Bousaid bezorgd over snelle groei Staatsschuld
25 Jan 2019, 03:45
foto
Jim Bousaid heeft woensdagavond in hotel Torarica de op de nieuwjaarsreceptie van de VES een inleiding gehouden. (Foto: René Gompers)


"Ik heb vaak genoeg mijn zorgen geuit over de snelle groei van de staatsschuld, die intussen een zorgwekkend niveau bereikt heeft, terwijl een verdere toename wordt verwacht. Opvallend is dat bepaalde politici zich hierover minder zorgen maken. Zij wijzen daarbij op de bedrijvigheid die de besteding van de opgenomen leningen mogelijk maakt en op de concessionele voorwaarden waaronder de meeste leningen werden verkregen. De discussie wordt overigens te vaak vertroebeld door het naar voren brengen van allerlei oneigenlijke en onzakelijke argumenten." Dit vindt Jim Bousaid, oud-Hakrinbankdirecteur en econoom. Hij heeft woensdag de inleiding gehouden op de nieuwjaarsreceptie van de Vereniging van Economisten in Suriname (VES).

"Vanuit mijn optiek bezien is het, op grond van mijn rijpe ervaring opgedaan in het academisch onderwijs en in de bancaire sector, voor de hand liggend dat ik bezorgd ben over de verdubbeling van de schuld sinds 2014. Berekeningen indiceren dat de schuld is opgelopen tot bijna 80% in 2017, terwijl de feitelijke schuld wellicht al hoger is," stelt Bousaid. De geconstateerde daling in 2018 werd veroorzaakt doordat van Staatsolie verkregen gelden deels werden gebruikt voor schuldaflossing. Na deze incidentele daling zal de schuld naar verwachting weer oplopen, gelet op de aanhoudende tekorten op de overheidsbegroting. De schuld vloeit deels voort uit de financiering van infrastructurele projecten. Bousaid vraagt zich af of dergelijke projecten, zoals de voorgenomen renovatie en uitbreiding van de luchthaven te Zanderij, voldoende inkomsten en deviezen voor de Staat zullen genereren om aan de leningsverplichtingen te voldoen.

Zorg
De zorg over de schuldenproblematiek wordt ook gevoed door aanpassingen van de Wet op de Staatsschuld, die de oorspronkelijk bedoelde disciplinerende werking en de signaalfunctie van deze wet goeddeels uitholden: definities werden aangepast, en bepaalde componenten van de schuld werden niet langer meegerekend. Als klap op de vuurpijl werd de wet in 2017 zodanig gewijzigd dat het schuldplafond onder bepaalde voorwaarden kan worden overschreden met toestemming van De Nationale Assemblee. Hierdoor werd een uiterst risicovolle situatie gecreëerd, dankzij de steun van de meerderheid in de Assemblee, stelt de inleider.

Het obligoplafond van 60% van het Bruto Binnenland Product (BBP) werd aanvankelijk ingesteld voor geavanceerde landen en naderhand overgenomen door de Caricom, inclusief Suriname. Dit vindt Bousaid niet wijs om deze norm ook te hanteren voor voor Caricom omdat de lidlanden doorgaans niet beschikken over een omvangrijk en gediversifieerd productieapparaat en omdat het aandeel van de import in hun binnenlandse bestedingen relatief hoog is. Dergelijke landen zijn minder schokbestendig en doen er daarom goed aan bij hun beleidsvoering uit te gaan van een norm van hooguit 40% van het BBP. Veelzeggend is dat de actuele schuldquote van deze landen gemiddeld circa 40% beloopt. Hier loopt Suriname met een schuldquote van bijna 90% van het BBP dus erg uit de pas, stelt de econoom.

Over de samenstelling van de staatsschuld zegt Bousaid dat de buitenlandse 2,2 keer groter is dan de binnenlandse, wat ongunstig en riskant is, gelet op de beperkte schokbestendigheid van Suriname en de track-record van periodieke devaluaties. Ook is onze sovereign rating van B-riskant laag. Dit is de allerlaagste non-investment grade en bemoeilijkt de toegang tot de internationale kapitaalmarkt.

Risico's
De hoge schuld en haar samenstelling bergen meer dan normale risico’s in zich. Illustratief is dat een berekening van het IMF dat indiceert dat een depreciatie van de SRD van 33% tot SRD 10 de 'Debt to GDP ratio' zal doen stijgen van bijna 90% tot circa 145% van het BBP. Een dergelijke depreciatie is gezien de fundamentele onevenwichtigheden in de economie en het trage tempo van hervorming van de economie niet ondenkbeeldig. Het IMF spreekt zelf van een hoge waarschijnlijkheid. Na een gedegen analyse van de schuldpositie van Suriname concludeert het IMF op pagina 39 van het Article IV Staff report over Suriname, dat Most indicators of the debt profile vulnerabilities of Suriname exceed their upper early warning thresholds.

Hier komt bij dat het aandeel van de bancaire sector in de binnenlandse schuld relatief hoog is, legt Bousaid uit. Voor de Centrale Bank beliep het aandeel 45% en voor de overige banken 39% per eind 2017. Laatstgenoemd aandeel steeg verder tot SRD 2,52 miljard ofwel 45% per ultimo november 2018. Hierdoor ontstond een ongewenste vervlechting tussen de Staat en de bancaire sector wat een hoog contaminatierisico inhoudt. "Als de Staat in default geraakt kan het bankwezen dus meegezogen worden in de crisis. Transparantie over deze schuldverhoudingen en extra prudentieel toezicht door de Centrale Bank is dan ook noodzakelijk."

Stijging rente
"Sinds kort worden wij geconfronteerd met stijgende rentes op de buitenlandse staatsschuld. Deze stijging zal naar verwachting doorgaan. Aangezien circa 30% van de buitenlandse leningen tegen een flexibele rente werd aangegaan, moet ook uit deze hoofde rekening worden gehouden met hogere lasten voor de Staat. Mede om deze reden pleit ik voor publicatie van een realistische cashflow projectie in vreemde valuta om beter inzicht te krijgen van de werkelijke schuldverplichtingen van de Staat in relatie tot haar aflossingscapaciteit. Ik schat in dat reeds nu zal blijken dat de staatsschuld niet goed aflosbaar is. Dit brengt het risico met zich mee dat het schuldenvraagstuk naar de toekomst toe nijpend wordt."

Bousaid pleit nadrukkelijk voor ombuiging van de oplopende schuldtrend. Met dit doel moet een beleid worden geformuleerd waarbij financieringstekorten van de Staat binnen een periode van bijvoorbeeld drie jaren worden omgebogen in overschotten door uitvoering van realistische budgettaire acties. "Hier rust een zware verantwoordelijkheid op de schouders van zowel de regering als De Nationale Assemblee, een verantwoordelijkheid die het college de afgelopen jaren onvoldoende heeft gedragen."
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April