Column: Borrelpraat no. 708

“Waar is Jules?”
“Kweet niet. Misschien in de rij bij Olifant voor een goedkoop Bombari-bimbamsari-pakket. Vandaag is de laatste dag fu sla yu slag.”
“Zag ik jou zaterdag ook niet in de autorij met je family and friends om een pakket te kopen, beste Ron?”
“Nee, ik verlaag me niet tot bedelaar.”
“Je praat Jim Paloeeeeh na. En je zou geen bedelaar zijn, maar een ‘bunkopuseri-koper.”
“Wij hebben een diep ingewortelde sjacher-cultuur, waarschijnlijk van de bakra-kolonisator overgenomen: als iets goedkoop is, zijn we er als de kippen bij.”
“En bij gratis pakket nog erger, dan worden oude vrouwen zelfs in de modder geduwd.”
“Is dit pinari verzachten of hebzucht aanwakkeren?”
“”Goedkoop populisme is duurkoop kapitalisme. Ik ga m’n tijd echt niet verdoen voor die zak met deels bijna vervallen producten.”
“Ben je de vervaldata van artikelen uit dat pakket nagegaan? Weer een negatieve uitspraak veroorzaakt door die dorpsjaloezie.”
“Waarop zou ik dan jaloers moeten zijn? Op mensen die echt geen honger lijden en die daar smachtend uren die rij trotseren?”
“Je bent afgunstig dat dáár, in dát partijcentrum, bij dié groep mensen, flink groot publiek wordt getrokken met deze goedkoopactie. Dat kunnen jij en vele anderen niet hebben.”
“Die vorige club Belazericussen verkocht bij Djoteh-lall ook goedkope valuta en consumptieartikelen. Zijn jullie dat vergeten?”
“Hmmm, ja, inderdaad, maar ‘sommigen’ vinden het erg dat er nu geld werd gevraagd voor die spullen, terwijl zij ‘hun’ mensen gratis pakket geven.”
“Dus kort gezegd: ik ben jaloers omdat jij met je goedkope pakketten beter scoort dan ik met mijn gratis pakketten. Zeg ik dat goed?”
“Zuiver, mijn jonge vriend, dat is dat ding! Al zijn we samen in de coalitie tot de volgende verkiezing ons scheidt, ik moet steeds meer scoren dan jij, want ik wil straks president worden.”
“Jeetje, alle beleid in dit land is dus terug te voeren naar dit onderlinge machtenspel en dat hou ze zoet met voedselpakketten.”
“De ‘bedeeling’ van Jopie Pengel uit de vorige eeuw werkt in moderne vorm nog steeds.”
“Precies. Net als die koning Albert von Plagiarus die als delegatieleider vanwege de regering eventjes de ontevreden boeren in Nickerie met een simplistische koehandel denkt te gaan pakken.”
“Ay, opeens kon die gekelderde prijs van die natte padie met SRD 25 per baal omhoog.”
“Hebben koning Albert en zijn bazen dan ook de plotselinge verlaging van de opkoopprijs van natte padie bepaald?”
“Terecht hebben de boeren gezegd: no deal! Wij willen SRD 475,- per baal ongedroogde oftewel natte padie.”
“In plaats dat die Albert van Biboboh naar Guyana vliegt, en met vriend Ifzaar Babu-ali daar een deal sluit: een opkoopprijs van, zeg maar 22,50 US$ per baal in Guyana en in SU, dus één lijn trekken, waardoor smokkel geen zin heeft.”
“Plus je garandeert een goede inkoopprijs van kunstmest, omdat Suriname en Guyana die vanaf nu samen gaan inkopen.”
“Plus je ontvouwt duidelijke plannen voor het opzetten van een eigen kustmestfabriek in Nickerie voor de boeren uit beide landen, dan denk ik dat je met die beloften meer bereikt dan met dat goedkope boerenbedroggedoe.”
“Tja, maar de kleinere boeren zijn afhankelijk van de opkopers, want die padie moet snel gedroogd en gepeld worden, en dat kunnen ze niet.”
“Dan zullen ze dat offer eens moeten brengen: desnoods a padie e pori, maar we verkopen niet.”
“Dan gaan ze failliet, of beter: dan gaan ze faillieter.”
“Maar dan is dat jaarlijks terugkerend irritant gehaal-en-getrek met die opkoopprijs van padie hopelijk voor eens en voor altijd voorbij.”
“Maar dan gaan die pelmolens failliet.”
“Dan gaan ze maar failliet.”
“Maar dan gaat er een rijst schaarste optreden.”
“In de stad, maar niet in Nickerie, want de boeren hebben daar hun eigen rijst voor consumptie. Die drogen ze net als vroeger in de zon.”
“Wij in de stad en omstreken zijn volgens mij net zo afhankelijk van de Nickeriaanse rijst als de West-Europeanen van het Russische gas.”
“Maar die Zelensky sticht alleen bruya met z’n toespraken in die Westerse parlementen. Na in het Israëlisch parlement, laatst in het Nederlandse waar hij ‘vriend Mark Rutte’ vroeg, bijna opdroeg, alle handel met Rusland te stoppen.”
“Vriend Zelensky heeft nog niet goed door, dat hij honderd keer: ‘vriend Mark’ kan zeggen, maar dat die Ruttegrutte echt niet de Nederlandse economie de nek zal omdraaien door opeens, ter wille van ’vriend Zelensky’, alle handel met de Russen te stoppen.”
“Arme ‘vriend Zelensky’, economische belangen gaan altijd vóór nationalistische en andere leuke idealistische belangen.”
“Hij zal aan de onderhandelingstafel aan de Russische eisen moeten voldoen.”
“Weldenkende en kritische Oekraïners zeggen daarom: ‘Waarom had hij dat niet gedaan toen Putin hem daartoe uitnodigde met als dreiging die meer dan 100.000 man Russische troepen die hij aan de Oekraïense grens had samengetrokken?”
“Zelensy rekende misschien teveel op de militaire steun van de NATO.”
“Ja, dan breekt de oorlog uit: wil je niet praten met me, dan druk ik met bommen en raketten mijn politieke eisen toch door. Dat zal die Zelensky nu wel doorhebben. Arme dappere welbespraakte president: in feite in de steek gelaten door het Westen, vertrapt door het Oosten.”
“Als hij nu toegeeft aan die Russische eisen, springt zijn eigen volk op hem; zo van: ‘hebben we daarvoor al die offers gebracht?”
“En nu heeft die Putin de Russische munt, de roebel, gekoppeld aan zijn grote goudvoorraad. Daarmee ondermijnt hij het vertrouwen in de US$ dollar om als internationale beleggingsmunt te dienen, en krikt hij de waarde van de roebel op.”
“Waar staat dit uitgelegd?”
“In het goed en duidelijk artikel van onze Pee Wolf op Sterrennieuws. Ga lezen en begrijpen, in plaats van maar te babbelen.”
“Het ziet er dus nog lang niet goed uit daar in Oost-Europa. En dan al die miljoenen vluchtelingen, hemeltje.”
“Laten we hopen dat er aan de onderhandelingstafel gauw overeenstemming wordt bereikt. Proost daarop.”
“Proost, en vandaag heeft onze jongere zuipvriend geen andere punten meer na onze proost-afsluiting.”
“Ja, toch wel, wattebout die vermeende reshuffeling binnen de regering…”
“Proost, a tori keba f’ tide.”

Rappa