Kanttekeningen bij ontwerp Grondenrechten (deel 4)
14 Nov, 04:52
foto
Chas Mijnals


Het uitgangspunt van het ontwerp ten aanzien van Inheemsen en Marrons is de totale afwezigheid van enig recht op de grond. In verschillende artikelen van het ontwerp komt dit naar voren. Vanwege tekst-economische redenen zal niet uitvoerig worden ingegaan op de betreffende artikelen.  Evenmin zullen alle strijdigheden met de Grondwet worden besproken.  

Artikel 4 leden 3, 5 en 6  (innerlijke tegenstrijdigheden):

3. Grondenrechten kunnen nimmer gevestigd worden in of op naam van een natuurlijke persoon of een andere dan in artikel 2 genoemde rechtspersoon.

Grondenrechten worden niet gevestigd! Zij worden eenmalig door de wetgever toegekend. Daarna zal het inactief blijven vanwege wettelijke verboden en beperkingen.

4. Grondenrechten hebben geen beperking in geldigheidsduur.

5. Grondenrechten kunnen niet vervreemd of overgedragen worden.

Dit impliceert verbod op beschikkingsbevoegdheid, terwijl gesteld wordt dat er sprake is van onbeperkte beschikkingsbevoegdheid!

6. Grondenrechten kunnen niet met enige schuld of hypotheek of anderszins belast worden noch dienen als onderpand of andere zekerheid voor geen enkel doeleinde.

Idem als hierboven. Geen vrij genot terwijl dat wel gesteld wordt. Leden 5 en 6 benadrukken de afwezigheid van vrij genot en beschikkingsbevoegdheid. Het is tevens een verbod op ontwikkeling t.b.v. van de doelgroep met inzet van de grond ter verkrijging van krediet.

7. Elk beding in de zin van de leden 3 tot en met 6 is van rechtswege nietig.

Het collectief eigendomsrecht blijkt hiermee van nul en generlei waarde te zijn. De ontwerpwet betekent herkolonisatie van inheemsen.  

Inheemsen en Marrons krijgen volgens het ontwerp collectieve "eigendomsrechten", op de gebieden die zij traditioneel bewonen of hebben bewoond. Voorts het collectief recht om deze gronden en natuurlijke hulpbronnen die traditioneel in gebruik zijn in eigendom te hebben. Deze zaken moeten passen binnen het keurslijf van "traditioneel".

De rechten op de grond mogen niet vervreemd of overgedragen worden, zij mogen ook niet zakelijk aangewend worden. De Inheemsen zijn wettelijk dus verplicht om zich alleen maar met wat pietluttige traditionele huisvlijt bezig te houden. Ze mogen dus blijven wonen waar ze nu wonen en binnen een straal van 5 km hangmatten en maluana’s maken, prapi om te baden, waterkruiken voor drinkwater, op traditionele wijze vis vangen voor eigen gebruik, jacht voor eigen gebruik. Zij krijgen geen zakelijke rechten die als grondslag kunnen dienen voor hun verdere ontwikkeling en die van hun kinderen. Zij kunnen ook geen zakelijke rechten vestigen. Als ze dat doen zijn die gevestigde rechten van rechtswege nietig! Onverbiddelijk!

Zij mogen geen goud, diamant, uranium, kobalt etc. exploiteren indien die gevonden wordt binnen de enge beperking van hun woonomgeving. Er is ook geen regeling om hen te verzekeren van een bepaald percentage uit de omzet/winst die voor hun neus gemaakt wordt maar aan hen voorbijgaat. Zij mogen toekijken en de rijkdommen aan hen voorbij zien gaan om anderen, lokalen en buitenlanders te verrijken terwijl zij met de aanname van deze wet veroordeeld zullen zijn om rond te dartelen binnen de enge begrenzing van tribalisme die door de wetgever van Suriname is getrokken.

Indien dit door de kolonisator was bepaald, tijdens de piek van de koloniale uitbuiting (piekperiode van de koloniale overheersing) zouden wij dat kunnen plaatsen onder de noemer van de gebruikelijke praktijken van de kolonisator. Dit gebeurt echter door onze eigen wetgever, de coalitie en de oppositie, verenigd in de DNA en de regering die hierover hun eensluidend oordeel zullen geven. In feite zullen zij een eensluidend vonnis vellen dat de Inheemsen geen eigendom hebben op hun gronden en die gronden niet mogen aanwenden voor hun eigen ontwikkeling. De vraag die mij bezighoud is als de consequenties van dit wetsontwerp in detail met de betrokkenen is gecommuniceerd en als zij hun consent daaraan hebben gegeven.

Strijdigheid met de preambule van de grondwet.
"Geïnspireerd door de liefde voor dit land en het geloof in de kracht van de Allerhoogste en geleid door de eeuwenlange strijd van ons volk tegen het kolonialisme, welke werd beëindigd met de vestiging van de Republiek Suriname op 25 november 1975".

Kolonialisme is op 25 november 1975 beëindigd. Het was niet de bedoeling om een situatie te creëren die kenmerken vertoont met partiële kolonialisme. Liefde voor het volk van Suriname is onverenigbaar met dit wetsontwerp. Indien wij liefde hebben voor de ons volk, inclusief Inheemsen en Marrons zullen wij verhinderen dat dit ontwerp wet wordt.  Wij zouden dit deel van ons volk met meer respect moeten behandelen en hun ontwikkelingskansen vergroten met wetgeving. Dit wetsontwerp plaatst Inheemsen en Tribalen in een enge keurslijf die hun ontwikkelingsmogelijkheden ernstig aantast.

PVRS
Ch. Mijnals
Voorzitter

Zie ook https://www.starnieuws.com/index.php/welcome/index/nieuwsitem/78329
Advertenties

Sunday 05 May
Saturday 04 May
Friday 03 May