Column: Politieke Borrelpraat (PBR) deel 186
02 Feb 2014, 22:00
foto
Assembleevoorzitter Jennifer Geerlings-Simons wordt door de leeuwen verwelkomd bij Kong Ngie Tong Sang. (Foto: René Gompers)


“Ai heren, dat was weer een vrije dag, eenmalig welteverstaan.”
“Hebi slijm naar een bepaalde groep toe.”
“They are the spon-sers, tam-ta-ramtamtam.”
“Voolzittel, deze keel hoeft mijn dochtel niet meel op een velkiesbale plaats. Geef me gewoon alle hoekpelcelen in alle woonbuulten en laat die DeeCee niet meel moeilijk doen tegen mijn hyginese lestaulants. Mik a go tjek ding Walungs, Loti shops en al die bloodjeswinkels.”
“Yes sir, tik’a dee, jaar van het Paard, verwelkomd door de Leeuwen.”
“Je kan zeggen wat je wil: hij is net als die Wittehuisman een goede politieke ‘campaner.”
“Ja, goedgelovige passagiers trekken voor zijn politieke vliegtuig, volle vlucht, maar o,o,o, wat een piloot!”
“Het vliegtuig swiengt van links naar rechts, maakt opeens een duikvlucht en stijgt dan pardoes weer steil omhoog.”
“Lieb n’a mang, dat is politiek stuntvliegen.”
“Ja, okay, maar is dat goede staatsstuurmanskunst?”
“Was emmers boren dat dan wel?”
“Kijk, ik heb er geen bezwaar tegen dat je politiek speelt met nationale vrije dagen, maar doe dat in hemelsnaam, alsjeblieft, begi-begi ruim van te voren. Kom me niet twee dagen van tevoren zeggen dat er weer eens een vrije dag geproclameerd is. Dat is rommelbeleid, dat is $%#&*.”
“Ja, ja, spuug je gal maar uit, het is toch gebeurd, klarie.”
“Daarom zeg ik: ‘O volk van dit land, kijkt u goed uit wie u als de volgende roerganger van het schip-van-staat zet.”
“Wordt het een populist? Wordt het een sopilist? Wordt het een rancunist? Wordt het een bobolist?”
“Van alle vier hebben we al een voorbeeld te slikken gehad.”
“We moeten nog krijgen een feminist.”
“En een nokilist.”
“Wat is een nokilist?”
“O jongere zuiplap in ons midden, joe no sab kawanam-tongo? Draai ding lettergreep wan soort fasi: ‘kawanam’ wordt dan ‘wakaman’. Doe ook met noki.”
“Noki...koni...?”
“Jawel, mijn vriend. Een nokilist als pres is moeilijk te manipuleren door al die noki-mangs; ze kunnen zo eentje niet zo makkelijk en goedkoop om hun vingers winden. Dus zij zien daarom maar liever een wat simpelere stemmentrekker.”
“Dus: mijn Gregory Sovjet Unie van het Groene Erf heeft gelijk: geen populist, maar een nokilist.”
“Hij zelf misschien?”
“Nou, die puinhoop die hij op ADEK niet heeft kunnen opruimen, eerder in stand heeft gehouden vanwege names and faces, pleit niet bepaald in zijn voordeel.”
“En als minister heeft hij openlijk erkend dat hij goudconcessies zonder te lezen, dus blindelings, heeft getekend.”
“En die beste, brave Greg mag wel om doorzichtige politieke redenen tegen een populist als volgende president zijn, maar de grote, glorieuze leider van zijn partij, de dikkerd-op-het-plein, was daar toch het reinste voorbeeld van?”
“Maar zijn Aziatische evenknie, die kleine op die enorme sokkel op datzelfde plein, nu zelfs in tuinkabouterversie onthuld op het ellefantsterrein, was toch ook zo een populist?”
“En die pop-djawa vechtersbaas die door de dames-verkleedruimte liep te gluren, toch ook?”
“En wattebout die Lonneman die geld het publiek ingooit? Is dat ook geen schoolvoorbeeld van een populist?”
“Jasses, die Surinaamse politiek is doorspekt van populisten.”
“Dus: populisme is dat waar onze kiezers voor gaan. Sorry voor al die verkiezingsprogramma’s vol ideale plannen en voornemens, maar waar het in dat stemhokje op aankomt, is: m’o stem tapu mi popimang.”
“Hatsjee, hoela, badja-badja, slamet, baala, yeaaah; me dansi, me dansi, mi boks nanga joe...”
“Sjaak, kom zitten. Krijg geen verkiezingsgekte hier voor mensen.”
“Gunst mang, wat kijk jij neer op ons vijfjaarlijks volksvermaak. Heb toch wat meer respect voor onze kiezers. In de USA en andere democratieën is het echt niet veel fraaier tijdens de verkiezingspropaganda.”
“Maar even mijn vraag: Er was toch een commissie op kosten van de belastingsbetaler ingesteld, die ordening moest brengen in het aantal nationale feestdagen?”
“Jawel, dat is waar.”
“En die commissie heeft intussen toch z’n eindadvies uitgebracht?”
“Volgens mij ook.”
“Da waarom mogen wij, de betalers van die commissie, dan niet weten wat het advies van de commissie is?”
“Ja, daar zeg je wat, waarom mogen we niet weten welke van die 15-zoveel nationale feestdagen zal vervallen?”
“Volgens mij mogen wij het eindadvies niet weten, omdat er anders sociale onrust zal ontstaan; dat zou kunnen leiden tot stemmenverlies.”
“Ik heb via-via gehoord wat de voorstellen van die commissie zijn.”
“Nee, stop! Ik luister niet naar jouw ‘Radio Mi Yere.”
“Ik wel, vooral als er geen officieel bericht komt, dan gaan de geruchten de overhand nemen.”
“Djiem tori, welke dagen gaan eruit?”
“Eerst het principe: minstens vijf dagen eruit, waarbij alle grote religieuze/etnische groepen één dag moeten laten vallen.”
“Hé, dat wordt moeilijk! Welke zullen de christenen laten vallen?”
“Waarom maak je je alleen zorgen om die groep? Zijn er geen andere grote religieuze groepen in ons land? O ja, nee, die zijn niet belangrijk, die zijn niet-christelijk, dus in feite heidenen.”
“Hé mister Hanoeman, zo denken we echt niet allemaal over jullie.”
“Heren, laat religie erbuiten. Dat gaat niet samen met alcohol.”
“Ja, ben ik met je eens. Zo, heren, hier is Radio Mi Yere. Ik noem u de tot nu toe geheim gehouden resultaten van de Commissie Ordening Nationale Feestdagen. Allereerst: Holi Paghwa gaat weg, Dewali blijft.”
“Nee, ben ik niet mee eens. Zie je hoe men weer eens ons als grootste etnische groep discrimineert? Ook het Sarnami-couplet van het Surinaams volkslied mocht niet.”
“Ik noem Id-ul-Adha, waar dieren zoals runderen geofferd worden, die vervalt, terwijl Id-ul-Fitre blijft.”
“Ben ik niet mee eens.”
“Ik wel: jullie slachten wat wij als heilig zien.”
“Heren, rustig. En ook Goede Vrijdag vervalt.”
“Nee mang, dat nooit, over my dead body.”
“Zei die Shanti-man van de Ellefantjes niet ditzelfde toen DNA-lid Winston Wirth zich openlijk voorstander van de invoering van de Onroerendgoedbelasting toonde?”
“Kleine Fred moest hem toen laten vallen.”
“Okay, dat waren de religiën, drie dagen al minder; nu de maatschappelijke groepen. Nu komt het: 25 februari vervalt.”
“Nooit, nooit!! We plegen weer een coup.”
“Met de bejaarde resten van de groep van zestien? Welk politiebureau schieten jullie deze keer dan in brand?”
“Ik ga door: 1 mei vervalt.”
“Dat kan niet; we gaan meteen in staking.”
“Dat doen jullie uit gemakzucht en luilakkerij toch al om de haverklap, dus effect no dè. Zo, dat zijn al vijf dagen minder. En dan worden een viertal dagen om de vier jaren nationaal gevierd, te weten Dag der Inheemsen, Dag der marrons, Arbeidersdag oftewel die 1 mei van je, en nog een dag, bijv een rond getal van een immigratiedag, of een andere politieke zoethoudersdag, maar dat geldt alleen, als die dag minstens twee maanden van tevoren bekend gemaakt wordt.”
“Dus als ik de telling heb bijgehouden: twee weg en eentje erbij, die van om de vier jaren, dan gaan er zes nationale dagen weg.”
“We zijn het er niet mee eens.”
“Wij zijn het er wel mee eens.”
“Dan laten we het volk middels een referendum beslissen: JA of NEE tegen deze lijst van afvloeiingen.”
“Ja, lijkt me een goed idee. We hebben het recht van referendum, maar we maken er nooit gebruik van, op één voorbeeld na.”
“Waarom niet?”
“Omdat de politici bang zijn het volk rechtstreeks te laten beslissen. Zij willen de zaken onderling bedisselen, zogenaamd in naam van het volk.”
“Okay, en wij houden een referendum hier over het volgende rondje. Kries betaalt dat rondje, ja of nee.”
“Nee, ja, ja, ja, ja. Aangenomen met vier tegen een. Ober, vijf shots black label.”
“Proost.”

Rappa
Advertenties

Friday 26 April
Thursday 25 April
Wednesday 24 April