Santokhi: Brug Corantijnrivier in deze regeerperiode
04 Oct 2020, 02:46
foto
President Chan Santokhi en vicepresident Ronnie Brunswijk ontvangen een presentje van districtscommissaris van Nickerie, Senrita Gobardhan. (Foto: CDS)


President Chan Santokhi heeft Nickerie verzekerd dat de brug over de Corantijnrivier, die Suriname en Guyana zullen verbinden, nog in deze regeerperiode komt. Samen met vicepresident Ronnie Brunswijk en meer dan de helft van de ministerraad is de president op werkbezoek in Nickerie. Santokhi deelde mee dat er harde afspraken zijn met ambtgenoot Irfaan Ali van het westerbuurland. De afspraken worden verder uitgewerkt door minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking.

“Er staan financierders klaar, maar we moeten goed voorbereiden en het dossier goed doornemen, zodat we geen fouten maken met zaken die in het recente verleden afgesproken waren”, zei het staatshoofd. Hij verschafte deze informatie aan de Nickeriaanse gemeenschap omdat die ook op de hoogte moet zijn van de afspraken die de president en minister Ramdin hebben gemaakt in Guyana. Nickerie speelt vanwege de rol als Surinames grensdistrict met Guyana een belangrijk rol in de relatie tussen de twee landen. Volgens Santokhi zullen er verschillende werkgroepen betrokken zijn in de samenwerking met het buurland. Een daarvan is de werkgroep Personen en Goederenverkeer tussen Suriname en Guyana, meldt de Communicatie Dienst Suriname. 

De regering wil gedaan krijgen dat Suriname en Guyana als twee Caricom-landen op het continent van Zuid-Amerika een hechte samenwerking aangaan. Die samenwerking moet uiteindelijk leiden tot de volledige liberalisatie van het personen- en goederenverkeer tussen de twee landen. Hij benadrukt dat hierdoor smokkel, illegale doorvoer en corruptie tot het verleden zullen behoren. “Het wordt helemaal vrij, dat gaan we allemaal goed regelen en afspreken”, stelde de president, die aangaf dat er ook is afgesproken dat er een werkgroep komt om gezamenlijk te kijken naar de olievondst. Volgens hem liggen Surinames en Guyana’s oliebronnen niet ver van elkaar. Hij vraagt zich dan ook af waarom er afzonderlijk een grote diepzeehaven gebouwd moet worden. 

Santokhi meent dat de bouw juist samen gedaan kan worden en samen gefinancierd met de particuliere sector. Hij denkt aan de mogelijkheid voor een Public Private Partnerschap: de twee overheden en de private sector. Het gaat bij de president dan niet alleen om het ontwikkelen van de oliesector, maar ook de gasindustrie. Hij geeft aan dat zowel Suriname, Guyana als Frans-Guyana over gasvoorraden beschikken. De landen zouden deze sector samen kunnen ontwikkelen en exporteren naar de regio en de rest van Zuid-Amerika. Voor Suriname kan het de ontwikkeling van de bauxietindustrie in het Bakhuisgebied betekenen. 

Het staatshoofd onderstreept hetgeen vicepresident Ronnie Brunswijk eerder op de dag had benadrukt, namelijk dat de ontwikkeling van olie- en gasindustrie impact gaat hebben op Nickerie. Suriname moet hierop inspelen en Nickerie moet op deze ontwikkeling voorbereid worden. Volgens Santokhi zal de 'local content discussie' geïnitieerd door de Staatsolie Maatschappij Suriname binnenkort op gang komen. Hij noemt zaken als ondernemerschap, hotelwezen, moderne technologie, aanleveren van personeel, middelen, materiaal en foerage die allemaal van belang zullen zijn wanneer de ontwikkeling begint. De president gaf aan dat ook de backtrack tot het verleden zal gaan behoren. Hij schetst een beeld van een handelscentrum, steiger en werkgelegenheid.
Advertenties

Wednesday 17 April
Tuesday 16 April
Monday 15 April