Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 248

“Nou, heel wat politici liggen niet wakker van de uitslag van de opiniepeiling, verricht door de Nederlandse peiler Maurice de Hond.”
“Ken jij die Hond?”
“Nee, die van mij heet Bello.”
“Effe serieus. Hij is in Nederland wel een bekende opiniepeiler, maar als ik z’n naam intoets op Wikipedia, krijg ik een aardige lijst van controverses waarin hij betrokken was.”
“Dat zijn persoonlijke dingen; maar zijn z’n peilingen betrouwbaar?”
“Ik dacht dat hij er bij één peiling flink naast lag, maar bij de overige honderden peilingen, ook niet-politieke, lijkt hij wel redelijk goed te hebben gepeild.”
“Maar ik vertrouw dat ding niet; zijn peiling verschilt teveel met die IDOS en Nikos-peilingen van ons.”
“Nou, alle drie peilingen geven aan dat Partij Paars van Baas de meeste zetels zal binnenhalen.”
“Oké, dat staat als een paal boven water; daar hoef je geen peiling voor te verrichten. En dat die Verzameling 7 ergens daaronder zal eindigen, staat ook vast.”
“Dat zeg jij, maar wij van Victorie 7, zullen jou het tegendeel bewijzen.”
“Jij hoeft mij niets te bewijzen; jullie gaan aan verdeeldheid ten onder. Zelfs een gezamenlijke wandelmarsgroep konden jullie niet eens formeren. Gelukkig hebben de Groenen onder jullie de eer gered.”
“Oranje houdt aparte vergaderingen, zoals die ene op Leidingen.”
“Dat verwaarloosd DA-91 hoofdkwartier aan de Gladiolenstraat is plotseling opgeknapt en is versierd met een paar DA-91 vlaggen uit de oude doos.”
“Die Paul Wong Pienter gaat ook met z’n rood-witte vlaggen de kampongs in; hebben jullie meegebeden op z’n internationale dankdienstdag?”
“Wat had hij zo te danken? Dat hij is doodgegaan en opnieuw geboren is en toen Slamet of zoiets is gaan heten?”
“Nee mang! Hij herdacht het feit dat hij een jaar geleden uit de regering is getrapt.”
“Ik vind dat de beste politieke beslissing van de bijna afgelopen regeerperiode. Voor mij was die dag een feestdag. Mi dring’tootel a dei dati.”
“Uit alles blijkt steeds weer dat a tori dati e hati Paul tot in sem nieren, oow, wat haat hij Baas daarvoor, oow.”
“En nergens zie je V 7-vlaggen, truitjes, spandoeken enzo. Hoe komt dat, Jules? Jij bent toch van daar?”
“Onze spullen zijn zeilende. Wacht maar als ze binnen zijn. Opeens a heri kondre sa lai V 7 fraga, d’ow wapper ala sei. Je gaat zien.”
“Volgens mij hebben ze niet eens genoeg geld om de invoerrechten te betalen. Ze teren daarom allemaal op die rijke olifantpartij.”
“Dat is het nadeel als je in de oppositie zit; je hebt nergens een kans om via een ministerie misbruik te maken van staatseigendommen.”
“Daarmee zeg je dat anderen die wel in de regering zitten dat wel doen?”
“Ik zeg niets.”
“Heren, terug naar de opiniepeiling van die Hond. Hoe komen volgens jullie die grote verschillen tussen zijn peiling en die twee van ons? Vooral bij Paars en V 7?”
“En ook bij mijn DOE the bright ding.”
“Ach, jullie hebben niet eens geld voor een gedegen campagne.”
“Dat komt omdat wij ons niet hebben verbonden met malafide geldschieters. Wat we hebben, geven we middels pakketten aan de minstbedeelden. Wij gaan zoals de vorige keer huis-aan-huis met de blijde boodschap. Anderen hebben deze methode toch ook dunnetjes van ons overgenomen? Maar het staat hun niet.”
“Maar in die hondse peiling zijn jullie er met 1 zetel uitgekomen, en niet met 2 zoals bij onze peilingen.”
“Ik zeg: het is maar een peiling.”
“Ja, mooi en waar allemaal, maar ik heb nog steeds geen antwoord op mijn vraag: waarom dat verschil.”
“Luister jonge vriend, om dit soort vragen te beantwoorden, moet je de attitude, de adat, de cultuur van ons volk kennen. Niet die oppervlakkige ‘lachen om alles’-cultuur en dat eten, drinken en dansen van ons, dat is de buitenkant. Hoe zijn we van binnen, wat zijn onze hebies, habies, hubies en hobies?”
“Ik begrijp jullie niet. We zijn toch allemaal Srananmans.”
“Wi na waaaaang, wi na.....”
“Sjaak!! Niet zingen, klep dicht!”
“Kijk, luister, jonge vriend, tegen een landgenoot die vragen stelt, gaat de doorsnee-Srananman altijd gereserveerder staan, dan tegenover een bakra.”
“Waarom?”
“Die bakra benadert je vanuit het buitenland; dat wordt altijd bij velen nog hoog aangeslagen. Verder gaat die buitenlander niet rondvertellen:’Boi, Sjaak ow stem DNF of zo, ik heb hem zelf ondervraagd als peiler.”
“Ooh, daarom zijn er bij onze peilingen zoveel zwevende kiezers, dus mensen die niet willen zeggen op wie ze gaan stemmen.”
“Juist. En vaak zijn het mensen die geen openlijke politieke kleur hebben, ze staan er niet bekend om dat ze van partij A, B of C zijn.”
“Dus tegenover een buitenlandse peiler durven ze wel te zeggen dat ze A of B of C zijn. En waarom zijn ze tegen die buitenlander wel eerlijk en open en mag een lokale peiler niet weten wat hun keuze is? Ik bedoel, al vertelt hij dat rond, da wat dan? We leven toch in een vrij land?”
“Omdat ze dan kwetsbaar kunnen worden. Stel ik werk ergens en m’n werkgever is van de Blauwe partij en hij komt te weten dat ik van Geel ben, waar hij een grote hekel aan heeft, dan zou het best kunnen dat ik uiteindelijk een ander werkgever zal moeten zoeken.”
“Maar dat is toch ongezond? Dat is toch rancune?”
“Jawel, jonge vriend. Welcome to the club. Dit land draait grotendeels op de vrees voor rancune. Daarom durven velen niet op te komen voor hun rechten: op school, aan het werk, bij het overheidsloket, in de familie- of relatiesfeer, noem maar op.”
“Dus je wil me zeggen dat velen die vrees niet hadden bij die bakra en dat vooral die zogenaamde zwevende kiezers wel openlijk durfden te zeggen dat ze Paars of V 7 of ANC zullen stemmen.”
“Precies! Dat wilde ik je zeggen.”
“Maar Lonneman kwam er met 2 zetels wel bekaaid vanaf; ik denk toch dat hij ergens een zetel binnenhaalt en minstens op 3 komt.”
“Maar dat zal waarschijnlijk ten koste van Paars gaan.”
“En ik denk ook dat DOE met wat krab’krabu die tweede zetel haalt, maar dat zal eerder ten koste gaan van V-7.”
“Dus dan wordt jouw peiling een aanscherping van die peiling De Hond: NDP: 27, V 7: 18, AC: 3, Doe: 2 en ANC: 1. Dat ziet er beter uit, maar of het uitkomt, is nummer twee.”
“En wat niet gepeild is of gepeild kon worden, is de verhouding binnen V 7; stel als die werkelijk 18 zetels halen.”
“Tja, dat wordt wat lastiger, omdat de kleintjes teren op de stemmen van de groten, maar ik denk: VHP: 9, NPS: 3, Perdjaya: 5, is 17. Dan is er nog een zetel te verdelen; die gaat misschien naar de VHP, nu Calloe en Kisszoentzingt zijn toegetreden.”
“Eentje is een flinke, integere en eerlijke figuur; die andere is alleen maar hoofdpijn.”
“Dat zeg jij, maar dan wordt het binnen V 7 dus: 10-3-5.”
“Nou, dan is het duidelijk met wie uit V 7 Paars moet samenwerken om die tweederde in DNA te halen om daar de president meteen te kiezen.”
“Mooi en waar, maar wie wordt dat dan?”
“Dat is nog te veel koffiedik kijken. Eerst komt 25 mei; Jij en mij, wij worden toch zo een kei en blij, of gaan wij weer in de rij voor meer vrij en rijstebrij?”
“Mang Sjaak, hou op met dat idiote gerijm. Sponsor liever het volgende rondje.”
“Elk rondje gaat via het mondje en brengt ons eerder naar het grondje. Heren proost.”

Rappa