De politie kreeg de informatie dat er aan de Citruslaan drugs werden verkocht en deed het adres aan. Claido V. rende weg bij het zien van de politie. Hij gooide enkele zakjes met drugs daarin op een ander perceel. De veroordeelde had verklaard dat de drugs aan de tuinman behoorden. De tuinman zei dat hij niets van de drugs afwist en dat die wel aan de veroordeelde toebehoorden. Claido V. had verklaard dat hij gebruiker van de drugs was en deze niet verhandelde. 

Ook Simone P. zou een zak met drugs op het erf van de buurvrouw gegooid hebben. Dit werd beaamd door de buurvrouw. Bij haar aan de tafel werden drugs en fijn wegers aangetroffen. Ze verklaarde niets van de drugs af te weten. Uit het buurtonderzoek bleek dat schoolkinderen in uniform gekleed drugs kochten op het adres. Hoewel de kantonrechter het vermoeden had dat er drugs verhandeld werden op het adres, was er geen wettig en overtuigend bewijs hiervoor. Het koppel is gevonnist voor drugsbezit.