De president benadrukte dat het fundamentele recht op vrijheid van meningsuiting gegarandeerd in de grondwet van Guyana geen betrekking heeft op haatzaaiende uitingen in welke vorm dan ook, die vijandigheid of kwade wil kunnen opwekken tegen personen. Hij waarschuwde dat dergelijk gedrag, publicaties en uitspraken ernstige strafbare feiten vormen onder de raciale vijandelijkheden, cybercriminaliteit en andere soortgelijke strafwetgeving "en de staat zal niet aarzelen om onder de juiste omstandigheden zijn toevlucht te nemen tot deze bepalingen in onze wetten."

De president gaf aan dat de regering de Anti-racisme wet en de Cybercriminaliteitswet zal handhaven voor degenen die rassenhaat promoten. Ali lijkt zich aan zijn belofte te willen houden die hij weken geleden had gemaakt, nog voordat de Guyana Elections Commission hem tot winnaar had uitgeroepen van de algemene en regionale verkiezingen van 2 maart 2020. De president probeerde Guyanezen ervan te verzekeren, dat “haatzaaiers zonder voorbehoud aan te pakken, ongeacht hun politieke overtuiging of etnische afkomst" een keiharde belofte was.  

“Het doet me veel verdriet wanneer ik bijna elke dag op sociale media de enorme rassenhaat en raciale vijandigheid zie die tot de sociale mediaplatforms doordringt. Ik wil dat u weet dat ik vastbesloten ben om alles te doen wat binnen mijn macht ligt en alle wetten die tot mijn beschikking staan te gebruiken om een einde te maken aan dit gedrag, dat alleen maar kan leiden tot verdeeldheid in ons land en tussen onze mensen ”, zei hij.

De Ethnic Relations Commission (ERC) erkende onlangs dat talrijke klachten zijn gebaseerd op uitspraken op sociale media door mensen in het buitenland en anderen die nepprofielen gebruiken. De president gaf onlangs aan dat hij de ERC zou vragen te onderzoeken of vermeende uitspraken van oppositieleider Joseph Harmon hebben bijgedragen aan drie dagen van spanningen, voornamelijk aan de westkust van Berbice, nadat de lichamen van de Afro-Guyanese neven Isaiah en Joel Henry waren gevonden op een kokosnootplantage, bij Cotton Tree, West Coast Berbice. Harmon en de voorzitter van de People’s National Congress Reform (PNCR), Volda Lawrence, hebben opgeroepen tot vreedzame protesten en zeiden dat de onrust niet ging over gevechten tussen Guyanezen van Indiase en Afrikaanse afkomst. 

Lawrence verwelkomde de beslissing van de inwoners van West Coast Berbice en Upper East Coast Demerara, die gehoor gaven aan haar oproep om de ongeregeldheden te beëindigen. “Ik ben blij dat u in deze tijd gehoor hebt gegeven aan mijn oproep om vrede en kalmte. We hebben de last van racisme in ons land veel te lang gedragen, het wordt tijd dat we ons van dit gewicht ontdoen en ons land vooruit helpen,” zei ze.

De PNCR-voorzitter beloofde tegelijkertijd om de gekwetste mensen te blijven ondersteunen in hun protest voor gerechtigheid, inclusief een grondig onderzoek om de daders voor het gerecht te brengen. Ze drong er bij Guyanezen op aan een zelfcontrole uit te voeren voordat ze de bestaande kloof in Guyana kunnen overbruggen, die wordt gedreven door racisme maar niet met nog meer racisme kan worden opgelost.

“We moeten op een vreedzame en beschaafde manier protesteren, met respect voor het menselijk leven, waardigheid en eigendommen. Ons protest moet oplossingsgericht zijn en niet gedreven door chaos, geweld en vernietiging. Voor degenen die geweld hebben gebruikt of vernietiging hebben veroorzaakt, onthoudt u alstublieft van dergelijke daden, aangezien we gerechtigheid zoeken voor degenen die van ons zijn afgenomen,” zei de partijvoorzitter.

De 17-jarige Indo-Guyanese Haresh Singh werd gedood en zijn motorfiets werd verbrand in Number 3 Village, West Coast Demerara, terwijl hij op weg was naar zijn boerderij. De 34-jarige Indo-Guyanese Pritipaul Hargobin werd doodgeslagen nadat hij een geweer had afgevuurd op een groep demonstranten op de openbare weg Bath Settlement, West Coast Berbice.