Verdachte gevonnist voor zes strafbare feiten

Harvey M. zou zijn oom en zijn neef diverse malen met de dood hebben bedreigd. Hij zou onder andere gezegd hebben, dat hij het hele gezin van zijn oom zou vermoorden, vergif zou zetten in de watertank van de familie en hun woning in de fik zou steken. Nadat de verdachte deze uitlatingen meerdere malen deed, besloot de oom, de getuige, aangifte bij de politie te doen. De man heeft drie bedreigingen, overtreding van de vuurwapenwet en Wet op verdovende Middelen, op zijn naam staan.

Op de rechtszitting van donderdag heeft kantonrechter Marie Mettendaf de verdachte veroordeeld tot een celstraf van achttien maanden waarvan zes voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, een geldboete van SRD 150 of een hechtenis van twee weken met een proeftijd van drie jaar.
De kantonrechter voerde aan dat de zes feiten wettig en overtuigend bewezen waren. Getuigen hebben verklaard hoe de man zijn familieleden bedreigde. Daarnaast werd een illegaal jachtgeweer met patronen en hennep bij hem aangetroffen. Hij verklaarde dat de drugs voor eigen gebruik was en dat hij niet wist dat hij een vergunning nodig had voor het jachtgeweer, aangezien hij buiten de stad ermee vertoefde.

Officier van justitie, Claudia Bruining, eiste een celstraf van achttien maanden waarvan vier voorwaardelijk onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, een geldboete van SRD 500 of een hechtenis van twee weken met een proeftijd van drie jaar. Advocaat Shefania Amirkhan die Harvey M. juridisch bijstond, voerde aan dat de drugs voor eigen gebruik was. Volgens de advocaat heeft de man steeds aangekaart dat hij zijn familie niet bedreigd had. Ze merkte op dat de verdachte een goede proceshouding heeft gehad en meegewerkt heeft aan het proces.

In zijn laatste woord viel de verdachte door de mand. Hij verklaarde dat hij wel bedreigd had, maar dat hij niet alle bedreigingen geuit had. Ook meende hij niet alles. Mettendaf herinnerde de verdachte dat hij steeds ontkent had over de bedreigingen, maar dat hij in zijn laatste woord toch grotendeels bekend heeft. Ze merkte op dat sommige uitspraken niet geuit kunnen worden, ook al zou hij die niet gemeend hebben.

Eerder had de oom verklaard dat de verdachte vaker problemen had met zijn moeder, de zus van de getuige. Hij besloot toen zijn neefje in zijn huis te nemen. Toen begonnen de problemen. Harvey stal spullen en de benadeelden kwamen verhaal halen bij de getuige. Op een gegeven moment schakelde hij de politie in en Harvey M. werd opgesloten. Toen hij weer op vrije voeten kwam, vond hij dat zijn oom een sta-in-de-weg voor hem was en dat hij zijn strafbare feiten niet kon plegen. Zo begon hij de oom en zijn gezin te bedreigen met zijn wapen. Dit deed hij vaker.

Volgens de getuige had de verdachte ook dezelfde uitlatingen gedaan bij een broertje van hem. Hij zou gezegd hebben dat hij de getuige zou vermoorden. Ook de zoon van de getuige werd gehoord. Hij bevestigde hetgeen zijn vader verklaard had. Ook hij zei dat ze steeds door de verdachte bedreigd werden en dat ze als gezin besloten om het criminele gedrag van de verdachte niet meer te tolereren. De vader deed toen aangifte bij de politie.

Wanita Ramnath