Een nieuw seizoen voor benoemingen diplomaten
09 Oct 2020, 16:50
foto
Het fel begeerde diplomatieke paspoort.


Toen de functie van ambassadeur na de onafhankelijkheid moest worden ingevuld, stelde onze eerste minister van Buitenlandse Zaken, Henck Arron, een onafhankelijke commissie in met een in de samenleving hoog aangeschreven status voor de selectie van de eerste groep diplomaten, waaruit ambassadeurs en overige diplomaten zouden worden gerekruteerd. De voorzitter van die commissie was de toenmalige president van het Hof, Mr. O. van der Geld. 
In krantenadvertenties werden medio 1975 personen opgeroepen die een universitaire opleiding hadden afgerond, geen strafblad hadden en een talentoets moesten ondergaan.

Hierna vertrokken de geselecteerden naar Den Haag voor een theoretische en praktische vorming. Pas daarna werden zij in diverse diplomatieke rangen op de nieuw opzette ambassades geplaatst, waarbij Arron een zekere evenwichtigheid in acht nam vis-à-vis de rangen van ambassadeur, ambassaderaad, eerste, tweede en derde secretaris.

Politici nemen over
In feite is Henck Arron de enige minbuza tot nog toe, die voornamelijk gebruik heeft gemaakt van de kandidaten, die geselecteerd waren door die onafhankelijke commissie. Enkele van deze kandidaten zijn na Arrons afzetting, ingezet geworden in de Surinaamse diplomatieke dienst, onder wie: de ambassadeurs Ewald Leeflang, Ronald Kensmil, Kries Nandoe, Hans Prade en Inderdew Sewrajsingh.

De ministers die na Arron de scepter hebben gezwaaid op Buza hebben allen te maken gehad met politici die ambassades beschouwen als te horen bij de verkiezingsbuit waar loyale partijgenoten kunnen worden geaccommodeerd.
Politieke leiders bepalen wie in de buitenlandse dienst tewerk gesteld wordt, waarbij in het algemeen, specifieke standaarden voor selectie niet bekend zijn, er is geen transparant selectieproces, er worden geen examens afgenomen, talen en computerkennis worden niet vereist, kortom de benoeming van een Surinaamse diplomaat is een zuiver politieke aangelegenheid.

Waardering van deskundige rivalen
Wat ook geconstateerd moet worden is dat in de afgelopen 45 jaar het ministerie van Buitenlandse Zaken geen kweekvijver is gebleken van goed gerijpte en ervaren diplomaten. Voormalig minbuza Henk Heidweiller spreekt van 'kweken van professionalisme'. In Suriname hebben politici in het algemeen weinig waardering en respect voor hun politieke rivalen.

In dit verband kan verwezen worden naar de Amerikaanse president Abraham Lincoln die meerdere deskundige rivalen in zijn regering opnam. Enkele van zijn rivalen hadden Lincoln een 'lang-armige aap' genoemd en ook dat hij 'pijnlijk imbeciel' was. Lincoln rechtvaardigde het inzetten van zijn rivalen door te verklaren "wij hadden de sterkste en beste mannen nodig. Zij waren die sterkste en beste mannen. Ik had niet het recht het land te beroven van hun diensten”.

Het getuigt van innerlijke kracht, overtuiging, visie en wijsheid van een leider om ook uit het reservoir van zijn tegenstanders de beste mannen en vrouwen te kiezen om hun talenten dienstbaar te maken aan de ontwikkeling van het land!

In 1975 heeft Suriname een serieus begin gemaakt met de opzet van een professionele diplomatieke dienst. De intentie was dat eerstens een diplomatenopleiding succesvol moest worden afgerond alvorens men in de diplomatieke dienst geplaatst kon worden. Maar dit adagium heeft niet lang stand gehouden.
Gaandeweg nam de politiek over waarbij vooral loyaliteit aan partij en partijleider belangrijk is voor benoeming in de diplomatieke dienst. De ambassades worden onder de winnende partijen verdeeld en de diplomatieke functies worden op basis van partijbelang toegewezen.

Dus, Suriname verliet na 1975 het pad van het professionalisme en is de weg opgegaan van het amateurisme. Teveel mannen en vrouwen zijn benoemd geworden, niet alleen ver boven het niveau van hun kennis, kunde en competentie, maar die ook geen enkele affiniteit hadden met buitenlandse zaken en geen enkele passie voor ons land. Personen die jarenlang buiten onze grenzen hebben gewoond, mogen niet benoemd worden in Surinaamse diplomatieke vertegenwoordigingen. Zij zijn niet geloofwaardig.

Advies aan de bewindvoerders
Er is vanuit het ministerie wel weerwoord geweest vis-vis de politici. Minbuza Henk Heidweiller liet onomwonden aan de toenmalige machthebbers weten dat hij het criterium van loyaliteit van diplomaten categorisch van de hand wees. “Van een loyale domkop ondervinden we alleen maar het grootste verdriet. Indien wij onze posten niet goed bemannen, zullen wij nooit in staat zijn een effectief buitenlands beleid te voeren”. 

Heden ten dage is wereldwijd de trend dat politieke benoemingen in de diplomatie tot een minimum worden beperkt. De reden hiervoor is wat de Amerikaanse topdiplomaat Ellis O.Briggs als volgt heeft verwoord: political appointments are generally made for the good of the nominee or the good of the dispenser of the patronage or the good of the party in power. Professional appointments are made for the good of the country.

Aan de bewindvoerders die straks onze nieuwe ambassadeurs zullen benoemen, kunnen de opmerkingen van François de Callières en van Herbert H.D. Pierce worden meegegeven: “Zoals wij geen schip onder commando moeten plaatsen van iemand die niet geschoold is in navigatie, of een leger onder bevel van een generaal zonder militaire training, zo moeten wij de buitenlandse dienst van het land ook niet plaatsen in handen van individuen die geen kennis hebben van de verschillende aspecten van de diplomatie.”

Rudie Alihusain  
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April