Rvc en handelen in strijd met statutaire bepalingen
28 Aug 2020, 16:03
foto


In twee recent op Starnieuws geplaatste berichten wordt gesteld dat de heer Leo Brunswijk en mevrouw Melissa Santokhi-Seenacherry in strijd met de statuten van de vennootschap Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. tot lid van de raad van commissarissen (rvc) bij de vennootschap zijn benoemd. Deze constateringen roepen bij mij allereerst de vraag op of de heer Brunswijk en mevrouw Santokhi-Seenacherry wel geschikt zijn voor de functie van commissaris. Immers, de primaire functie van een commissaris is toezicht op het bestuur dat er niet wordt gehandeld in strijd met wet- en regelgeving, de statuten, respectievelijk regels van zorgvuldigheid en het belang van de vennootschap.

Uit de omstandigheid dat de heer Brunswijk en mevrouw Santokhi-Seenacherry in strijd met de statuten van de vennootschap Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. zijn benoemd, valt af te leiden dat beiden kennelijk verzuimd hebben de statuten te raadplegen, hetgeen hoogst onzorgvuldig is en een behoorlijk en zorgvuldig handelende commissaris niet betaamt. Deze onbehoorlijke en onzorgvuldige handelwijze vormt in mijn optiek een indicatie voor de veronderstelling dat de deskundigheid en vaardigheden van voormelde personen voor het kunnen uitoefenen van de functie van commissaris, op fundamentele onderdelen aangescherpt moeten worden. 

Voor het geval dat de heer Brunswijk en mevrouw Santokhi-Seenacherry de statuten wel degelijk hebben geraadpleegd - en dus bliksemgoed op de hoogte waren van de statutaire bepalingen - dan rijst de vraag: hebben zij bewust en opzettelijk de desbetreffende bepalingen niet in acht genomen. Een dergelijke handelwijze past niet bij een integere, behoorlijk en zorgvuldig handelende commissaris. De vervolgvraag is echter interessanter. Nu onmiskenbaar vaststaat dat de benoemingen in strijd waren met de statuten en dus onregelmatig zijn, rijst de vraag of het orgaan dat tot de benoemingen bevoegd was (in casu de Algemene Vergadering van Aandeelhouders) adequate en doeltreffende maatregelen gaat treffen. Terzijde merk ik op dat kennelijk ook de AVA niet goed op de hoogte is van hetgeen in de statuten staat vermeld, althans de statuten kennelijk niet heeft geraadpleegd

In dit verband is saillaint detail dat in de in mei 2020 gepubliceerde Corporate Governance Code van de vennootschap Staatsolie Maatschappij Suriname N.V. onder meer vermeld staat:
“The Supervisory Board shall have the following functions and responsibilities: 
• Actively promoting a culture of integrity, ethical behavior and corporate values in keeping with the Company’s Code of Conduct.”.

Het komt mij zo voor dat de opstellers van de Corporate Governance Code te hoog en te ambitieus hebben ingezet.  Minst genomen: uit de handelwijze van de heer Brunswijk en mevrouw Santokhi-Seenacherry blijkt dat de Corporate Governance Code slechts als een papieren tijger moet worden aangemerkt.

So far so good. De vraag die zich nu voordoet - het is immers zonneklaar dat de benoemingen onregelmatig waren - of de AVA op basis van voortschrijdend inzicht zal besluiten de onregelmatige benoemingen ongedaan te maken. Anders gezegd: zal de AVA zich genoodzaakt zien om haar vergissingen/misstappen te corrigeren? Kortom: de toekomstige handelwijze van de AVA zal een signaal vormen voor het antwoord op de vraag of 'Law & Order' inderdaad in Suriname hersteld zullen worden.

Amsterdam,
mr. O.H.A. Mo-Ajok
Advertenties

Thursday 18 April
Wednesday 17 April
Tuesday 16 April