Reactie op: Begrotingstekort in 2022 van SRD 1.880 miljoen
30 Sep 2021, 23:03
foto


Minister Achaibersing heeft vriend en vijand verrast met de mededeling dat het begrotingstekort van de ontwerpbegroting 2022 is vastgesteld op SRD 1.880 miljoen. Dit is volgens hem gelijk aan 2,6% van het Bruto Binnenlands Product (BBP). Het internationaal aanvaarde begrotingstekort ligt rond de 3%. Zo een forse daling van het begrotingstekort is natuurlijk heuglijk nieuws voor Suriname, en onze economie. Maar er zijn veel vraagtekens, omdat het interessant is om te weten hoe de regering een begrotingstekort van -19,7% in de financiële nota van 2021 heeft weten om te buigen naar -2,6%. Vooral in een jaar dat de wisselkoers is losgelaten en fors is gestegen ten opzichte van 2020. Wij willen weten hoe de jaar op jaar inflatiecijfers van ruim 60% van augustus 2021 -in vergelijking met augustus 2020- zijn verwerkt in de fictieve ontwerpprognose van 2022.

Volgens de Grondwet dient voor elk dienstjaar de begroting afzonderlijk te worden vastgesteld. Met andere woorden: welke koers is gebruikt om de prognose van onze buitenlandse schuld in 2022 te noteren? Dit heeft namelijk een groot effect op onze betalingsbalans. Ook belangrijk is de status van de achterstallige rentebetalingen en aflossingen van de 2 Oppenheimer leningen van samen $675.000.000. Deze renteaflossingen moeten ooit worden voldaan en de lening afgelost.

In de ontwerpbegroting 2022 zijn de belastingontvangsten met ruim 55% toegenomen. Uiteraard is het prijzenswaardig dat door bezuinigingen er meer financiële ruimte ontstaat, alleen dekt het niet de volledige lading van een 55% toename van de inkomsten. Kan de minister verklaren hoe een dergelijke forse inkomstenverhoging tot stand komt, terwijl er zich geen betekenisvolle veranderingen hebben voorgedaan in toegenomen productie of groei van onze economie?

Minister Achaibersing geeft verder aan dat vanwege de efficiëntie ervoor is gekozen om het jaarplan 2022 en de financiële nota tot één document samen te voegen, maar is dat wel toegestaan? Als er een waardeoordeel aan de cijfers in het jaarplan 2022 moet worden gegeven, zijn de cijfers gebaseerd op wenselijkheden. Want er zijn geen aantoonbare voorbereidende acties ondernomen om de plannen in 2022 gestalte te geven. Sterker nog, de minister geeft zelf aan dat er grote behoefte is aan programma’s en projecten om de wenselijkheden in het jaarplan 2022 te verwezenlijken en zo tot spoedig herstel te komen. Volgens zijn eigen woorden schiet de capaciteit tot voorbereiding en uitvoering tekort, is het planapparaat ernstig verzwakt, terwijl er dringend behoefte is aan reorganisatie en wederopbouw. De vraag die zich dan aandient is: hoe kun je het jaarplan 2022 als leidraad en toverstokje gebruiken, om het begrotingstekort zo fors te beïnvloeden?

Roepen dat er stabiliteit heerst in de Surinaamse economie zorgt niet voor rust wanneer prijzen blijven stijgen, lonen aan waarde blijven inboeten en er geen goed betaalde banen worden gecreëerd. Dit leidt volgens nieuwsberichten zelfs tot zelfmoordgevallen, omdat de Surinaamse burgers het in sommige gevallen simpelweg niet meer zien zitten. De regering zal met concrete daden de economische indicatoren die stabiliteit bevestigen, moeten beïnvloeden. Denk aan beteugeling van inflatie en stimuleren van werkgelegenheid. Daarbij zijn monetaire- en veiligheidsmaatregelen nodig voor de versterking van de SRD, en bovenal het verhogen van onze verdiencapaciteit.

Vanwege de onzekerheden die de minister zelf benoemt, is het boekhoudkundig niet verstandig om het jaarplan van 2022 te integreren met de financiële nota. Dit geeft een vertekend beeld van de werkelijkheid. Je kan simpelweg de huid van de beer niet verkopen als die nog niet geschoten is, zeker wanneer er nog geen groen licht is van het IMF.
Als Surinamer voelt het natuurlijk goed wanneer de economie van het land vooruitgaat, maar we moeten kritisch blijven en nastreven om begrotingen op geloofwaardige prognoses te baseren. Het is begrijpelijk dat een regering die al meer dan een jaar onder vuur ligt vanwege misstanden en ondeskundige handelingen een mooi gezicht wil tonen, maar dan wel zoals het hoort.

Dit artikel is geenszins bedoeld om de minister van Financiën, de heer Achaibersing, onwelgevallig te zijn. Van alle ministers steekt hij er vooralsnog met kop en schouders bovenuit. Het is wel noodzaak om onduidelijkheden bespreekbaar te maken door oplossingen voor te stellen. De regering zou er goed aan doen om samen met de VES en andere deskundigen tot een beter gebalanceerde begroting te komen, zodat er draagvlak ontstaat om, zoals de president zelf aangeeft: “samen te werken aan de opbouw van ons land.”

Peter M Wolff                                                                                                                                        petermartinwolff@outlook.com
Advertenties

Tuesday 23 April
Monday 22 April
Sunday 21 April