Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 220
05 Oct 2014, 22:00
foto
De opening van de Saronbrug een week geleden. (Foto: Ranu Abhelakh)


“Zo, straks gaan de scholen open, alhoewel, met vijf dagen vertraging.”
“De scholen moesten bespoten worden, vandaar het uitstel.”
“Wij zijn weer eens uniek in onze aanpak: pas als de outbreak van die Chikungunya er is, gaan we massaal bespuiten en grof vuil ophalen.”
“En die opgehaalde rommel maar dumpen op leegstaande bermen te Clevia.”
“Nee, het is al weggehaald, het was niet de bedoeling dat het daar zou blijven.”
“Da waarom is het daar dan gedumpt?”
“Grof vuil ophalen, maar nog niet geregeld hebben waar dat te storten.”
“Op onze reguliere vuilnisbelt te Ornamibo.”
“We worstelen al jaren met ons gewoon vuil, laat staan ons grof vuil.”
“Maar een vuilverwerkingsfabriek opzetten die behoorlijk wat energie en restproducten kan leveren, kunnen we ook maar niet, ondanks alle mooie plannen.’
“Er is geen grond beschikbaar daarvoor.”
“Dan onteigen je in staatsbelang daarvoor geschikte gronden; de grondwet biedt je als overheid die mogelijkheid.”
“Nee, dat doen we niet, we beschermen eerder elkaars vriendjesbelangen ten koste van het algemeen belang.”
“Vandaar dat het jaren duurde voordat die Saronbrug opgeleverd kon worden.”
“Zie weer onze werkmethode: eerst brug bouwen, dan grond voor aan- en afvoer van het verkeer regelen.”
“Poti, die respectabele bruggenbouwer is na al die hoofdpijn meteen met pensioen gegaan.”
“Ach kom, neks no fout. Domme mensen regelen eerst de grond en bouwen dan de brug.”
“Ik ben benieuwd hoe het met de verkeersstroom wordt daar te Saron.”
“Er is wel goed voorlichting gegeven, ik zag een wegenkaart in de krant met allerlei pijltjes.”
“Waar ik niet wijs uit werd, want onderaan de kaart, bij de legenda, stonden drie soorten pijltjes; zeker waren ze op de originele kaart in kleur, maar in de krant was alles grijszwart.”
“Dan had men die kaart in kleur moeten drukken in die overheidskrant.”
“Mi e go pari a boto go luku rotonde na Puru-yu-pangi.”
“Waar ga je je pangi uitdoen?”
“Nee, hij bedoelt: hij gaat te Poelepantje bij die rotonde kijken hoe het er met de verkeersdrukte zal toegaan.”
“Vooral met die geweldige weggebruikers van ons waarvan velen niet weten hoe ze op een rotonde moeten rijden.”
“Maar ik ben vol lof over de 1 oktober-toespraak van de president; goed afgewogen, redelijk onderbouwd, realistisch...”
“Ach kom, noem je die droom van die trein van Paramaribo naar Para realistisch?”
“Zeer zeker, want binnen tien jaar vormen Lelydorp en Paramaribo tot de Vijfde Rijweg één grote stad met zo een half miljoen inwoners.”
“Da waar ga je die tram laten rijden?”
“Langs de Spoorsloot van de Indira Ghandiweg, op dat tracé van die oude spoorlijn naar de goudvelden, dus waar nu die ene bromfietsbaan en al die weggemepte bushuisjes zijn.”
“Maar hoe ga je doen met al die wachtende, uitstappende en overstekende mensen? En waar gaan de fietsen en bromfietsen dan rijden?”
“En al die drukke zijwegen die de trambaan moeten kruisen om op de hoofdweg te komen, dan is het elke dag daar weggemepte voetgangers, bromfietsers en auto’s.”
“Simpel, we doen het op onze Sranan-fasi: eerst trambaan bouwen, dan zien we verder wel. San yu e hati yu ede, boi.”
“Toch moeten we een beetje nadenken, want dat ding gaat ons vele tientallen miljoenen Amerkan dalla kosten.”
“Ik zeg: Indira Ghandiweg vanaf vijf uur ’s morgens vanaf de Welgedacht A eenrichting maken naar de stad, vanaf twaalf uur eenrichting vanuit de stad tot diezelfde Welgedacht A, vanaf daar blijft tweerichting.”
“En al die zijwegen die de spoorbaan kruisen?”
“Een aantal vervalt voor auto’s, wat overblijft krijgt bewaakte spoorovergangen met constante politieaanwezigheid.”
“En de bromfietsers en fietsers?”
“Net als de highway: die krijgen aan de overkant één baan voor beide rijrichtingen, breder dan nu, want die ruimte tot die gevaarlijke rij betonnen blokjes langs de rijbaan, is er.”
“Wat een makkelijke oplossingen produceer jij. Of is het de alcohol?”
“En wattebout de energie; dat tramvehikel gaat niet op houtskool of steenkool draaien, maar op elektrische stroom. En daar hebben we nu al een constant tekort aan.”
“Neks no fout, dan zetten we een aparte MAN- of vrouwgenerator daarvoor. Begrijp, voor het realiseren van onze dromen moeten we wel wat offers willen brengen.”
“Welke offers moeten we brengen voor het realiseren van dat ziekenhuis in Wanica?”
“Mijn Bosje had in deze periode zeker drie ziekenhuizen gebouwd, plus die Saronbrug; wel met flink wat gejat, maar er werd tenminste behoorlijk wat geproduceerd.”
“Nu heb je nog veel meer gejat van blat zonder dat er wat .... eh... uitkomt. Jakkes, dat rijmt niet goed.”
“Lees maar wat Baadel daarover in Parpostbode vertelt. Schitterende foto overigens van’em op de cover.”
“En maar incompetente dommies die niet eens een chikungunya-outbreak kunnen voorkomen de hand boven het hoofd houden in plaats van ze wegjagen...”
“Daarom staat ons land als no. 1 op de Caribische ranglijst voor Chikungunya.”
“En staan we open en bloot voor ebola; oh bigi Amerkan-brada, kon helpi wi poti Sranan nanga dati.”
“Die Amerikanen hebben hun handen vol aan hun eigen problemen; de eerste besmette op Amerikaanse bodem is al geregistreerd en het gaat niet goed met hem.”
“En iedereen die met die besmette in aanraking is gekomen, gaat anderhalve week of zo in quarantaine. En alles wat hij aanraakte, wordt deskundig ontsmet. Daar spotten die Yanks niet mee.”
“Maar wat doet ons rampenteam, hoe beperkt onze middelen ook zijn, alvast om de luchthaven en grensposten voor te bereiden op een eventuele controle op ebola?”
“Of gaan we weer wachten tot een outbreak?”
“Ej, sla je mond, no kaar san kon.”
“Als zeg ik niets, laten we ons beginnen voor te bereiden.”
“We hebben geen geld daarvoor.”
“Wat? Zo een rijk land met goudmijnen en 250.000 auto’s en 625.000 mobiele telefoons, met supermarkets zo groot als een voetbalveld heeft geen geld hiervoor?”
“En er is ook geen geld voor het repareren van de plafonds van de luchtverkeersleiders.”
“Dat is zodat ze straks rechtstreeks de lucht kunnen zien.”
“Ach kom, omdat ze een strategische positie innemen, drukken ze steeds het mes op de keel van de overheid.”
“Maar laten we eerlijk zijn, het kan toch niet dat het landingsgeleidingssysyeem, dat ILS, al maanden defect is?”
“Maar al maanden leiden deze zelfde luchtverkeersleiders de vliegtuigen desondanks toch veilig binnen.”
“Gewoon geen nachtlandingen toestaan als er mist is, klarie, en niet zitten staken en hardwerkende exporteurs miljoenen schade laten lijden; een hele container vis kon niet weg naar Miami.”
“Maar die overheid is ook zwaar schuldig: als je weet dat je te arm, te lamlendig, te oncapabel, te onwillig bent om die toch wel gerechtvaardigde eisen van die luchtverkeersleiders uit te voeren, waarom sluit je dan steeds overeenkomsten met ze af? Dat is ook zo een kronkel van die overheid in dit land.”
“Mi no wan’kot un mofo, maar het eerste vermoedelijke geval van ebola in Nederland is al gesignaleerd.”
“Jakkes, en met dat intens contact tussen hier en daar, is er voor dat je denkt eentje van daar met ebola hier.”
“Hoe gaan we onszelf daartegen holpen... eh..., ik bedoel helpen?”
“Wat een prachtige verspreking: we kunnen onszelf na bijna 40 jaar onafhankelijkheid niet eens zelf ‘holpen’, we wachten maar op ‘holp’ van buiten, die gaan ons ‘holpen’. Leve de ontwikkelingsholp; heeft die twee punt acht miljard Ennef ons echt geholpen?”
“Jullie gaan mij nu ‘holpen’ om mijn glas te vullen. Leve de alcohulpholp-stolpwolp, gwombloblm.”
“Nee, laat hem, de roes neemt hem over.”

Rappa
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April