Profiel van minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur
10 Jul 2020, 08:34
foto


Het wervings- en selectieproces om de diverse politieke functies te vervullen, is in volle gang. Ook die van de nieuwe Onderwijsminister. De man of vrouw die leiding moet geven aan 20.000 medewerkers en het hoogste budget moet beheren in de nationale begroting, moet iemand zijn met het hart op de juiste plek; the right person on the right place;  iemand met bijzondere kwaliteiten o.a op het gebied van onderwijsvernieuwingsprocessen en hoe het onderwijs kan bijdragen tot het ontwikkelen van de nieuwe Surinaamse mens m.n. kennis over optimale persoonsontwikkeling. 

Er staat een aantal belangrijke vernieuwingen op de agenda o.a. de verzelfstandiging van scholen, het proces van vakgericht naar competentiegericht onderwijs, van docent- naar leerling gestuurd onderwijs, van integratie van leren en werken i.p.v. van leren als voorbereiding op werken.   

Algemene taken 
De minister staat aan het hoofd van het ministerie. Een van de eerste taken van een nieuwe minister is werken aan de institutionele versterking. Het MinOWC moet een zware transitie ondergaan naar een meer lerende organisatie.  De werkcultuur en de manier van leidinggeven moeten veranderd worden. De minister zal ervoor moeten zorgen dat hij de beleidslijnen uitzet en ze concretiseert in de dagelijkse werking binnen het kader van de begroting. Belangrijk bij dit ministerie is de coördinatie en aansturing van de voorbereidende stappen van het beleid nationaal en vooral internationaal.

De minister zal conform de regels het algemeen strategisch Onderwijsplan moeten opmaken voor een Meerjarig Onderwijsbeleid. Hij/zij zal ervoor moeten zorgen dat hij een sterk executief team heeft; mensen die weten te managen en te leiden. Ik adviseer hem/haar het ministerie zoveel mogelijk te depolitiseren en voornamelijk a- politieke mensen in zijn beleidsteam op te nemen. 

Hij/zij zal verder de meerjarenbegroting voor de drie kerntaken: Onderwijs, wetenschap en cultuur met zijn staf moeten opstellen en deze onderhandelen met de president, Raad van Ministers en DNA. De dagelijkse coördinatie en problemsolving nemen in de huidige situatie een belangrijke rol in. 

Competenties 
Leidinggeven aan dit ministerie vraagt om specifieke leadershipcompetenties. Een leider is iemand die invloed kan uitoefenen. Dat betekent dat je in staat moet zijn met mensen te 'connecten', met ze samen te werken, hun te respecteren in hun anders denken. Je moet ze stimuleren om je beleidsvoornemens te implementeren. MinOWC is geen ministerie waar een gewone technocraat met een Drs. Ir of MSc titel aangesteld moet worden. 

Het is een ministerie voor een gerijpte manager met karakter; iemand met leiderschapskwaliteiten; een decisionmaker, een proactieve persoonlijkheid die ervaring heeft op alle onderwijsniveaus. Een onderwijsleader is iemand die een rolmodel is voor het onderwijskorps, iemand die goed kan connecten, een visionair is op het gebied van onderwijs. Hij moet met name iemand zijn die over goede People skills, interpersoonlijke vaardigheden beschikt. Hij moet in staat zijn mensen te motiveren, inspireren, enthousiasmeren en voor te gaan in het transformatieproces waarmee MinOWC nu mee bezig is. Hij moet niet alleen een dienende leider zijn, maar ook een transformerende. Hij moet inzicht hebben in de positie van het ministerie en het onderwijsveld kennen. De man die MINOV wil besturen moet concepten kennen over permanente kwaliteitszorg, performance management, besluitvormingsprocessen in de overheidscontext en natuurlijk processen rond financieren en begroting. Het vraagt om iemand met een stevige, integere persoonlijkheid, een People changer, empathisch en charismatisch, iemand met overleg- en communicatievaardigheden.

Dossierkennis 
De minister moet over voldoende dossierkennis beschikken over een tiental onderwijsthema’s Ik noem een paar: wet en regelgeving, wetenschap en technologiebeleid, onderwijscurriculumontwikkeling en innovatie, beroepsonderwijs, duurzaam onderwijs en het leren in de 21e eeuw, schoolmanagement en school leadership, human resource management, strategisch onderwijsbeleid voor het binnenland, realisering van levenslang leren interventies tegen voortijdig schoolverlaten en zittenblijven.

Van de minister wordt verwacht dat hij/zij met zijn deskundigen zorgt voor beleidsvoorbereiding van de verschillende dossiers, dat hij een strategische visie en planning heeft op o.a. Beroepsonderwijs, Hoger onderwijs, speciaal onderwijs en wetenschapsbeleid. Hij/zij moet in staat zijn eindelijk een HRM-beleid in het onderwijs te implementeren, natuurlijk in goed overleg met de vakbeweging. 

Conclusie 
Het bovenstaande is slechts een korte omschrijving van de taak van de nieuwe minister van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur. We leven in een tijdscrisis; de nieuwe onderwijsleider moet emotioneel competent zijn en zal bij het nemen van beslissingen terug moeten kunnen vallen op een ruime onderwijs- en management ervaring. Zijn/haar belangrijkste taak zal m.i. moeten zijn, het ontwikkelen van een sterk imago van het ministerie, het depolitiseren van het ministerie en de talloze afdelingen en onderwijsinstellingen en zorgen voor een sterke corporate identity

Humphrey Bendt Msc.
Advertenties

Friday 19 April
Thursday 18 April
Wednesday 17 April