Hedenochtend heb ik via Starnieuws kennis moeten nemen van een gepubliceerd artikel 'Abeleven op valreep benoemd tot directeur EAS', waarin een pertinent onjuist beeld over deze aangelegenheid wordt gepresenteerd. Het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen, verantwoordelijk voor het  opzetten van de Energie Autoriteit Suriname (EAS), wordt ten onrechte in een kwaad daglicht geplaatst.  De lezer zal er mijns inziens dan ook alle begrip voor kunnen opbrengen, dat het Ministerie van NH niet zal toestaan dat er via de publieke media tendentieuze en onjuiste berichtgeving wordt verspreid.  

 

Ik moet hier met klem naar voren brengen dat de instelling en bemensing van het nieuwe bij wet ingestelde instituut Energie Autoriteit Suriname (EAS), meteen na mijn aantreden in mei 2019, met hoge prioriteit is aangepakt in samenspraak met de Raad van Toezicht onder leiding van dhr. Gerard Lau. Volgens de wet bestaat de Raad uit 7 leden; 3 leden van overheidswege, 1 uit het bedrijfsleven, 1 van de Universiteit van Suriname, 1 van de Consumentenkring en 1 van de vakbeweging.   

 

Het benoemen van een directeur van de EAS geschiedt conform de Wet (art. 3, lid2), op voordracht van de Raad van Toezicht, en na goedkeuring van de Raad van de Ministers, door de minister van NH.   

 

De beslissing om een heel hoge prioriteit toe te kennen aan het goed van de grond kunnen brengen van de EAS en ook om de positie van directeur met de meeste spoed te moeten invullen, was gebaseerd op de volgende overwegingen: 

 

Wij worden geconfronteerd met de werkelijkheid dat onder meer, via diverse rapporten van deskundigen blijkt dat wij reeds in 2022/2023  niet langer in staat zullen zijn om in de groeiende behoefte aan energie te kunnen voorzien. Het is thans van belang om vanwege het aanboren van nieuwe energiebronnen, en het toelaten van nieuwe spelers op de energiemarkt de sector te reguleren. Er moeten dus noodzakelijkerwijs dringende maatregelen genomen worden om onder andere deze ernstige bedreiging het hoofd te kunnen bieden. 

 

De Raad van Toezicht onder leiding van dhr. G. Lau, heeft mij in het najaar van 2019, benaderd met het voorstel om dhr. Drs. D. Abeleven voor te dragen als directeur van de EAS.  Ik heb er bij de Raad op aangedrongen om meerdere kandidaten voor de functie van Directeur EAS te identificeren, en om daaruit een voordracht te doen hetgeen ook is geschied. 

 

Ik wil mij haasten om te benadrukken dat – anders dan in het artikel is gesteld – het niet op waarheid berust dat de heer Dodson ooit pogingen heeft ondernomen om dhr. Abeleven te benoemen.  

 

Als resultaat van dit proces heeft de RVT de beslissing genomen om na de afweging van verschillende kandidaten de heer Drs. Dave Abeleven voor te dragen als de toekomstige kandidaat voor de invulling van deze functie. Deze beslissing is hierna tijdens besprekingen met mij afgestemd, en heeft de RVT in februari 2020 haar voordracht schriftelijk en met redenen omkleed bevestigd. Hierbij is melding gemaakt van de competenties en ook de ervaring/achtergronden waarover de heer Drs. D. Abeleven beschikt en met name de integriteit die hem zo goed tekent. Vervolgens heeft de Raad van Toezicht in Maart 2020, middels een rappel schrijven gevraagd om de unanieme voordracht tot benoeming van de heer Drs. D. Abeleven in gang te zetten.  

 

Ten overvloede dient vermeld te worden dat de voordracht conform de wet eind vorig jaar opnieuw moest worden opgestart. De heer D. Abeleven heeft het antecedenten onderzoek en de psychologische test, zoals bij wet voorgeschreven, met gunstige resultaten doorlopen. Tevens is de voordracht van de RVT tot tweemaal toe in de Raad van Ministers (RVM) behandeld, waarbij kritische vragen gesteld werden en met voldoende onderbouwing werden beantwoord en inderdaad onlangs door de RVM goedgekeurd. Op basis van het door de Raad van Toezicht en andere deskundigen uitgebrachte advies sta ik volledig achter de benoeming van de heer Drs. Dave Abeleven als directeur van de EAS. Ter afsluiting wens ik hier nadrukkelijk te kennen te geven dat bij de benoeming van de Directeur van de Energie Autoriteit Suriname, door mij de nodige zorgvuldigheid en nauwkeurigheid is betracht en geheel in overeenstemming is met de vereiste wetgeving en procedures.