De weg naar een sociaal akkoord (deel 2)
12 Aug 2021, 16:43
foto
Marten Schalkwijk


Er is een poging gewaagd om tot een Sociaal Akkoord te komen via het Overlegorgaan Sociaal Akkoord (1986) en het Tripartiet Overleg (1994). Vanaf 2004 werd de Sociaal Economische Raad hiertoe opgericht.

Periode Wijdenbosch
Tijdens de eerste termijn van president Venetiaan (1991-1996) werd een Structureel Aanpassings Programma zonder IMF en met geringe externe steun uitgevoerd. De inflatie schoot omhoog in het begin (224,8% in 1993 en 586,5% in 1994), maar in 1995 en 1996 was alles weer onder controle (overheidsbegroting in balans, geen monetaire financiering, wisselkoers al enkele jaren stabiel rond Sf 400, inflatie 36,9% in 1995 en 1,2% in 1996) en begon de economie te groeien.  In september 1996 trad de regering o.l.v. president Wijdenbosch aan. “A change in government in 1996 brought about an abrupt and highly destabilizing policy loosening” concludeerde het IMF in 2009. De inflatie steeg in 1999 tot 112,8%. De wisselkoers voor een Amerikaanse dollar was SRD 400 in 1996 maar bleef niet stabiel.

Dagblad De West meldt op 15 mei 1999: “De koersen van de vreemde valuta zijn op hol geslagen. Zo steeg de koers van de US$ in minder dan twee weken van Sf 1100 naar meer dan SF 1750 waardoor de hele samenleving in ernstige problemen is gebracht”.  Door de koersstijgingen sloegen de prijzen op hol en ging de koopkracht sterk achteruit. Er werden twee bruggen gebouwd zonder voldoende deviezen en besparingen. De overheid gaf veel meer uit dan ze had, hetgeen monetair werd gefinancierd of schulden gewoon niet werden betaald. Het IDB jaarverslag over 1999 gaf aan dat er van de ingezette groei van 1996 en 1997 niets was overgebleven in 1998 en 1999 (DWT 7 april 2000).

Verdragsmiddelen
In augustus 2000 nam president Venetiaan voor een tweede termijn het roer van de Staat over. De inflatie in dat jaar was 82,4%. Een biljet van Sf 1000 in 1990 was medio 2000 slechts Sf 4 waard (DWT 1 augustus 2000).  “The new government quickly introduced a series of strong measures to restore macroeconomic stability” (IMF 2009). Er was geleerd uit het SAP van de negentiger jaren en dit keer lukte het wel om de inflatie snel te beteugelen, want die daalde tot 4,9% in 2001. Het waren drastische maatregelen, want de officiële munt werd met 88% gedevalueerd van Sf 1173 naar Sf 2200, terwijl de parallelkoers toen Sf 2650 was (DWT 4 oktober 2000).

Subsidies op voedsel en benzine werden afgeschaft en tarieven van nutsvoorzieningen werden aangepast. Er kwam een Sociaal Vangnet en lonen en pensioenen werden aangepast. Monetaire financiering werd gestopt en de begrotingstekorten die in de jaren ervoor tussen de 10% en 13% waren, sloegen in 2001 om in een begrotingsoverschot van 3%. Er waren geen IMF middelen nodig, omdat er verdragsmiddelen waren. De regering kreeg de beschikking over Nf 390 miljoen aan garantiemiddelen uit de verdragsmiddelen, waarmee zij een lening bij de Nederlandse Investeringsbank voor Ontwikkelingslanden kon sluiten (De West 7 juni 2001, DWT 8 juni 2001).

Bedoeling Sociaal Economische Raad
De regering Wijdenbosch heeft in 1999 te midden van een ernstige economische crisis geen poging gedaan om tot een Sociaal Akkoord te komen. Dit betekent niet dat er geen behoefte was aan breed overleg over de sociaaleconomische vraagstukken. De tweede regering Venetiaan die overnam kondigde in haar Regeringsverklaring 2000-2005 aan dat er een Sociaal Economische Raad ingesteld zou worden, waarbij de sociale partners (overheid, vakbeweging en bedrijfsleven) zouden kunnen komen tot “nationale standpuntbepaling in daarvoor in aanmerking komende aangelegenheden”. In maart 2004 werd de wet op de SER afgekondigd.

De SER behoorde de regering o.m. te adviseren omtrent “een goede afstemming van bij het sociaaleconomisch beleid betrokken belangen van overheid en maatschappelijke groepen gericht op economische stabiliteit en sociale rust” (art.3a). In de toelichting is aangegeven dat “De SER het toporgaan is van een geïnstitutionaliseerde sociale dialoog…” De adviezen van de SER aan de regering  “… hebben het karakter van een algemeen advies, consultatief overleg of een voorstel voor een sociaal akkoord” (art. 28 lid 2 en 29). In art. 31 is aangegeven dat adviezen waar alle leden van de SER achterstaan in feite “… het karakter dragen van een voorstel voor een sociaal akkoord”.

SER en Tripartiet Overleg
Na de aanname van de wet duurde het tot 2008 voordat de SER  werd ingesteld.  De eerste SER stond o.l.v. Mr. Hans Lim A Po en functioneerde van 2008 tot en met 2010 en heeft vooral voorbereidend werk gedaan. Met het aantreden van de regering Bouterse in augustus 2010 werd de SER buiten spel gezet en haar mandaat verliep in januari 2011 zonder dat er nieuwe leden werden benoemd. De regering koos ervoor om het Tripartiet Overleg in maart 2011 nieuw leven in te blazen. De VSB nam geen zitting hierin (Starnieuws 21 april 2011).

Kort na de verkiezingen van 2015, waarbij de tweede regering Bouterse aantrad, begon de economie weer tekenen van achteruitgang te tonen. De deviezenreserve was enorm geslonken, monetaire financiering nam toe en de inflatie steeg in 2015 naar 25,1% en in 2016 naar 52,4%. Het was kennelijk niet goed gelukt om de problemen via het Tripartiet Overleg op te lossen, want “in 2015 werd vanuit het bedrijfsleven en de vakbeweging expliciet gevraagd om de SER weer operationeel te maken, vanwege de ernstige sociaal-economische problematiek van het land.” (jaarverslag SER 2016).  De druk van de sociale partners werkte en op 7 april 2016 werden de leden van de tweede SER, met Mr. Ferdinand Welzijn als voorzitter, geïnstalleerd. Vanwege de financieel-economische situatie ging de regering Bouterse met het IMF in zee, waarbij het Stabilisatie- en Herstelplan 2016-2018 zou worden uitgevoerd.

Adviezen SER
Het Tripartiet Overleg o.l.v. Ulrich Aron bleef naast de SER voortbestaan, maar leek dood te bloeden. De SER heeft tijdens twee zittingsperioden (van 2016-april 2020, waar ondergetekende zelf lid van was) een negental adviezen geproduceerd. In 2016 een “Advies over de beloning van Werknemers in de Particuliere Sector en compensatie voor de ‘Sociale Kosten’ van de heersende crisis, het Stabilisatie en Herstel Plan 2016-2018” en een advies over “Brandstofsubsidie, van object- naar subjectsubsidie.

Daarna gaf de SER haar visie op het Ontwikkelingsplan 2017-2021 en werd een concept Staatsbesluit gemaakt voor het instellen van de Planraad. Verder werd advies gegeven over de aanpak van de Boedelproblematiek en een advies over het Minimum Uurloon. In 2019 werd een advies over de waarborging van de gezondheidssector uitgebracht en een advies over ondersteuning van Micro-, Kleine-, en Middelgrote Ondernemingen en later een advies over de werkgelegenheid. Geen van de adviezen werd beoordeeld als een Sociaal Akkoord, terwijl de implementatie van de adviezen door de regering achterwege is gebleven. De SER heeft wel bewezen dat zij tot gezamenlijke adviezen is gekomen.

Marten Schalkwijk

Literatuur:
Braumann, B. & S. Shah (IMF Working Paper, 1999): Suriname a case study of high inflation.
Caram, A.R. (2010): Monetaire normen en realiteiten, opstellen over Suriname gedurende het tijdvak 1975-2010.
IMF (2009): Suriname, toward stability and growth.
Regeringsverklaring 2000-2005
Sociaal Economische Raad (2017): Jaarverslagen 2016, 2017, 2018 en 2019/2020
Tjong-Ahin, S. (2002): VES nieuwjaarslezing
Wet van 3 maart 2004, houdende instelling van de Sociaal Economische Raad (SB 41, 2004).

Advertenties

Saturday 20 April
Friday 19 April
Thursday 18 April