Conclusie bij kennismaking: Weinig verschil tussen NII en CDS
06 Sep 2020, 02:52
foto
Alven Roosveld (rechts, staand) licht het doel van de bijeenkomst toe. Hij is coördinator van de Communicatie Unit van het Kabinet van de President. (Foto: René Gompers)


Tot nu toe is er bijna geen verschil tussen het voormalige NII (Nationaal Informatie Instituut) en de CDS (Communicatie Dienst Suriname). Dit is een van de conclusies uit de 'officiële kennismaking' van de CDS met journalisten en overheidsvoorlichters. De bijeenkomst, gehouden door de CDS, is bedoeld om inzichten en informatie te verzamelen om het communicatiebeleid en de werkrelatie met de media en voorlichters te verbeteren. De ‘feedback’ van journalisten én overheidsvoorlichters over hoe zij NII en CDS ervaren, is niet mals geweest.

Aan het begin van de activiteit voelden de journalisten en overheidsvoorlichters zich beetgenomen. Ze gingen ervan uit dat het slechts om een letterlijke kennismakingsronde ging. De ontmoeting had veel weg van een workshop. Twee sets van vragen moesten per tafel schriftelijk beantwoord worden door een journalist, een overheidsvoorlichter en een CDS’er. Er is bijgesteld en konden de verschillende inzichten per tafel apart worden vastgelegd. De antwoorden zijn in twee ronden gepresenteerd. Daar de uitgetrokken tijd voor het evenement ruim zou worden overschreden, is de paneldiscussie afgelast. 

Zowel journalisten als voorlichters gaven aan dat zij in hun werk werden beknot door het NII. Journalisten hadden bijvoorbeeld weinig tot geen toegang tot functionarissen, met name ministers, voor informatie over nijpende actuele zaken. Terwijl dezelfde ‘gezochte’ mensen wel uitgebreid bij het NII of bij voormalig NII-directeur Cliff Limburg, maar dan in zijn eigen programma in Bakana Tori, de broodnodige informatie eenzijdig brachten. De klacht over CDS is dat het organisatorisch slecht overkomt. Uitnodigingen voor bijvoorbeeld persconferenties en andere activiteiten zijn niet tijdig of tegenstrijdig. Het is ook niet duidelijk wat de bevoegdheden en het doel van CDS zijn.  

Overheidsvoorlichters gaven aan het erg te vinden dat ze anders dan normaal hun werk slechts via het NII moesten distribueren. Zij kregen daarbij geen erkenning voor hun werk. Een ander nadeel was dat de informatie niet het beoogde aantal mensen bereikte. Vooral online niet. Het bereik van NII is altijd kleiner geweest dan het normale medianetwerk. Belangrijke informatie werd vaak terloops gepubliceerd en werd daarnaast druppelsgewijs door het publiek opgenomen. Pas als de ‘news outlets’ het oppikten werd het grotere publiek bewust gemaakt van bepaalde zaken. Door het centraliseren van het werk, werden er ook weinig tot geen investeringen gedaan in apparatuur. Het NII zou in eerste instantie inspringen bij producties van de voorlichtingsdiensten maar liet op den duur afweten. De voorlichters wilden weten of zij weer rechtstreeks contact mogen onderhouden met de media.

Een andere klacht is ook dat het NII dat in eerste instantie de voorlichting op een plek zou verzamelen en distribueren, heel snel is overgegaan tot het beconcurreren van de media en politieke propaganda. Een overheidsvoorlichter heeft gesteld dat het NII een politiek werktuig is geweest. Hij wilde specifiek weten of de CDS hetzelfde zal doen omdat hij genoeg heeft van de stigma dat alle overheidsvoorlichters politieke propagandisten zijn. De belangrijkste conclusie bij de kennismaking is dat tot op dit moment er behalve de naam, weinig verschil te merken is tussen het NII en de CDS; “hetzelfde spel met andere spelers.”

René Gompers
Advertenties

Thursday 25 April
Wednesday 24 April
Tuesday 23 April