Jaloezie en hebzucht leiden tot de dood
26 Feb 2017, 04:42
foto


In Suriname lijkt het erop, dat jaloezie en hebzucht zeer belangrijke plaats innemen bij veel burgers. Velen zijn jaloers op wat anderen bereikt hebben of bezitten door hard werken. Men gunt de ander niet, dat hij of zij persoonlijke successen bereikt. In veel gevallen merk ik op, dat men met verzinsels tracht de succesvolle personen onderuit te halen of men wil coûte que coûte hetzelfde doen of bereiken wat de andere heeft bereikt.

Men vergeet daarbij dat het niet iedereen gegund is om bijvoorbeeld probleemloos over de Marowijnerivier te zwemmen. Als je ademhalingsprobleem hebt of als je aan epilepsie lijdt, is het risico groot dat je niet eens op kwart van het traject, levenloos de bodem van de rivier bereikt. Hiermee bedoel ik te zeggen, dat je datgene uitprobeert op basis van je gezondheidstoestand, maar ook op basis van je kwaliteiten.

Vaak zie ik in alle lagen van de maatschappij een steeds groter wordende hebzucht naar macht, materiële en financieel bezit etc. Dit alles met volledige negatie van anderen in de maatschappij. Enkele mensen willen steeds meer en meer bezittingen hebben. Dit, ook ten koste van grote delen van de bevolking. Vaak staan deze mensen er niet bij stil, dat jaloezie en hebzucht uiteindelijk tot de dood kan leiden en dat je niets meeneemt. Ik heb in de vijfde klas eens een gedicht uit het leesboek Wij en de wereld geleerd, dat ik vooral met de jongeren wil delen. Dit gedicht geeft heel duidelijk aan dat het fataal kan aflopen als je wilt doen wat de ander doet, zonder rekening te houden met je gesteldheid in diverse opzichten. Voorts heeft in dit gedicht als moraal gegolden,dat hebzucht/gierigheid niet goed is en derhalve afgestraft is geworden.

De slimme schildpad
De schildpad klom eens op zijn trap
en viel toen,plof,omlaag.
Het hert riep: “Schildpad, dat is knap!
Dat kunstje leerde ik graag.”
“Aha, klim op, vriend hert, klim op !”
Hert klom tot aan de top.
“Aha, laat los, vriend hert, laat los !”
Het hert viel dood in ’t bos.

De schilpad droeg geen mes op zij
Daar kwam Ba Tigri aan:
“ Ik heb een zeer goed mes bij mij,
‘k zal ’t hert wel snijden gaan !”
“Aha, ’t is goed, Ba Ti, ’t is goed,
dat jij dit voor mij doet.”
“Aha, vriend Schild, ik ben zo vrijdag
en neem ook wat voor mij!”

Ba Tigri nam van ’t hert een poot.
“Eerst ik, vriend Schild, dan jij !”
Hij sneed de stukken mals en groot.
“Vriend Schild, ook dit voor mij !”
“Aha, ’t is goed, Ba T, welnu,
die stukken zijn voor u.”
Aha,Schild kreeg de vuile rest.
“Nu ja, dat smaakt nog best !”

De schilpad wies de resten schoon
en deed er peper bij.
Ba Tigri zei toen doodgewoon:
“Ook dit is nog voor mij !”
“Aha, ’t is uit,” riep Schild,” ’t is uit !
Ik mep jou op je snuit !”
“Aha, “Ba Tigri blies zeer kwaad,
“pas op als jij mij slaat !”

Schild kroop een hol in, kwaad van zin
en zong met vals geluid:
“Ba Tigri, steek je staart hierin,
dan trek je mij eruit !”
“Aha, ’t is goed, ik ben gereed !”
De schilpad beet en beet :
“Aha, laat los mijn staart,laat los !”
Ba Tigri stierf in ‘t bos

Bert Eersteling
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April