Belachelijker kan het niet

Suriname heeft met de onafhankelijkheid vele zaken ongewijzigd gelaten die voor de toenmalige kolonie golden. Zo zijn ook de verschillende titulaturen ongewijzigd gebleven. Zelfs in de Surinaamse Grondwet, vinden we ze terug. De ambtelijke titulaturen, waarvoor de aanhef Zijne/Hare Excellentie is, die nog steeds in de grondwet verankerd zijn, worden gebezigd bij het ambt van minister, staatssecretaris, ambassadeur en president (president en vicepresident).
We hebben als volk geen kennisgeving (Krin taki) gehad, dat de First Lady nu benoemd is, in het ambt van minister, ambassadeur of deel uitmaakt van het ambt van de president, noch betrokken is bij enige politieke of bestuurlijke besluitvorming van dit land.
 
Indien zij opnieuw ergens in benoemd is geworden, meen ik als burger het recht te hebben, daar wel over ingelicht te moeten worden. De First Lady wordt geacht een voorbeeldfiguur te zijn voor onze samenleving en in die hoedanigheid zullen haar gangen altijd gevolgd worden. Maar hiermee wordt het hele volk belachelijk gemaakt, zeker naar Nederland toe, dat de ontwerper is van deze titulaturen. De Guyanese First Lady die als voorbeeld kan dienen voor de Surinaamse First Lady, schijnt haar plaats wel te kennen en te accepteren.  

Het kan niet zo zijn dat er op een blauwe maandag besloten wordt, zichzelf te bedienen van een ambtelijke titulatuur. Dit is een zeer negatieve uitstraling vanuit de gezagdragers. Waar is de bewaking van ons ambtelijk bestel?

Te bedenken dat de president aangegeven heeft dat in de hoedanigheid als coördinator van het kabinet van de president (lees waarnemend algemeen directeur), alle documenten eerst gescreend worden door zijn vrouw Mellisa Santhoki-Seenachery, opdat hij dan zekerheid heeft dat zaken goed zijn om door hem ondertekend te worden. En hier zit het gevaar van vertrouwenspersonen. Vertrouwenspersonen worden heel vaak niet gecontroleerd.