Zunder: Veel werk aan de winkel voor de vakbeweging
01 May 2022, 00:00
Vakbondsleider Armand Zunder
Voor de vakbeweging is er nog veel werk aan de winkel. "De
koopkracht van de wrokomans is sterk achteruitgegaan. Dit geldt ook voor
de gepensioneerden en personen met relatief lage vaste maandinkomens".
Dit zegt vakbondsleider Armand Zunder, woordvoerder van de Raad van
Vakcentrales in Suriname (Ravaksur) tevens voorzitter van de
Progressieve Werknemers Organisatie, op een vraag van Starnieuws. Hij
staat stil bij de situatie van de werknemers op deze internationale Dag
van de Arbeid.
De voornaamste
oorzaak van de achteruitgang van de koopkracht komt door de relatief hoge inflatie. Een inflatiecijfer van
beneden de 10% zou werkbaar zijn, maar het afgelopen jaar is de
geregistreerde inflatie hoger dan 60% geweest. Deze uitdaging gaat door
omdat de geldontwaarding, vooral door importinflatie ook dit jaar zal
voortduren, constateert Zunder. Een tweede vraagstuk is de teruggelopen kwaliteit van de
dienstverlening in de gezondheidszorg. Dit brengt voor de wrokomans
situaties van onzekerheid met zich mee, die op den duur ook de van
invloed kunnen zijn op het afnemen van de al labiele koopkrachtsituatie. Werknemers
moeten in zulke situaties beseffen dat indien zij zich verenigen zij
beter in staat zijn om deze uitdagingen te trotseren. Wat is uw reactie op de enorme verdeeldheid in de vakbeweging, zelfs in de CLO?
"Verdeeldheid
is nooit goed, terwijl het streven op eenheid, samenwerking en
verbetering van welvaart en welzijn moet zijn gericht. Maar de
verdeeldheid in de vakbeweging is niet opvallend en ook niet uniek in
onze samenleving. Kijk bijvoorbeeld naar de verdeeldheid in de politiek
en ook in het bedrijfsleven. Ook daar is er streven naar
eenheid, maar men is er nog lang niet. Ondernemers werken slechts in
beperkte mate samen en het samenwerken in clusters is nog lang niet aan
de orde.
De verdeeldheid binnen de CLO is natuurlijk een lastig
vraagstuk dat niet in het belang is van de landsdienaren en de aan hen
gelijkgestelden. Ravaksur heeft in ieder geval nadat dit
bestuursconflict duidelijk was een poging gedaan om partijen op één lijn
te krijgen. Dit is echter niet gelukt. Het is in het belang van de
vakbeweging en in het belang van de doelgroep dat deze materie wel
binnen een niet te lange termijn wordt opgelost."
Hoe staan de werknemers ervoor? "In
feite hebben alle werknemers door de voortdurende inflatie
koopkrachtverlies geleden. Dit kan vooral worden gemeten wanneer het
loon of salaris wordt gedollariseerd. Personen die enkele jaren geleden
de tegenwaarde van bijvoorbeeld US$ 600 verdienden zijn teruggevallen
naar een koopkracht van US$ 400 of minder. Vele anderen
zijn nu toe aan een veel lagere tegenwaarde van hun salaris in US$. En
dan nog te bedenken dat bijna alle goederen die in ons land worden
gebruikt, worden geïmporteerd. Dit is van grote negatieve invloed op het
welvaarts- en welzijnsniveau van de wrokomans. Het komt er op neer dat
de grote meerderheid van de wrokomans op 1 mei veelal geen
reden zullen hebben om wat hun koopkracht betreft in een jubelstemming
te verkeren. De uitzonderingen zijn de wrokomans die een salaris in
valuta hebben, of die de goudindustrie, of in de olie-industrie werkzaam
zijn."
Wat gaat er gebeuren om de situatie verder te verbeteren?
"Voor
het verbeteren van de situatie is er helaas geen ‘quick fix’ of een
toverstok. Voor de wrokomans geldt dat zij in elke situatie elke
mogelijkheid die zich voordoet voor scholing, bijscholing of herscholing
moeten aangrijpen om hun kennis en kunde op te krikken. Zij die dat
doen zullen nu en in de toekomst kansen krijgen die zij kunnen benutten.
Hierdoor kunnen de wrokomans persoonlijk hun rechtspositie en inkomens
verbeteren. Ook moeten zij die dat ambiëren nagaan welke kansen zij zien
om te kiezen voor het ondernemerschap.
Van de overheid wordt
verwacht dat zij de private sector en met name het midden- en
kleinbedrijf faciliteiten aanbiedt, waardoor ondernemers in deze
categorie hun concurrentiepositie kunnen verbeteren en gemotiveerd
kunnen worden om te investeren en hierdoor goede arbeidsplaatsen kunnen
schepen." Hoe is de relatie met regering en bedrijfsleven?
"Deze
relatie is goed, maar kan natuurlijk altijd worden verbeterd. Wat de
regering betreft, heeft het presidium van Ravaksur vrijdag een eerste
kennismakings- en werkbespreking gehad met de nieuwe minister van Arbeid,
Werkgelegenheid en Jeugdzaken, Steven Mac Andrew. Afgesproken is dat er een maandelijks
overleg zal worden geïnstitutionaliseerd. Aan de orde
zijn geweest de vlotte introductie van het minimum uurloon, meer
financiële middelen naar de afdeling Arbeidsinspectie en naar het SIVIS
en meer middelen voor arbeidsmarktonderzoek, waardoor voortdurend data
kan ten behoeve van het beleid beschikbaar kan komen.
Wat het
bedrijfsleven betreft heeft Ravaksur al sedert eind vorig jaar een
voorstel aan VSB en ASFA gedaan om op bipartiet niveau een platform voor
overleg in te stellen. Wij kijken uit naar een antwoord op dit
voorstel."
Wat is de stand rond het minimum uurloon? "Wij hebben de nieuwe minister vrijdag medegedeeld dat: - Het huidige minimum uurloon dateert van 2019 en dat sedert dat jaar de
inflatie de koopkracht van dat minimum uurloon behoorlijk heeft
aangetast. Dit minimum uurloon is derhalve achterhaald; - De
aanpassing van het minimum uurloon zou op kort mogelijke termijn moeten
plaatsvinden omdat degenen die nu moeten werken en leven van het
achterhaalde minimum uurloon nu behoren tot de categorie wrokomans die
als ‘werkende armen’ kunnen worden geclassificeerd; - Het
voorstel dat nu door de Loonraad is voorgesteld voor Ravaksur niet
acceptabel is en dat het presidium van Ravaksur ook een al tegenvoorstel
heeft gedaan," zegt Zunder.