Wet Uitzonderingstoestand Covid-19
24 Jun 2020, 21:27
foto


Gelet op de kritieken die in de samenleving zijn ontstaan na de publicatie van de Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 (S.B. 2020 no. 83) gevolgd door de publicatie van het Presidentieel Besluit van 12 juni 2020 PB no.: 07 /2020 inzake uitvoering van artikel 4 lid 2 van de Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 (S.B. 2020 no. 83), S.B. 2020 no. 110, heb ik gemeend als burger op grond van artikel 19 van de Grondwet het resultaat van mijn bevindingen over de marginale toetsing van de Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 (S.B. 2020 no. 83), met u allen te delen.

Om het tegengaan van ongecontroleerde verspreiding in Suriname van het SARS-CoV-2 virus dat de volksgezondheid, veiligheid en economie van Suriname ernstig in gevaar zal brengen, heeft de wetgever door de Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 (S.B. 2020 no. 83) de burgerlijke uitzonderingstoestand afgekondigd. Vervolgens is bij Presidentieel Besluit van 12 juni 2020 PB no.: 07 /2020 inzake uitvoering van artikel 4 lid 2 van de Wet Uitzonderingstoestand Covid-19 (S.B. 2020 no. 83), S.B. 2020 no. 110 de beperkende bewegingsvrijheid maatregelen uitgevaardigd.

Inderdaad biedt de grondwetgever aan de wetgever de bevoegdheid om op grond van artikel 72 sub c Grondwet een burgerlijke of een militaire uitzonderingstoestand af te kondigen, echter dient na te gaan of de wetgever de constitutionele bevoegdheid bezit om op grond van artikel 72 sub c Grondwet beperkende bewegingsvrijheid maatregelen aan zijn burgers op te leggen. Het antwoord is nee. Uitsluitend artikel 23 van de Grondwet biedt aan de wetgever de constitutionele bevoegdheid om in geval van oorlog, oorlogsgevaar, staat van beleg of een andere uitzonderingstoestand of om reden van staatsveiligheid, openbare orde en goede zeden, de in de Grondwet genoemde rechten (grondrechten) bij wet te beperken, welke zal gelden voor een bepaalde periode, afhankelijk van de situatie, van kracht zullen zijn, met inachtneming van de terzake geldende internationale bepalingen.

Nu, blijkt na de publicatie van de onderhavige wet dat artikel 23 van de Grondwet buiten is gelaten, waardoor de onderhavige wet nimmer als grondslag kan dienen om door een Presidentieel Besluit beperkende bewegingsvrijheid maatregelen aan burgers, bedrijven, instituten en organisaties op te leggen. De beperkende bewegingsvrijheid maatregelen opgelegd door de wetgevende macht op grond van de onderhavige wet en het Presidentieel Besluit is uitermate strijdig met HOOFDSTUK V van de grondwet inclusief artikel 23 van de Grondwet.

Ook de voorgestelde adviezen van het Covid-19 Crisis Managementteam over het beperken van de bewegingsvrijheid  van burgers en de boetelijst behorende bij het Presidentieel Besluit zijn in strijd met de grondwet.

Burgers, bedrijven, instituten en organisaties die enige schade hebben opgelopen door ongrondwettelijke handelingen verricht door de regering inclusief het Covid-19 Crisis Managementteam kunnen zich wenden tot de kantonrechter en ingevolge artikel 137 van de Grondwet vorderen dat de toepassing van artikel 4 lid 1 onder a sub 2 van de onderhavige wet ongeoorloofd wordt verklaard vanwege voormelde strijdigheid met de grondwet.  Vervolgens kunnen de benadeelden hun schade verhalen bij de wetgevende macht en de leden van het Covid-19 Crisis Managementteam zoals genoemd in artikel 2 lid 1 van de onderhavige wet.

De nieuw gekozen regering krijgt als eerst de bijzondere taak om de onderhavige wet en het Presidentieel Besluit met de meeste spoed in te trekken vanwege de genoemde constitutionele strijdigheid en zo spoedig mogelijk over te gaan tot het identificeren van goede wetgevingsjuristen met als oogmerk de bewaking van de kwaliteit van wet- en regelgeving te verbeteren.

Ik hoop ten zeerste dat het nieuw parlement zijn grondwettelijke taken beter en naar behoren zal uitoefenen en dat bij de totstandkoming van wetten zijn constitutionele toetsing beter zal vervullen door erop toe te zien dat (concept)wetten getoetst dienen te worden aan de verenigbaarheid met de Grondwet.

mr. K.S. Jakaoemo MICL (Master International & Comparative Law)



Advertenties