Autopsie Maradona: Geen alcohol en drugs bij overlijden

Op het moment van zijn overlijden had de Argentijnse voetballegende Diego Maradona geen tekenen van alcohol of verdovende middelen. Dat is gebleken uit de autopsie van Maradona. De winnaar van het WK 1986 stierf op 25 november op 60-jarige leeftijd aan een hartaanval.

De autopsie zei dat Maradona problemen had met zijn nieren, hart en longen. De lijkschouwing was bevolen als onderdeel van een onderzoek naar Maradona's dood om te zien of er sprake was van nalatigheid in de gezondheidszorg die hij kreeg.

Maradona, algemeen beschouwd als één van de grootste voetballers aller tijden, had eerder in november een succesvolle operatie voor een bloedstolsel in de hersenen ondergaan en zou worden behandeld voor alcoholverslaving.

Bij een eerste autopsie die werd uitgevoerd op de dag dat Maradona stierf, bleek dat de voormalige speler van Boca Juniors en Napoli was overleden aan "acuut longoedeem als gevolg van verergerd chronisch hartfalen met gedilateerde cardiomyopathie (hartspierziekte)".