Een groep anti-regeringsdemonstranten blokkeerde een brug in Vinto, een klein stadje in de provincie Cochabamba in centraal Bolivia, als onderdeel van hun voortdurende demonstraties na de presidentsverkiezingen op 20 oktober. Er waren geruchten verspreid dat twee tegenstanders van de oppositie in de buurt waren gedood in botsingen met aanhangers van de zittende president, Evo Morales. Die geruchten hebben een boze groep ertoe aangezet naar het stadhuis te marcheren.

De demonstranten beschuldigden burgemeester Arce van het opzetten van aanhangers van de president om een ​​blokkade die ze hadden opgezet, te doorbreken. Ze gaven haar de schuld voor de gerapporteerde doden, waarvan er later één werd bevestigd.

Te midden van geschreeuw van 'moordenares, moordenares' sleepten gemaskerde mannen haar op blote voeten door de straten naar de brug. Daar lieten ze haar knielen, knipten haar haar en dompelden haar in rode verf. Ze dwongen haar ook om een ​​ ontslagbrief te ondertekenen.

Het eindresultaat gaf Morales iets meer dan de voorsprong van 10 procentpunten die hij nodig had om direct te winnen in de eerste ronde van de presidentsverkiezingen. Verkiezingswaarnemers van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) uitten hun bezorgdheid en een audit door het orgaan is momenteel aan de gang. Mesa heeft de controle echter verworpen met het argument dat deze zonder zijn of zijn partij is overeengekomen.

Morales heeft Mesa ervan beschuldigd een staatsgreep in scène te zetten. Aanhangers van beide partijen hebben zich in La Paz en andere steden tegenover elkaar geplaatst.