sohaib Asad begint een chat met me:
Sohaib: “hoo mr Hira, hu s mt u?”
Verder niks. Ik kwam net terug van een lange reis met de auto van Den Haag naar Brussel en terug, was moe en deed gewoon mijn Iphone check (nieuwssites, FB). Bij zo’n bericht reageer ik normaal niet, want ja, je gaat niet zomaar je tijd besteden aan chatten. Maar van mijn kinderen heb ik geleerd dat jongeren op FB niet praten met volle woorden, maar met afkortingen. Dus “hu s mt u” is “Hoe is het met u”.
Ik dacht: laat me eens kijken wat deze jonge snotaap nou van me wil, dus klik ik op zijn naam. Wat blijkt? Hij woont in Paramaribo en volgens zijn profiel zit hij op het Mr. Dr. J.C. de Miranda Lyceum. Op zijn profielfoto zie je hem zitten in een grote vliegtuigmotor die op Schiphol staat. Hij heeft een ondeugende blik in zijn ogen.
Niet antwoorden vond ik sneu, dus schreef ik: “Goed hoor”.
Sohaib: “Op sgool gbruikn we uw artikln en boekn enz dus ik voel me vereerd om mt u te chatten.”
Wat moet je hier nou op antwoorden?
Dus doe ik maar: “haha flink studeren en ook genieten van je jeugd”.
Ik dacht: nou heb ik hem niet ruw afgescheept, en kan hij zijn vrienden vertellen dat hij een chat met mij heeft gehad.
Maar hij was een doorzetter.
Sohaib: “Zeker. Dank u wel.” (hé, volle woorden realiseer ik me).
Hij vervolgt: “Zo vertelt u me iets actueels aub.”

Jij nu. Kom je oververmoeid van een vergadering uit België en moet je een knul van 16 jaar iets actueels gaan vertellen.
Ik eindig: “Ik ben hartstikke druk helaas”.

Ik ben later gaan nadenken over Sohaib. Eigenlijk is dit het type jongeren waar ik enthousiast over ben. Hij is niet bang om afgesnauwd te worden. Hij heeft een flinke dosis zelfvertrouwen. Hij gaat gewoon door, waar anderen misschien zouden stoppen.
Dus Sohaib, ik heb helaas geen tijd voor chats maar ik ben trots op je houding en mentaliteit. En dat alles dankzij FB.

Sandew Hira
Advertenties