Dichter in de jungle                                 
29 Sep 2019, 08:36
foto
John Gabriel Stedman spreekt zijn waardering uit naar zijn dappere tegenstanders.


Mijn eerste kennismaking met het werk van Stedman was eind jaren zestig in de bibliotheek van de Rijksuniversiteit Leiden aan het Rapenburg. Tijdens een koffiepauze vroeg de bibliothecaris, aan wie ik net verteld had dat ik uit Suriname afkomstig was, of ik het boek van Stedman: ‘Reize naar Suriname’ kende. De bibliothecaris zei zelf danig onder de indruk te zijn van het boek en beval mij de lezing ervan warm aan. Als lesi bakru was mijn nieuwsgierigheid zodanig geprikkeld dat ik de voorbereiding van een tentamen dat ik enkele dagen later zou moeten afleggen staakte, en begon aan het boek. Het resultaat was dat ik reeds na enkele bladzijden gelezen te hebben besloot het afleggen van mijn tentamen uit te stellen. 

Het is daarom begrijpelijk dat mijn belangstelling geprikkeld werd toen ik het boek ‘Dichter in de jungle’ in de boekhandel zag liggen. Het gaat om een biografie over het leven van Stedman dat op boeiende wijze is beschreven en voorzien van een indrukwekkend notenapparaat, waarmee het boek een wetenschappelijk karakter krijgt. Het onderhavige artikel is niet primair bedoeld als recensie. Ik wil het boek wel aan eenieder die geïnteresseerd is in de Surinaamse geschiedenis van harte aanbevelen. Behalve van de biografie heb ik voor dit artikel ook gebruikgemaakt van het werk van Stedman zelf. 

Op 2 februari 1773 arriveerde het Nederlandse fregat Hillegonde Jacoba aan de monding van de Surinamerivier met Nederlandse troepen aan boord. Een van hen was de 28-jarige kapitein John Gabriel Stedman. Hij was lid van de Schotse brigade in Nederlandse dienst. De toenmalige Nederlandse autoriteiten hadden een leger onder leiding van de Zwitserse kolonel Fourgeod bestaande uit ongeveer achthonderd man geformeerd om te strijden tegen de weggelopen slaven in Suriname, bekend onder de naam marrons. 

In de Surinaamse geschiedenisboeken wordt nergens met zoveel woorden gezegd dat aan het einde van de achttiende eeuw voor de volksplanting Suriname het gevaar bestond dat de marrons de leiding van het land zouden overnemen. De meest gevreesde leider van de vrijheidsstrijders was Boni die zich verschanst had in zijn als onneembaar beschouwde fort Boucou, gevestigd in een groot moeras. (Uiteindelijk werd het fort toch ingenomen omdat het pad dat onder het water lag bij toeval ontdekt werd). Er vluchtten steeds meer slaven de bossen in en voegden zich bij de groter wordende groep van marrons, die bij de komst van Stedman uit ongeveer 3000 personen bestond.  Laatstgenoemden vielen ook regelmatig de plantages aan zowel om voedsel te bemachtigen als om vooral vrouwen te rekruteren voor hun nederzettingen. Daarbij werden de plantage-eigenaren en hun familieleden en blank personeel meestal om het leven gebracht. De aanwezige Nederlandse (Sociëteits) troepen leken geen partij te zijn voor de ‘rebellen’. Slechts met behulp van de redi musu’s, verenigd in het Korps Zwarte Jagers, kon weerstand geboden worden aan de marrons. Bij monde van de toenmalige Gouverneur Nepveu (1768-1779) werd aan de Sociëteit van Suriname, die toen eigenaar van Suriname was, gevraagd om troepen naar Suriname te sturen. Deze geleidde het verzoek door naar de Staten-Generaal. Deze gaven uiteindelijk groenlicht voor de geldverslindende operatie. 

Toen Stedman voet aan wal zette was de kolonie in een ontredderde staat. Zijn verdienste ligt vooral hierin dat hij in zijn werk de wreedheden van de slaveneigenaren aan de kaak stelde. Naar zijn mening stonden de Nederlanders bekend als de meest wrede slavenmeesters. Bij geringe vergrijpen werden straffen opgelegd variërende van honderden zweepslagen tot de zgn. Spaanse bok en bij ergere vergrijpen radbraken en vierendelen. 
Stedman was behalve schrijver en dichter ook een goede tekenaar en (amateur) botanicus. Hij heeft zijn werk geïllustreerd met prachtige prenten en gravures die ook in vele andere bronnen zijn opgenomen. Hoewel Stedman geen echte abolitionist (voorstander van de afschaffing van de slavernij) was, was hij wel voorstander van een humane behandeling van de slaven.

Zijn romance met de slavin Joanna die zelf van gemengde bloede was, behoort tot één van de meest aangrijpende delen van zijn werk en heeft internationale bekendheid gekregen. Er zijn zelfs diverse toneelstukken geschreven naar aanleiding van de liefdesrelatie tussen John en Joanna. Deze relatie werd bestendigd met een zgn. Surinaams huwelijk. Maar het is Stedman nooit gelukt Joanna vrij te kopen. Hij moest haar dus na zijn vertrek uit Suriname met een gebroken hart achterlaten. Uit hun relatie werd een zoon geboren, ook John geheten, die wel vrijgekocht werd en ook later opgevoed zou worden in het gezin van Stedman in Engeland. Helaas verdronk John junior, die als cadet diende bij de Engelse marine, tijdens een missie in Jamaica. 

Wat mij het meest getroffen heeft bij het werk van Stedman is de objectieve wijze waarop hij de strijd met de marrons beschrijft. In feite komt het erop neer dat hij het betreurt dat hij tegen hen moet vechten, omdat hij alle begrip heeft voor hun strijd. Ieder mens die zo slecht behandeld wordt, zou naar zijn mening dezelfde keus voor zijn vrijheid gemaakt hebben. Hij verhaalt ook met bewondering over de moed en strijdtechnieken van de marrons. De Europese troepen slaagden er wel in de marrons terug te dringen, maar tot een definitieve overwinning op hen is het nooit gekomen. De buitenlandse troepen werden niet alleen gedecimeerd door gevechten tegen de marrons, maar nog meer door de tropische ziekten zoals malaria en gele koorts. Stedman is van mening dat zonder de redi musu’s de Europeanen geen partij zouden zijn voor de marrons. Aan het einde van de expeditie in 1777 waren er van de meer dan duizend Europese manschappen nog minder dan tweehonderd in leven. Dit betekent dat honderden buitenlandse soldaten hun leven gelaten hebben in de Surinaamse moerassen. De strijd werd voornamelijk gevoerd in het Commewijne- en Cotticagebied. 
  
Hoewel Stedman als soldaat zijn werk op correcte wijze moest vervullen en ook vele marrons heeft uitgeschakeld, spreekt hij toch zijn waardering uit voor zijn dappere tegenstanders met de woorden die onder de bovenstaande prent zijn geplaatst en ontleend zijn aan de bekende Engelse dichter, Alexander Pope (1688 – 1744): 
From different Parents, different Climes we came
At different Periods; Fate still rules the same.
Unhappy youth while bleeding on the ground
‘T was yours to fall but Mine to feel the wound.

Carlo Jadnanansing

Titel : Dichter in de jungle, John Gabriel Stedman 1774 – 1797
Auteur : Roelof van Gelder
Uitgever : Atlas Contact, Amsterdam Antwerpen 
ISBN : 978 90 450 3272 6 

Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April