Column: Putin
16 Sep 2013, 08:00
foto


Wie had dat gedacht? Een week geleden sloegen de Amerikanen de oorlogstrommel en leek een invasie van Syrië een kwestie van dagen. Nu heersen de Russen op het wereldtoneel en geven zij leiding in de Syrië kwestie. Putin blijkt een meestersschaker te zijn. Dit is mijn analyse van de situatie.

Amerika is in de afgelopen honderd jaar tal van landen binnengevallen. De Amerikanen hebben democratisch gekozen regeringen en regeringen die hun niet goed gezind waren ten val gebracht. Altijd hebben ze de ware redenen verhuld achter een rookgordijn van humaniteit en vrijheid. Die ware redenen zijn economische, politieke en militaire belangen. Het maakt niet uit of Democraten of Republikeinen aan de macht zijn. En hier is de grootste verrassing: het maakt niet uit of een zwarte of witte man president is. De zwarte vredesduif Obama blijkt net zo goed de oorlogsdrum te kunnen slaan als de oorlogszuchtige witte Bush.

Wat zijn de Amerikaanse belangen in Syrië? De langetermijnbelangen zijn de controle over de olierijke regio. De kortetermijnbelangen zijn militair en politiek. De Amerikanen hebben na Vietnam weer twee oorlogen verloren. In Irak wilden ze een pro-Amerikaanse regering vestigen. Irak heeft nu een pro-Iraanse regering. Amerika heeft gefaald in zijn doelstelling.
In Afghanistan wilden de Amerikanen Taliban van de bodem wegvagen. Nu willen ze zo snel mogelijk weg uit dat land, zonder dat hun doel is bereikt.
Het Midden-Oosten is een mijnenveld met complexe krachten. Het militaire belang van de Amerikanen is een militair evenwicht scheppen, waarbij ze weer de controle hebben met hun troepen die in de regio gestationeerd zijn. Hun politiek belang is de bescherming van de apartheidsstaat Israël.

Syrië, Hezbollah in Libanon en Iran vormen samen een sjiitische machtsfactor tegenover de fundamentalistische soennitische groep met landen als Saoedi-Arabië en Turkije. Maar naast deze staten zijn Al-Qaida-achtige gewapende groeperingen een machtsfactor. Hoewel Amerika negatieve ervaringen heeft met Al-Qaida (11 september) hebben ze toch gekozen om de soennitische alliantie van Al-Qaida groepen en de fundamentalistische regeringen in de regio te steunen tegen het sjiitische machtsblok. Waarom?

Voor Israël zijn de sjiieten een gevaarlijkere macht dan de soennieten. Israël is uit Libanon verdreven door Hezbollah. De laatste oorlog tegen Hezbollah in 2006 hebben de Israëlieten verloren vanwege de steun die Syrië en Iran aan Hezbollah gegeven hebben en de onderschatting van de kracht van Hezbollah. Ze waren verrast door de vuurkracht en vooral de militaire inlichtingendienst van Hezbollah. Over die verrassing schreef een Amerikaanse analist van de oorlog: Israël lost the war in the first three days. If you have that kind of surprise and you have that kind of firepower, you had better win.
Al-Qaida is een vervelende vijand voor Israël, maar niet de belangrijkste. De strategie van Al-Qaida was aanvankelijk gericht op het uitvoeren van terroristische aanvallen tegen westerse doelen. Sinds de Arabische revolutie zijn ze erin geslaagd om de radicale gewapende arm te worden van de massale onvrede tegen corrupte regeringen. In Syrië is een corrupte regering aan de macht die vooral door sji-iten en christenen wordt gesteund (christenen die bang zijn voor radicale soennieten), maar ook tegen Israël is. Assad was een cruciale bondgenoot van Hezbollah in 2006.

Nu gebleken is dat radicale soennieten in staat zijn om Assad in grote problemen te brengen (met massale financiële steun van Saoedi-Arabië en logistieke en militaire steun van Turkije) zien de Amerikanen kans om Assad ten val te brengen en de krachtsverhoudingen in de regio te wijzigen. Aanvankelijk leek het goed te gaan. De rebellen veroverden stad na stad.
En toen kwamen Hezbollah en Iran in. Iran stuurde militaire adviseurs en Hezbollah goed getrainde manschappen. Binnen de kortste keren keerden de rollen om. Assad heroverde stad na stad. De rebellen gingen onderling op de vuist met elkaar. Assad leek te gaan winnen. Het machtsevenwicht dreigde weer te kantelen naar het sji-itische blok.

En toen kwam de gifgasaanval: de aanleiding voor het westen om militair in te grijpen om zo het soennitische kamp te steunen.
Bij voorgaande invasies werd hetzelfde draaiboek gebruikt: Amerika grijpt in onder het mom “De wereld moet ingrijpen”. Volgens Amerika bestaat de wereld uit hun eigen land en hun bondgenoten. Maar de twee verloren oorlogen hebben het moreel van hun volk aangetast. In Engeland stemde het parlement premier Cameron weg. In Amerika dreigde hetzelfde te gebeuren. In zulke crisissituaties worden stomme fouten gemaakt. Een stomme fout van minister Kerry had onvoorziene gevolgen. Kerry gaf aan dat Assad een militaire aanval alleen kon afwenden als hij zijn chemisch arsenaal zou vernietigen.

En toen kwam Putin met een schaakzet die een radicale ommekeer teweeg bracht. Hij greep het idee van Kerry aan en kwam met een voorstel dat de verhoudingen op zijn kop zette: Syrië gaat zijn chemisch arsenaal vernietigen onder internationaal toezicht. Amerika heeft het initiatief uit handen gegeven. Syrië wint tijd om de oppositie te vernietigen (of een vredesconferentie te organiseren om het gewapende verzet te neutraliseren). Putin bepaalt de agenda. Amerika kan schreeuwen en vloeken, maar staat aan de zijlijn. De Verenigde Naties komen weer in beeld. In een brief aan het Amerikaanse volk in de New York Times komt Putin met een zeer redelijke analyse: in deze moderne tijd moeten gewapende conflicten via overleg worden opgelost en niet met militair ingrijpen buiten de VN. Anders kun je net zo goed de VN opdoeken.
Wie kan daar nu tegen zijn?

En zo zijn we terug naar het verhaal van de 21ste eeuw: the fall of the west and the rise of the rest.

Sandew Hira
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April