Hoe verder met Guyana?
27 Jul 2020, 09:43
foto


Bijna vijf maanden na de democratische verkiezing in Guyana is er nog steeds geen zicht op een officiële uitslag en menigeen vraagt zich af hoe Guyana uit de diepe crisis zal komen. Om te begrijpen waarom er al meer dan vijftig jaar interetnische rivaliteit is tussen de People's Progressive Party (PPP), die voor meer dan 90% gesteund wordt door Hindostanen en de A Partnership for National Unity (APNU), gesteund door Guyanese Creolen, moeten we terug naar het jaar 1953. In dat jaar stemde een meerderheid van de Creolen en Hindostanen op de PPP, dat destijds onder leiding van Cheddi Jagan en Forbes Burnham stond. De PPP won de verkiezingen met een aardverschuiving; de Verenigde Staten en Groot-Brittannië hielden Jagan echter voor een aanhanger van het communisme, en wilden om die reden de PPP niet aan de macht hebben. Dat de PPP de democratisch gekozen regering was, deed er voor de Britten en de Amerikanen niet toe. Uit diverse publicaties blijkt dat de CIA een belangrijke rol heeft gespeeld bij het splitsen van de PPP en het aan de macht helpen van Burnham.

Burnham stapte in 1955 uit de PPP en richtte zijn eigen partij op onder de naam People's National Congress (PNC)  en begon een raciale campagne tegen de PPP te voeren. Stakingen, plunderingen, brandstichting en het bedreigen van Hindostanen werden vaste patronen van de PNC-aanhang. Het werd de PPP gedurende de daarop volgende jaren vrijwel onmogelijk gemaakt te regeren. Zo werden in 1963 talrijke Hindostaanse winkels in Georgetown geplunderd en in brand gestoken. Met steun van de Britten en Amerikanen kwam het PNC van Burnham in 1964 aan de macht.
Vanaf 1964 heeft de PNC een raciale politiek gevoerd en vrijwel alle verkiezingen vervalst. Protesten werden hardhandig neergeslagen, Hindostanen zaten in de val. Zowel de politie als het militaire apparaat bestond destijds overwegend uit Creolen.

Pas in 1992, toen het land vrijwel failliet was, en de Creolen steeds meer te lijden hadden van de PNC-regering, werden onder toezicht van internationale waarnemers eerlijke verkiezingen gehouden. Deze werden door de PPP gewonnen. Zelfs na hun verlies zijn PNC-aanhangers doorgegaan met het dwarsbomen van PPP geleide regeringen. Telkens wanneer de PPP een verkiezing won, werden demonstraties georganiseerd en werden Hindostaanse objecten vernield.

Personen die op de hoogte zijn van de cultuur van het PNC (in 2011 getransformeerd tot APNU) verwachten om deze redenen niet dat president David Granger, een leerling van Burnham, zijn verlies zal accepteren. Dit blijkt uit het nog steeds niet willen accepteren van de verkiezingsuitslag van 2 maart 2020.

Het is alom bekend dat resultaten van de legaal uitgevoerde hertelling, onder toezicht van de Guyana Election Commision (GECOM ) en een hoogstaand team van de Caribische Gemeenschap (Caricom), hebben aangetoond dat de Progressieve Volkspartij/Civic (PPP/C) met 233.336 stemmen de verkiezing heeft gewonnen, terwijl de A Partnership for National Unity/Alliance For Change (APNU/AFC) 217.920 stemmen behaalde.

De Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), het Gemenebest, de Caricom en de Europese Unie (EU) - die samen meer dan tweederde van de landen in de wereld vertegenwoordigen - hebben unaniem geëist dat de resultaten van de hertelling als officieel resultaat zal gelden. Ondanks het feit dat de huidige coalitie de verkiezingen heeft verloren, zijn ze vastberaden aan de macht te blijven en het proces te vertragen. Dit doen ze door onethische juridische obstructies te plegen.

Wat dringend nodig is, is het op gang brengen van een nationale dialoog waarin alle maatschappelijke organisaties met behulp van internationale partners betrokken worden. Hiermee kunnen de APNU en de PPP ertoe bewogen worden een overgangsregering te formeren die gaat werken aan het veranderen van het politieke en electorale systeem. Deze veranderingen kunnen de zorgen en angsten die leven onder alle etnische lagen van de Guyanese bevolking verminderen.
Dit proces zal beslist niet gemakkelijk zijn, voornamelijk omdat beide kampen de komende jaren aan de knoppen willen zitten zodat zij onder andere de inkomsten uit de oliesector kunnen beheren.

Gelet op de tactieken van het PNC vanaf de jaren zestig, is de kans erg klein dat de aangekondigde internationale sancties zullen helpen de huidige regering tot aftreden te dwingen. Zonder bemiddeling van buitenaf is de kans groot dat Guyana afglijdt naar een crisis die qua omvang zal doen denken aan de situatie in Venezuela. Het is daarom van belang dat Suriname de ontwikkelingen in Guyana op de voet volgt en elke bemiddelingspoging ondersteunt, ook vanuit eigen belang. Indien de situatie onhoudbaar wordt, zullen velen hun toevlucht zoeken in Suriname zoals dat het geval was in de jaren zeventig.

Drs. Alwin Nandram



Advertenties

Wednesday 24 April
Tuesday 23 April
Monday 22 April