Wateroverlast binnenland
21 Feb 2017, 16:14
foto


Om de paar jaar regent het stevig in het binnenland, en treden er overstromingen op. De rivieren kunnen daar 4 tot 6 meter stijgen, afhankelijk van de plaats waar je bent. Dat gebeurt meestal in mei, dus dit jaar is de natuur er vroeg bij. Mei 2008 was er een hoge waterstand in het gehele binnenland, en daarvóór was er in mei 2006 een nog hogere vloed in de Surinamerivier, en in 2004 in het Marowijnegebied. Zo is de natuur, de dorpen lopen tijdelijk onder water, er is weinig aan te doen. Of toch?

Het is een oud gebruik, dat in zo’n geval de openbare gebouwen van het dorp fungeren als opvangcentrum en toevluchtsoord. Elk dorp heeft wel een krutu-oso en een school, en de grote dorpen hebben een guesthouse. Als je die bouwt op hooggelegen locaties, dan kunnen ze in tijd van nood dienst doen. De mensen kunnen er tijdelijk naartoe, en in het magazijn van het krutu-oso kun je hulpgoederen opslaan.

Tot in de zeventiger jaren van de vorige eeuw werd dat inderdaad op die manier gedaan. De openbare gebouwen stonden op hoge locaties, scholen liepen niet onder water, en de guesthouses bleven droog. Maar daarna is dit goede oude gebruik verloren gegaan. In dWT van maandag 20 februari staat een foto van de ondergelopen school te Loka-loka. En zo zijn er meer. Hoe kan dat nou? Als ik daar in de omgeving rondkijk, dan zie ik dat alle gebouwen op palen staan, behalve de school en de onderwijzerswoningen. Vreemd. De school loopt dus om de paar jaar wel een maandje onder water, en ik heb respect voor de kinderen die desondanks hun diploma halen. Ook leuk voor journalisten, je weet van tevoren dat je daar een mooi plaatje kunt maken van de watersnood. Maar hoe ontstaat zoiets? Wie neemt zo’n besluit?

Ik sta bij de oude poli van Guyaba, en bij de grote vloed van 2006 kwam het water tot vlak voor de deur. Ik kijk neer op het dak van het in aanbouw zijnde guesthouse. Een flink groot gebouw. Als er nu weer zo’n vloed komt, dan zal het nieuwe guesthouse tot de nok onderlopen. Laat het maar liever onafgebouwd. Maar hoe komt het grootste en duurste gebouw van het dorp terecht op de slechtste locatie?

Op één na, zijn de 12 poli’s van de Medische zending in Oost Suriname nog volop in bedrijf, ondanks het hoge water. Hoe kan dat? ’t Zou natuurlijk kunnen zijn dat die een speciale bescherming van God genieten, maar God wordt daarbij wel een handje geholpen. Bij elke nieuwbouw gaat er een team van MZ eerst het bouwterrein bekijken dat het dorp heeft geselecteerd, en er wordt een krutu belegd. En daar wordt de enige belangrijke vraag gesteld: TOT WAAR KOMT HET WATER??? Nu, dat weten de lokale mensen precies, dat kunnen ze nauwkeurig aanwijzen. Maar je moet het wel even vragen.

Het zou ook helpen, als de extreme vloedstanden werden vastgelegd. Aan de Surinamerivier is dat gedaan bij de grote vloed van mei 2006. In veel dorpen is er een net gedenkplaatje dat de plaats markeert van de hoogste waterstand. In de Marowijne was er een hoge vloed in 2004 en opnieuw in 2008, maar die zijn niet gemarkeerd. Je bent dan afhankelijk van het geheugen van de mensen daar.

Het zou een goede zaak zijn, als de overheidsbouwers het voorbeeld van de MZ zouden volgen. Er wordt veel van ons belastinggeld gestopt in de gebouwen in het binnenland, en dat is volkomen terecht. De mensen hebben daar – net als iedereen – recht op fatsoenlijke voorzieningen. Maar doe het dan wel goed. Bereid je project niet voor vanachter je bureau in Paramaribo. Ga op locatie kijken, en praat met de mensen. Het is zo eenvoudig, en je voorkomt er veel ellende mee.

Philip Dikland
info@kdvarchitects.com
Advertenties

Thursday 02 May
Wednesday 01 May
Tuesday 30 April