Minister Marciano Dasai van ROM beantwoordt vragen in De Nationale Assemblee.
Minister Marciano Dasai van Ruimtelijke Ordening & Milieu (ROM) heeft dinsdag in De Nationale Assemblee antwoord gegeven op de vragen over de wijziging van de Milieu Raamwet. Hij benadrukt dat de Nationale Milieu Autoriteit (NMA) onafhankelijk zal functioneren. Er waren veel vragen over de autonomie van NMA nadat in de wet nu ook taken en bevoegdheden worden toegekend aan de minister belast met milieuaangelegenheden. Dasai zei dat de taken van de NMA deze overeen zullen komen met die van de toenmalige Coördinatie Milieu en NIMOS. De Milieu Raamwet spreekt over één milieu orgaan. Volgens de bewindsman is de huidige wet een constructie waarbij de NMA zowel als beleidsorgaan als uitvoerend orgaan functioneert.

Volgens de huidige wet draagt de NMA de eindverantwoordelijkheid maar kan geen verantwoording afleggen in DNA als milieuvraagstukken zich voordoen. De bewindsman wees terug naar het verleden waar de minister van Arbeid vragen moest beantwoorden over milieubeleid, omdat het toenmalige instituut geen verantwoording kon afleggen in DNA. Dasai zei dat de minister eindverantwoordelijk is en die verantwoording moet afleggen aan het parlement. 

De bewindsman legde uit dat Suriname deel uitmaakt van een 18-tal verdragen over milieu en dat het ministerie de focalpoint is van deze verdragen. Hij legde uit dat bij belangrijke conferenties aangaande deze verdragen de ministers van milieuaangelegenheden de lidlanden vertegenwoordigen en niet de nationale instituten. Ook worden verdragen aangenomen door de verschillende ministers van milieu en niet de nationale instituten. Die worden alleen betrokken bij het eerste proces waar het verdrag wordt besproken. "Dit is de internationale norm".

Minister Dasai merkte op dat het ministerie beleid moet maken en verantwoording moet afleggen aan het parlement en niet de autoriteit. Er was ook bezorgdheid over de aansturing van de autoriteit. Gevreesd werd dat er uitholling zou plaatsvinden door politieke inmenging. De bewindsman zei dat er geen vrees hoeft te zijn over de onafhankelijkheid van de NMA, omdat de taken en bevoegdheden van de autoriteit in de wet zijn opgenomen. "Er zal geen uitholling plaatsvinden. Nu is er evenwicht in de taken en bevoegdheden. De regering is de uitvoerende macht en geen autoriteit. Er is een bewuste keuze gemaakt voor de verdeling van de taken", stelde de minister. Hij benadrukte dat voor de besturing van de NMA bij wet een Raad van Toezicht en directie is vastgesteld. Dit zal volgens hem politieke inmenging moeilijk maken, omdat de leden van de raad niet alleen bestaan uit leden vanuit de overheid, maar ook van het bedrijfsleven, de universiteit en marron en inheemse gemeenschappen.

"Er is nu een duidelijke taakverdeling. De NMA is belast met de technische uitvoering en het ministerie zal het beleid maken", zei de minister. Op de vraag of er een ontwikkelingsplan is voor milieu zei de bewindsman dat het ministerie in samenwerking met relevante ministeries en stakeholders bezig is met het formuleren van een milieubeleidsplan waarin ook een duidelijke missie en visie is ontwikkeld. Over het toezicht op de vele milieuverdragen zei Dasai dat de wet voorschrijft dat dit in samenwerking met alle ministeries wordt gedaan. Hij benadrukte verschillende malen de samenwerking met de verschillende ministeries en instituten belast met milieuaangelegenheden. ROM komt niet aan de taken en bevoegdheden van de overige ministeries. Er zal een nationaal beleid zijn waarmee rekening gehouden wordt met deze taken en bevoegdheden.

Volgens de wet zullen nu ook milieucontroleurs in het leven geroepen worden. Dasai zei dat de bestaande milieu-inspecteurs en milieu politie gewoon hun handhavingsactiviteiten mogen uitvoeren. De milieucontroleurs kunnen maatregelen treffen indien zij in gebreke blijven en er milieuvervuiling ontstaat. Volgens de minister zijn er geen tegenstrijdigheden met de Wet op de Jaarrekening voor de financiële bepalingen die zijn opgenomen in de wet. Hij benadrukte dat de NMA moet voldoen aan de eisen van de Wet op de Jaarrekening. Over het bereiken van de leeftijd van 70 jaar als enige grond voor aftreden zei hij dat indien gewenst ook gronden als aanraking met justitie, onder curatele stelling, etc. toegevoegd kunnen worden.

Jennifer Vreedzaam (NDP) merkte op dat ze de synchronisatie van het beleid mist, omdat het gaat om beleid op micro-, meso- en macroniveau. Vreedzaam denkt dat de NMA zich alleen zal beperken tot zaken op macroniveau, terwijl er op elk niveau data beschikbaar moet zijn. De minister zei dat data en onderzoek belangrijk zijn voor het maken van beleid. Volgens hem wordt gebruik gemaakt van data op micro-, meso- en macroniveau en op basis daarvan geeft men wel of geen toestemming of gaat men over tot handhaving. Hij gaf aan dat wat data betreft die beschikbaar is op macro-, meso- en microniveau. Volgens hem is dit heel belangrijk, omdat op basis hiervan prioriteiten vastgesteld moeten worden. 

Melvin Bouva (NDP) is niet overtuigd van de zelfstandigheid van de NMA omdat er verwevenheid is in de taken en bevoegdheden. Hij wilde weten hoe de zelfstandigheid gegarandeerd zal worden in de praktijk. Dasai zei dat voor de sturing voorzieningen zijn getroffen en een structuur is opgenomen voor de Raad en de directie en dat dit politieke inmenging onmogelijk maakt. De behandeling van deze wet zal donderdag voortgezet worden.