Binnen de VoF vallen zeven concessiegebieden waarvan Saramacca de eerste ontwikkeling is. Staatsolie beheert vanaf de ondertekening van de VoF 30% van het onverdeelde belang van de Republiek Suriname - 25% in Newmont Suriname en 5% in RGM. De staat Suriname heeft zijn 30% aandelen overgedragen aan Staatsolie, wat betekent dat Staatsolie 30% van de kosten die gepaard gaan met deze ontwikkeling zal dragen en dienovereenkomstig 30% van deze inkomsten zal ontvangen.

Staatsolie heeft de investering kunnen realiseren met fondsen die zijn opgehaald met de laatste obligatie- uitgifte. Het bedrijf heeft van de verschuldigde US$ 54,9 miljoen al US$ 34 miljoen betaald aan RGM. Het restant bedrag zal naast de lopende bedrijfs-  en kapitaalkosten, inclusief managementvergoeding en rente worden betaald uit de goudtegoeden van Staatsolie voortvloeiend uit de VoF- overeenkomst. Staatsolie vervangt als nieuwe partner de entiteit NV1 die oorspronkelijk in de Tweede Wijziging van de Delfstoffenovereenkomst (juni 2013) door de Staat was aangewezen om zijn 30% investering te beheren. De goedkeuring van De Nationale Assemblee is bij deze overeenkomst niet vereist, laat Staatsolie desgevraagd weten.

In deze samenwerking is RGM de uitvoerende partner, verantwoordelijk voor de algehele management verantwoordelijkheid.  Er zal een bestuur worden opgericht dat toezicht houdt op de VoF en haar activiteiten welke bestaat uit vier vertegenwoordigers van RGM en twee van Staatsolie. Er zijn duidelijke afspraken vastgelegd tussen beide partijen over de operatie. Belangrijke besluiten worden door het bestuur genomen.