Column: Beleid versus geluk 
15 Apr 2020, 00:59
foto


Twee belangrijke berichten beheersten het nieuws in Suriname op 3 april. Door het verlagen van de kredietwaardigheid van Suriname door Standard & Poor’s naar een CCC+ status behoort ons land nu tot de financieel-economische paria’s van de wereld; een Staat waar je liever geen zaken meedoet. Dit bericht was nog niet verstomd of er werd wereldwijd melding gemaakt van een grote olievondst voor de Surinaamse kust. 

Deze twee berichten hebben alles met elkaar van doen. Het is veel betekend dat haast niemand meer spreekt over de olievondst, terwijl het downgraden van Suriname nog steeds vele tongen losmaakt. Begrijpelijk, want we kunnen vandaag geen pot op vuur zetten met beloftes van morgen.

Het mocht nooit zover komen in een land met zo een enorme potentie. Zeiden wij niet decennialang, dat Suriname potentieel het zeventiende rijkste land ter wereld is?  Maar als adviezen en waarschuwingen van deskundigen stelselmatig en arrogant in de wind worden geslagen, dan verbaast ook dit ons niet meer. Regeerders die zich gedragen alsof voor het eerst de bomen tot in de hemel zullen groeien. 

Transparantie is een van de zwakste kanten van deze regering. Gelukkig zijn er deskundigen die de inkomsten en uitgaven van deze regering bijhouden. Zo schrijft prof. M. Schalkwijk op 23 maart in Starnieuws: “De regering die al 10 jaar aanzit heeft bijkans US$ 3 miljard aan extra olie en goudopbrengsten ontvangen, welke zij verbrast i.p.v. goed geïnvesteerd of gespaard voor moeilijke tijden”. Daags daarna horen wij via Apintie radio en tv van de voorzitter van de VES, Ir. W. Ramautarsing zeggen dat de overheid een schuld heeft van 3 miljard US$, terwijl die schuld in 2010 ongeveer ½ miljard US$ was. De schuld in 10 jaar gemaakt is dus 2½ miljard US$. Dit bedrag opgeteld bij wat de regering aan inkomsten kreeg levert een slordige 5½ miljard US$ op, die de regering in 10 jaar heeft besteed. De beweringen dat deze regering een groter bedrag tot haar beschikking had laten wij buiten beschouwing.  

Gelukkig is de grote onzin verstomd, dat deze regering het zonder ontwikkelingshulp moest doen. Volledigheidshalve is het goed aan te geven dat in 1975 Suriname 2,7 miljard Nederlandse gulden ontving. Dat is omgerekend 1,35 miljard euro. Dit geld had Suriname beschikbaar voor het realiseren van zijn ontwikkelingsdoelen gedurende 15 jaar. Suriname heeft er ruim 35 jaar over gedaan om dit bedrag te besteden.

Het is niet verwonderlijk dat er veel scepsis is of de huidige regering prudent zal kunnen omgaan met de vele dollars die de olievondsten zullen opbrengen. Maar vooral of die opbrengsten ten goede zullen komen aan de totale bevolking en niet slechts om enkele miljonairs tot miljardairs te maken.
De vondsten moeten gezien worden als toevalstreffer, als geluk. Met geluk moet men goed omgaan anders werkt geluk nog tegen jou. In ieder geval mag de ontwikkeling van een land en volk niet gebaseerd zijn op mogelijk geluk, maar op prudent gevoerd beleid.  

Bij beleid staan de volgende vragen centraal: Wat is uw uitgangssituatie? Welke doelen wilt u bereiken? Wat wilt u op welke tijdstippen bereikt hebben? Over welke middelen beschikt u? Bij goed beleid stelt u ook nog de vraag: Welke middelen reserveert u voor eventuele tegenvallers? 

Het is toch ongehoord, dat een regering die zoveel geld uit bodemschatten heeft ontvangen zoveel leningen sluit, niet heeft gespaard, maar tot overmaat van ramp de kasreserves van de burgers niet met rust laat. Maar dat krijg je in een land waar de onzalige uitdrukking 'Neks no fout' nog niet afgezworen is. Ik weet niet wie deze uitdrukking bedacht heeft, maar die bedenker mogen wij zeker als een grote vijand van dit volk beschouwen. 

Bij de komende verkiezingen zullen wij een duidelijke keus moeten maken over wat voor soort land wij willen hebben? Een land waar de meerderheid van de bevolking moet zitten wachten op een pakket van de regering? Of een land waarbij ijverige en spaarzame burgers proactief voor zichzelf en anderen proberen te zorgen en ook een appeltje voor de dorst bewaren?  In welk land willen we leven? Deze regering ontmoedigt ijverige burgers die hebben gespaard in harde valuta, omdat de regering de stabiliteit van onze munt niet kan garanderen. Het valt te hopen dat de kiezer de komende verkiezingen niet als kansspel ziet, maar als een kans die je maar één keer in de vijf jaar krijgt om een weloverwogen keus te maken. Zullen hierbij politieke partijen - die meedoen - de kiezers helpen door duidelijk te zijn over hun toekomstig beleid?

Hans Breeveld
Advertenties