Venezuela in beroep tegen besluit Bank of England

De Centrale Bank van Venezuela (BCV) heeft gisteren gerechtelijke toestemming verkregen om in beroep te gaan tegen de beslissing van de Bank of England. Caracas omschreef het besluit om de goudreserves van het land over te dragen aan 'de president in functie' van het land, Juan Guaidó, als "absurd en ongebruikelijk".

Het beroep wordt ingesteld nadat een Britse rechter deze procedurestap had goedgekeurd en nadat de BCV-advocaten hadden geïnformeerd dat zij tegen deze beslissing in beroep zouden gaan, aangezien de Britse rechter niet op de hoogte was van de realiteit waarmee hij werd geconfronteerd. De regering van Nicolás Maduro vindt dat het de bedoeling is om de burgers de middelen te ontnemen die noodzakelijk zijn om de pandemie van het coronavirus het hoofd te bieden. Maduro vroeg om een ​​strafrechtelijk onderzoek in te stellen tegen degenen die betrokken zijn bij de "diefstal" van het BCV-goud dat bij de Bank of England is gedeponeerd.

Het besluit van het Britse Hooggerechtshof heeft tot doel de controle over de 31 ton goud, ter waarde van ongeveer € 887 miljoen, die de BCV in de Bank of England houdt, aan de door Guaidó benoemde 'ad hoc' raad van bestuur te geven in plaats van aan de 'chavista'-top van de Centrale Bank.

De kwestie van de erkenning was doorslaggevend voor het Hooggerechtshof, dat oordeelde dat het Verenigd Koninkrijk Guaidó "ondubbelzinnig" heeft erkend als de legitieme vertegenwoordiger van de Caribische natie. Guaidó werd in januari 2019 uitgeroepen tot president van Venezuela door de Wetgevende Vergadering die de oppositie domineert. Vanaf dat moment kreeg hij de steun van zo'n 50 landen onder leiding van de Verenigde Staten.

De laatste tijd zijn deze bekrachtigingen echter afgenomen als gevolg van veranderingen in de politieke signalen van sommige regeringen en door de opkomst van nieuwe problemen in de internationale context, zoals de coronaviruspandemie.