Open dag Effendi Ketwaru Volksmuziekschool geslaagd

De kinderen 'jammen' naar hartenlust en denken niet aan afronden, terwijl het al tijd is om af te sluiten. Hun spel trekt nog meer aandacht en late bezoekers haasten zich naar het lokaal waar de muziek vandaan komt. De Effendi Ketwaru Volksmuziekschool heeft zaterdag een open dag gehouden voor nieuwe studenten en andere belangstellenden.

De open dag was bedoeld om de nieuwe studenten in staat te stellen een goede keuze te maken voor ze aan een studie beginnen. "Het gaat zoveel beter als het uit jezelf komt en niet omdat men vindt dat je goed bent in iets", merkt Pamela Lieuw A Paw van de organisatie op. "Veel mensen hebben ontdekt dat sommige instrumenten hen veel beter liggen dan wat ze zelf aanvankelijk dachten." Tientallen personen, jong en oud waren getogen naar de muziekschool. Het was een interactieve dag met optredens van ensembles bestaande uit docenten en studenten. Er zijn presentaties gehouden en er is informatie verschaft over het programma en de activiteiten van de school. Enkelen hebben zich direct ingeschreven.

Meer bekendheid geven
De open dag was ook bedoeld om de school meer bekendheid te geven. Lieuw A Paw gaf aan dat heel veel mensen niet weten dat de Effendi Ketwaru Volksmuziekschool bestaat. "Het verschil met andere scholen is dat wij echt meer aandacht kunnen besteden aan onze leerlingen en een ruime scala hebben aan studierichtingen", legt Lieuw A Paw uit.
De school heeft 160 leerlingen en verzorgt lessen in zestien instrumenten. Ook kleuters tussen vier en zes jaar kunnen terecht op de Effendi Ketwaru muziekschool. Er worden ook lessen in stemvorming verzorgd.

De organisatie is tevreden met de opkomst en is ingenomen met de interesse van de jeugd voor muziekinstrumenten. Lieuw A Paw hoopt van harte dat er belangstelling komt voor het bespelen van de tuba oftewel de 'kopru tu' en de fagot of bassoon, een houten blaasinstrument dat een bassklank voortbrengt. "Er zijn nog heel weinig mensen die deze instrumenten kunnen bespelen. Die kunst dreigt uit te sterven in Suriname".

René Gompers