Column: Politieke Borrelpraat 371
03 Sep 2017, 22:30
foto


“Jongens, breaking news: Gregorius Primatus von Grun Dyari gaat niet meer mee met ’s Lands Babbeldelegatie naar Rood China.”
“Wat sneu! En hij had zich zo mooi in allerlei bochten gewrongen om uit te leggen waarom hij zich geroepen voelde om mee te gaan.”
“Gratis tickets, oké, maar komen de daggelden ook uit Pekings begrotingspost of uit ons eeuwig failliete overheidspotje?”
“In Sport, Jeugd, Onderwijs en Cultuur kon wel rigoureus gesneden worden om het tekort op de begroting binnen wettelijke perken te houden, maar waar gesneden moest worden, werd nauwelijks gesnoeid.”
“Maar gewoon schitterend vind ik de wijze hoe dat DNA-schatje motiveert hoe zij op staatskosten naar het land harer voorouders gaat voor het bijwonen van een milieuconferentie waar ze duidelijk heel veel over weet.”
“En wattebout de tegenwerping dat haar partijvoorzitter, Paul de Landrover, gezien de crisis had gezegd, een jaar lang niet mee te doen aan DNA-dienstreizen?”
“Wel, dat was op 1 september 2016 en dat embargo is per 1 september 2017 voorbij, dus op 2 september kon het schatje gaan. Yeah, Bali, Lombok, Atjeh en Surabaya, hier komt Karta, die zo blonk als DeeCee en donaties nam van kermis-organisatoren om in de partijkas te storten, totdat eentje haar streken beu was en naar de rechter stapte.”
“Oh, dus deze jatte geen juwelen in den vreemde om ons wereldwijd te schande te zetten en belachelijk te maken.”
“En kijk hoe onze glad pratende wondernemer in het onderhandelingsteam met de Suralco die povere deal goedpraat. We gaan weer honderd jaar bauxiet mijnen in West-Suriname, na de zoveelste miljoenen kostende feasibility studie. Maar over die strategische haven te Paranam en de stuwdam, nee, daar hebben we niet over onderhandeld, maar die slimmerik noemt ons wel de voordelen die de enorme aardgasreserve die Guyana ons kan leveren voor de opwekking van energie voor de West-Suriname bauxietoperaties. Alleen praat hij wijselijk niet over het enorme prijskaartje dat daaraan verbonden zal zijn, onze filantropische buren kennende.
“Slimme jongen; die manoeuvreert zich alvast in de positie van tussenpersoon bij een eventuele aardgasdeal met Guyana. Wat mooi hè, dan hoeven we geen maagdelijk regenwoud meer onder water te zetten voor dure stuwdammen.”
“Ja, heel mooi. En ook dat ons zeebekken samen met Guyana het tweede grootste niet-geëxploiteerde aardgas- en aardolievoorkomen ter wereld lijkt te worden. Oh, wat zalig om bij weg te dromen.”
“Daar gaan wij echt niet maximaal van profiteren, maak je maar niet blij met een dode mus.”
“Hoezo? Het is toch ónze aardolie als die naar boven zal worden gepompt?”
“Ja, maar het zijn wel hún investeringen die ze met rente terug moeten verdienen voor hun machtige aandeelhouders.”
“En al die grote olieboys hebben onder allerlei mooie bedrijfsnamen concessies verworven aan beide zijden van onze westelijke zeegrens, kromgetrokken naar ons toe dankzij de passer en gradenboog van jouw El Vene met z’n ook glad pratende adviseur ALimpo.”
”Ach, dat was, net als met de Suralco, weer eens ons kleinburgerlijk eigenbelang ten koste van ons algemeen belang, mijn vriend.”
“Daarom moeten pientere jongens als Dannie Lach bij de onderhandelingen aan de kantlijn gehouden worden ten koste van die eigenbelangjongens.”
“Ze je waarom wij al tientallen jaren bekend staan als het land der gemiste kansen? Zie het boos wegtrekken van BHP-Billiton enkele jaren terug, terwijl de deal rond West-Suriname in feite alleen nog maar getekend moest worden.”
“Maar een buitenlands reisje, deels of geheel op staatskosten, missen we echt niet; daar kennen we opeens geen schijngevecht meer tussen coalitie en oppositie, daar is het: jongens, let’s go eat the Tjapsoi nanga Zule Pekingeend met lode wijn doolgespoeld.”
“Onze moraalridder is weer aan het woord, jongens, dankzij de alcohol komt zijn domineesgeest in hem naar boven borrelen.”
“Maar ik zeg: Liever vinden ze geen enorme reserves aan olie en gas hier voor de kust, want net als die bauxiet en dat goud gaan we er nauwelijks van profiteren.”
“Wie dan wel?”
“Ach man, doe toch niet zo naïef: de multinationals als eerst en het meest, dan wat toeleveringsbedrijven, contractors en consultancy’s, en tenslotte wat corrupte politici en hun kleine kring van loyalisten en helemaal op het laatst wat arbeiders en onze eeuwig failliete overheid.”
“Meester, hoe komt u aan deze doemdenkerij?”
“De praktijk, mi boi, zie Nigeria, het rijkste olieland van Afrika. Een steengoed kritisch artikel over dat land had als titel: Arm door olie.”
“Dus u stelt daar in navolging van: wij, arm door bauxiet, arm door aardolie en straks: arm door goud.”
“Zie de praktijk: wat voor werkelijke rijkdom bracht 100 jaar bauxietindustrie ons?”
“Maar hoe is Noorwegen dan rijk geworden dankzij z’n olie?”
“Omdat daar weldenkende mensen aan het roer waren en zijn, met een gerespecteerd koningshuis aan top in plaats van allerlei criminelen en dieftige politici en corrupte ambtenaren. Het overgrote deel van de olie-inkomsten hebben zij in waardevaste fondsen belegd en nu genieten ze van de rente daarvan.”
“En wij hebben al onze fondsen, zoals het pensioenfonds van de overheid en het fonds Meeropbrengsten Natuurlijke Hulpbronnen voortijdig leeggeplunderd. Nu zouden we onze hele begroting kunnen dekken uit de rente van alleen al die twee fondsen. Maar nee, kon njam’a moni, laten we niets voor de volgenden achterlaten. Vreet na pot.”
“Daarom, mi lobi na gedicht fu mi vriendin Brigitte B. Kijken of ik me het nog kan herinneren:

RIJK MAAR TOCH ARM
Is dit mijn land
Waaraan ik mijn hart heb verpand?
Dit land met vele gezichten en kleuren
Dat bruist van zovele keukengeuren?
Is dit mijn land?

Veel rijkdom heb je in je bodem
Vele vissen in jouw wateren
Vele bomen, planten en dieren in jouw tuin
Toch blijf je arm, mijn land.

Wie kan jou besturen zonder hebzucht?
Zonder corruptie, zonder partijdigheid?
Wie aast niet op jouw rijkdom
En kan zijn gierigheid bedwingen?
Is er een, die jou kan besturen?

Brigitte B.


“Eeej, mang, a poewema tranga. Vooral het einde: Is er iemand die jou eerlijk en oprecht, in landsbelang en niet in eigen of groepjesbelang kan regeren?”
“Nou, Daarom duurde het misschien eventjes 15 jaar voordat een van alle kanten beveiligde en dichtgespijkerde anti-corruptiewet goedgekeurd kon worden, terwijl dat met andere wetten enkele weken duurde.”
“Zeur niet, ik weet waarop je doelt, op die amnestiewet, maar jouw Frontclub heeft ook ettelijke wetten die een gevaar vormden voor hun politieke belangen, zoals die investeringswet en het Constitutioneel Hof, en deze anti-corruptiewet die nu eindelijk met algemene 40 stemmen is goedgekeurd ook jarenlang getraineerd.”
“Gek, hè, dat ze zelden tot nooit die 51 stemmen halen; bijna altijd is er minstens een tiental van die babbelaars afwezig.”
“Maar jullie hebben alleen maar negatieve zaken aangehaald; zijn er geen positieve dingen?”
“Jawel, een van onze baanwielrenners haalt goud op de Caribische spelen, die jongeman opereert vanuit Miami en haalt al jaren steeds goede prestaties, maar kijk de povere media-aandacht daarvoor, terwijl een ambtelijke juwelendievegge dagenlang ons mediagebeuren beheerst en door duizenden via de social media wordt gedeeld.”
“En ik vind het positief, dat we nu meer gaan moeten betalen voor onze eigen voorzieningen: paspoort omhoog, dat stomme uittreksel van 1 tot 5 srd omhoog…”
“En de melkprijs is fors verhoogd.”
“Dat is gewoon een correctie naar aanleiding van de gestegen koers sinds vorig jaar.”
“Ooow, maar nu klinkt het luid gehuil vanuit bepaalde hoeken: hoe gaat die arme alleenstaande vrouw met zestien kinderen, onder wie drie tweelingen en twee drielingen doen om voor al haar kinderen uittreksel te gaan halen? En de melkprijs moet weer omlaag.”
“Dienen deze schreeuwers dan het belang van de melkpoederimporteurs of van onze keihard werkende producenten van verse koemelk?”
“Tja, kijk hoe we als vakbeweging voor jullie armen en oudjes opkomen, kijk hoe we voor jullie vechten om alles goedkoop te houden, in plaats dat we jullie leren en ondersteunen om zelf wat te produceren en met je weinige geld uit te komen.”
“Zeer positief vind ik weer eens de schitterende prestaties van onze jongeren op het gebied van het programmeren.”
“O ja, dat Hakkaton of Hekkaton of Hokkaton of fa san ning, waar Telesur hen in groepjes apps en zo laat maken. Elk jaar weer blijkt hun talent weer met hun nieuwe apps.”
“Inderdaad; zij hebben geen apenkuren, maar eppekuren en weten die te sturen, na veel turen, dat kost wel uren om te duren, maar we moeten ze meer aanvuren.”
“En zie hoe ons kwakkelend en ouderwets onderwijs daar mooi niet op inspeelt; gewoon uit zuinigheid investeert die overheid eerder in dieftige ambtenaren dan in talentvolle jongeren.”
“Klets niet, mang. Is wij stemmen toch elke keer weer juichend en met vlaggen wapperend als kippen zonder kop op deze mensen? Zoek de schuld waar de schuld is.”
“Hetzelfde kan gezegd worden over die jongeren van die natuurkunde Olympiade; je kan zeggen wat je wilt over het Lyco van Soema-meer, maar niet voor niets wil een ieder zijn kind daar op school zetten: propvolle klassen van 25 leerlingen.”
“Terwijl de AMS op nauwelijks een steenworp afstand dit jaar met moeite maar vier eerste klassen vult. Terwijl zo een 15 jaar terug mensen op het schoolterrein sliepen om hun kind daar te krijgen.”
“Hoe heeft die zo geroemde eerlijke verdeling van leerlingen door het ministerie dan gewerkt? Of is het de computer die de ene middelbare school teveel en de andere te weinig leerlingen heeft toegewezen?”
“En intussen volgt de ene beroving na de andere: Stichtingen die goed doen voor de jeugd, kleine bedrijven, leerkrachten een dagje buiten de stad, allemaal krijgen een beurt en zelden worden aanhoudingen verricht. Het lijkt alsof…”
“Stil mang! En aan de andere kant: een kwakkelend ministerloos ministerie van Juspol.”
“Daarom: een toast van hoop op een nieuwe Juspolminister, een nieuw hoofdgebouw van het ministerie en een nieuw hoofdbureau van politie.”
“Hopelijk geen whishfull toast. Maar goed: een proost als troost voor ons kroost.”

Rappa
Advertenties