Heerschappij oudste politieke partijen in 1991 doorbroken
05 Feb 2015, 01:00
foto


De oudste politieke partijen, de Vooruitstrevende Hervormingspartij (VHP), de Nationale Partij Suriname (NPS), de Progressieve Volks Partij (PSV) en de Kerukunan Tulodo Prenatan Inggil (KTPI), zijn sinds de verkiezingen van 1991 hun absolute heerschappij kwijtgeraakt als het gaat om een landelijke deelname van het kiezersvolk. “De grote electorale veranderingen, in het nadeel van deze partijen is te wijten aan een samenspel van politieke, demografische en economische factoren”, zei Jack Menke van Stichting Wetenschappelijke Informatie (SWI) tijdens de openingscollege masterclass ‘Verkiezingen in Suriname’, woensdagavond.

De NPS, VHP en KTPI die samen het Front voor Democratie en Ontwikkeling vormden om de militaire machthebbers terug te dringen, hebben bij de verkiezingen van 1987, ruim meer dan de helft van het kiezersvolk achter zich weten te krijgen. Zij kregen in totaal 87,1 procent van de stemmen. Tot de laatste in 2010 was er zeker in Paramaribo een dalende trend waar te nemen. In alle zeven kustdistricten is sinds 1996 minder dan 50 procent van de stemmen behaald. Dit met uitzondering van het district Wanica waar het Front en later Nieuw Front in 2000 en 2010 een lichte opleving had met 55 om 53 procent. De westelijke districten Nickerie, Coronie en Saramacca, vertonen de grootste terugval van de oude politieke partijen in 2010 met respectievelijk 26,5 procent, 32,6 procent en 26,2 procent.

Menke die in zijn presentatie, wat hij noemt de val van de oude partijen onder de loep neemt, zegt dat jonge nieuwe kiezers politiek een zeer belangrijke rol spelen. Cijfers uit zijn presentatie tonen aan dat jonge kiezers minder geneigd zijn te stemmen op een oude politieke partij. Tijdens een onderzoek (exit poll) bij de verkiezingen van 2005 is de gemiddelde leeftijd van kiezers per partij gemeten. Daar bleek dat de gemiddelde leeftijd van kiezers die hebben gestemd op het Nieuw Front het hoogst was, namelijk 42.07 jaar. Afgebakend in leeftijd stemt slechts 13 procent in de leeftijdsklasse 18 tot 22 jaar op het Nieuw Front 36,8 procent in de leeftijdsklasse 23 tot en met 40 jaar, terwijl 50,2 procent van de kiezers in de leeftijdsklasse 41 jaar en ouder stemt op het Nieuw Front.

Behoefte aan nieuwe politieke leiders
Dat de oude politieke partijen steeds minder stemmen behalen, is volgens Menke te wijten aan het teveel de nadruk leggen op juridische en politieke veranderingen na 1987. Dit ging ten koste van het sociaaleconomische beleid. Het nationaal kapitaalaccumulatie, ondernemerschap en inkomstenverdeling werden ondergeschikt. Een belangrijk gegeven is dat het beleid meer gericht was op de ontwikkelingshulp van Nederland. “Dat heeft zijn doel totaal misgelopen”, zegt Menke. Deze misvattingen van de oude politiek maakten een regime shift mogelijk. Dit werd gevoed door een generatie shift waar jonge kiezers eerder kozen voor de Nationale Democratische Partij (NDP) en andere partijen. Demografisch kwam er een verandering in de etnische balans. Een goed voorbeeld is dat er en natuurlijke groei plaatsvond bij de Marrons. Er kwam ook verandering in de elite macht en ontstond er en huwelijk tussen politieke en economische macht.

In de discussie met het goed opgekomen publiek bij de openbare college, heeft Menke gezegd dat er behoefte is aan nieuwe politieke leiders die een combinatie hebben van visie, professioneel en technisch leiderschap in politieke partijen. Dit geldt ook voor cellen in de samenleving, zo alleen zal en transformatie mogelijk zijn naar en duurzame politieke en sociale evolutie. Volgens de inleider wordt er teveel met vuil gesmeten en maar al te vaak de etnische snaar bespeeld.

Wilfred Leeuwin
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April