Operatie Guiminish: Hoe Brazilië in 1983 Bouterse inpalmde
16 Oct 2022, 03:05
foto
President Ronald Reagan (USA) en president João Figueiredo (Brazilië). Deze foto is gemaakt op 1 december 1982 in Brazilië.


‘Operatie Guiminish’ is de titel van een rapport over een strikt geheime Amerikaans-Braziliaanse operatie in Suriname. Die begon in april 1983 met als doel een eind te maken aan het geflirt van Desi Bouterse met Cuba, maar eindigde met Braziliaanse steun en bescherming van legerleider Bouterse, blijkt uit het rapport. De operatie kreeg de naam van het paard dat de Braziliaanse president generaal João Baptista Figueiredo cadeau deed aan president Ronald Reagan toen hij in november 1982 in Brazilië op bezoek was.

‘Operatie Guiminish’ is geschreven door Frank Naarendorp (USA) en Dennis Levens (NL) na bestudering van 27 door de Amerikaanse overheid gedèclassificeerde files over Suriname, die zich bevinden in de Ronald Reagan Presidential Library in California. Deze documenten, zoals diplomatieke cables, gaan over de periode januari 1983 tot augustus 1983 en zijn inclusief de geclassificeerde (doorgehaalde) teksten opgenomen in dit historisch belangwekkend rapport van maar liefst 80 pagina’s.

De Braziliaanse grip op Bouterse
Interessant zijn de diplomatie gebeurtenissen in 1983 in de driehoeksrelatie Brazilië, Amerika en Nederland. Eind december 1982, dus ná de Decembermoorden, diende de CIA bij het Amerikaanse parlement een verzoek in voor financiering van een militaire invasie in Suriname. Aanleiding waren o.a. de hardnekkige geruchten in Paramaribo dat Cubanen deel hadden genomen aan de slachting in Fort Zeelandia en dat de aanwezigheid van Cubanen in Suriname een gevaar vormde voor de veiligheid van de USA. De ‘Intelligence Committee’ van het Huis van Afgevaardigden en die van de Senaat, wezen het verzoek af omdat de CIA geen bewijsmateriaal op tafel kon leggen.

Daarna besloot president Reagan met enkele vertrouwelingen in het Witte Huis een privé geheime operatie uit te voeren. Hij stuurde een afvaardiging naar Venezuela en naar Brazilië met als doel hulp om Suriname te bevrijden van de vermeende aanwezigheid van Cubanen. De Venezolaanse president zag geen heil in een militaire invasie. Reagans afgezanten spraken daarna op 9 en 10 april 1983 in Brasilia met president generaal Figueiredo. Ook de Braziliaanse legerleiding was tegen een militaire inval van Suriname. De generaals brachten naar voren dat een van de veiligheids- en strategische doctrines van Brazilië is zich te onthouden van aanvallen op buurlanden. 

De Braziliaanse legertop bedacht een beter plan dat erop neer kwam dat Bouterse ingepalmd moest worden (deelgenoot te maken), dan zou het Cubaans probleem zichzelf oplossen. Reagan ging akkoord. Daarna bracht generaal Danilo Venturini een onaangekondigd tweedaags bliksembezoek aan Paramaribo van 15 tot 17 april 1983. Hij bracht de urgente boodschap van Reagan over dat Amerika geen Cubaanse invloed in Suriname duldde. Daarop vertelde bevelhebber Bouterse in een gesprek op 16 april met Venturine dat ‘hij en naar zijn gevoel ook het Surinaamse volk, niets moesten hebben van Cuba en de Cubanen’, aldus het rapport.

De Brazilianen hadden geen moeite met een Surinaams-Cubaanse relatie en ook niet met Bouterse. De Braziliaanse legerleiding had al ruim vóór Venturini’s bezoek gekozen voor Bouterse als dé man rond wie de Braziliaanse politieke invloed in Suriname georganiseerd moest worden. De legerleider werd aldus door Venturini ondervraagd en beoordeeld op geschiktheid voor de (geopolitieke) rol die voor hem bedacht was. Figueiredo en Venturini maakten zich totaal geen zorgen over de rechtsstaat in Suriname, of over het sociaaleconomische en politieke klimaat waarin de rechten van de mens moesten gedijen. In hun ogen, waren de Decembermoorden een interne aangelegenheid van Suriname.

Venturini’s missie was zo geslaagd dat Bouterse en zijn vertrouwelingen plotseling een overdreven bewondering voor de Brazilianen hadden. De Amerikaanse ambassadeur in Paramaribo, Robert Duemling, moest met lede ogen toezien hoe Brazilië invloed in Suriname verwierf. De ‘Operatie Guiminish’-vertrouwelingen van Reagan in het Witte Huis waren van slag toen ze hoorden ‘dat Venturini in zijn toast tijdens het laatste diner, en tijdens andere interacties met Bouterse, een beroep deed op continentale solidariteit. De slogan Zuid-Amerika voor de Zuid-Amerikanen, streek tegen het Noord-Amerikaanse sentiment in’. De rol van ‘Operatie Guiminish’ was uitgespeeld: de Brazilianen hadden de politieke regie van de Amerikanen ‘veroverd’ en voor Figueiredo was de uitzetting van Cubanen uit Suriname formaliteit.

De rol van Nederland
Nederland was niet direct betrokken bij de ‘Operatie Guiminish’. Brazilië en Amerika veronderstelden wel dat Nederland met geld over de brug zou komen als de Cubanen verdreven waren. Dat was een misschatting want Den Haag had geen probleem met de Cubanen in Suriname, maar met Bouterse! Na de Decembermoorden draaide Nederland de ontwikkelingshulpkraan dicht en beijverde het zich voor herstel van democratie en rechtsstaat in Suriname en de vervolging van Bouterse wegens het plegen van meerdere moorden.
Toch zorgde het Braziliaanse ministerie van Buitenlandse Zaken voor diplomatieke ruis over de genoemde rol van Nederland.

Dit noodzaakte premier Ruud Lubbers in juni 1983 naar Brasilia afreisden, nauwelijks drie dagen na het eerste bezoek van premier Errol Alibux en Iwan Graanoogst aan de zuiderbuur. Lubbers verzekerde Brazilië dat hij op welke wijze dan ook, geen contra-Bouterse acties aan Surinames grenzen zou steunen. Als tegenprestatie vroeg hij Figueiredo geen zware wapens te leveren aan het Surinaamse leger. ‘Een verzoek dat, naar alle waarschijnlijkheid, is ingewilligd’, aldus Naarendorp en Levens want Brazilië produceerde toen alleen lichte wapens.

Hun rapport eindigt met een alinea over 29 november 1986, de slachting te Moiwana. Reagan schrijft op 11 december 1986 in zijn dagboek over Nederlandse plannen voor een invasie in Suriname. Premier Lubbers vroeg Amerika om 700 mariniers te vervoeren. Daarop besloot Reagan een militaire missie naar Den Haag te sturen. In Reagans dagboek staat op donderdag 1 januari 1987 het vervolg: “Holland heeft haar aanval op Suriname afgelast.”

Naarendorp en Levens vermoeden dat Reagan het Nederlandse invasieplan niet steunde, uit vrees dat zijn ‘Operatie Guiminish’ aan het licht zou komen. Hij wist dat Bouterse met succes omgekocht was geworden door de Brazilianen. ‘Dus kon het best zijn dat president Reagan niet aan de arrestatie van Bouterse wilde meewerken om te vermijden dat de corrupte VS-Bouterse relatie, met presidentiële goedkeuring in elkaar gezet, aan het licht zou komen’, aldus het rapport.

roy.khemradj@gmail.com

‘Operatie Guiminish’ is met instemming van de auteurs als bijlage bij dit artikel te downloaden.
pdf-icon.gif Operatie_Guiminish_FNaarendorp-DLevens_Okt_2022.pdf                
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April