Door de lock-down en overheidsmaatregelen ter bestrijding van de Covid-19 pandemie, is er financiële schade ontstaan in de gehele culturele sector. Voor Thalia is de sluiting dubbelzuur: niet alleen de totale omzet is vanaf maart weggevallen, maar ook de culturele ontwikkeling is volledig stil komen te liggen. Bergraaf schrijft in een persbericht dat het nog maanden kan duren voordat er weer een voorstelling, met een goed gevulde zaal, kan plaatsvinden.

Gegeven de nieuwe werkelijkheid van de 1,5 meter economie zal het ook lang duren voordat deze weer volledig op gang komt. Bergraaf vreest dat het realiseren van grotere publieksstromen waarschijnlijk pas opgestart kan worden na het op grote schaal beschikbaar komen van een vaccin.

Thalia onderzoekt nu mogelijkheden om ook zonder het geven van voorstellingen, inkomen te verwerven om aan alle financiële verplichtingen te voldoen. Hierbij wordt gedacht aan het verhuren van de zaal voor bepaalde activiteiten, waarbij natuurlijk alle publieke gezondheidsmaatregelen in acht zullen worden genomen. Ook is het bestuur de mogelijkheden aan het bekijken om in aanmerking te komen voor subsidie vanuit de Surinaamse overheid en eventueel het buitenland. “Er moet wel schot in de zaak komen, want het water staat ons aan de lippen”, geeft Bergraaf aan.

Met de verruiming van samenscholing tot maximaal 50 personen is Thalia niet geholpen. De zaal met 500 zitplaatsen zal verlies draaien met slechts maximaal 50 bezoekers, daarnaast zal geen enkele partij Thalia afhuren voor 50 personen. Thalia wordt in deze periode enorm geraakt, want haar bestaansrecht is gebaseerd op verhuur van de schouwburg en het maken van eigen producties. De acute liquiditeitsproblemen van Thalia hebben een grote negatieve impact op het voortbestaan en de werkgelegenheid. Elke verdere verlenging van maatregelen zal de culturele infrastructuur verdere schade berokkenen, schrijft Bergraaf.

Sinds haar oprichting op 27 april 1873 geeft Thalia aan dat de culturele sector in Suriname van onschatbare waarde is en een essentiële bijdrage levert aan de culturele vorming en culturele waarde van Suriname. Namens het toneelgenootschap doet Bergraaf een beroep op de overheid, het bedrijfsleven en de totale Surinaamse gemeenschap, om haar in staat te stellen haar waardevolle rol in de samenleving te kunnen blijven vervullen.