Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren en de Rechtsstaat
06 May 2020, 19:27
foto


De door de kortgedingrechter op 5 mei 2020 geschorste wet heeft de gemoederen in Suriname wederom beziggehouden. De coalitie is enorm verbaasd en kan maar niet geloven dat de rechter daartoe is overgegaan en de oppositie en grote delen van de samenleving, m.n. de ondernemers, verkeren in een 'voorzichtige' hoerastemming. De roep van de coalitie op (meer) controle op de rechterlijke macht is hierdoor wederom van stal gehaald. Men stelt onder meer dat de rechterlijke macht enorm veel vrijheden heeft en dat dit een gevaar zou moeten zijn voor de Rechtstaat-gedachte en in strijd is met de Trias Politica.

Onder RECHTSSTAAT verstaan we een staat waarbij de beginselen van vrijheid, democratie en eerbiediging van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden de fundamenten vormen. De macht van de overheid wordt bepaald en beperkt door rechtsregels en er direct danwel indirect, via democratische instituten, controle op de handel en wandel van deze overheid. Daarnaast is er ook een rechterlijke systeem die op basis van wet en recht beslissingen neemt bij conflicten tussen deze machten en het volk. Men kan niet praten van een Rechtsstaat als de rechters niet onafhankelijk zijn. 

Zo komen we bij een ander begrip: De TRIAS POLITICA. DE TRIAS POLITICA, of scheiding der machten, geeft in theorie aan dat de staat opgedeeld is in drie organen of machten die elkaars functioneren bewaken De tegenwoordig meer gebruikelijke verdeling kent een WETGEVENDE, een UITVOERENDE EN een RECHTERLIJKE MACHT.

Conform de Grondwet berust de Uitvoerende Macht bij de President terwijl hij samen met de Raad van Ministers de regering vormt. De Grondwet bepaald verder dat de Wetgevende Macht door de regering en DNA gezamenlijk wordt uitgeoefend terwijl de President en de regering verantwoording verschuldigd zijn aan DNA die het volk vertegenwoordigd. Daartoe heeft DNA (grondwettelijke) taken en bevoegdheden. De Rechterlijke Macht wordt conform de Grondwet gevormd door de Rechterlijke Macht en het OM. De onafhankelijkheid van deze 3 machten ten opzichte van elkaar blijkt o.a. uit de”taakverdeling” maar ook uit de wettelijke bepalingen waaruit blijkt dat 1 persoon niet tegelijk lid kan zijn van alle 3 machten. 

Voor het onderliggende is het van belang dat de Grondwet in artikel 134 duidelijk heeft aangegeven dat de kennisname van alle rechtsgeschillen is opgedragen aan de Rechterlijke Macht. Hierbij moet ik ook aangeven dat het Constitutioneel Hof (CH) m.i. geen rechterlijke instantie is en dus ook geen kennis kan nemen van rechtsgeschillen. Het CH kan wetten inhoudelijk toetsen en delen daarvan of die hele wet onverbindend verklaren. De Rechterlijke Macht kan een concreet dispuut wel toetsen waartoe ook behoort de uitvoering van wetten  d.m.v. toetsing aan de Grondwet en verdragen. De waarborging echter van onafhankelijkheid en controle van de Rechterlijke Macht ligt erin dat de zittingen openbaar zijn, de beslissingen in het openbaar worden uitgesproken en voor beroep/Appel vatbaar zijn. De laatste ontbreekt bij beslissingen die genomen wordt in DNA. Als er geschillen ontstaan bij de uitvoering van wetten die door DNA genomen zijn kan men zich dus alleen tot de Rechterlijke Macht wenden.

In de zaak van de Wet Controle Valutaverkeer en Transactiekantoren (WCVT) kan ik met betrekking tot het bovenstaande aangeven dat de Grondwet en andere bepalingen ter zake dwingend voorschrijven hoe een wet tot stand komt en/of wordt gewijzigd, dus welke procedures gevolgd moeten worden. Het blijkt dat mogelijk niet de juiste (wettelijke) procedures zijn gevolgd waardoor de WCVT waarschijnlijk niet rechtsgeldig tot stand is gekomen. Omdat de rechter niet bevoegd is deze inhoudelijk te toetsen heeft ze partijen verwezen naar het CH die dat wel mag. Ondertussen moeten belanghebbenden (de samenleving dus) beschermd blijven weshalve de rechter de werking ervan heeft geschorst totdat het CH daarover een beslissing heeft genomen. Denk daarbij vooral aan een situatie dat iemand naar de wet handelt en dat deze achteraf niet rechtmatig blijkt te zijn omdat het CH deze wet onverbindend verklaard.

De wet is dus niet vernietigd maar moet wel naar het CH voor toetsing tot dan kan er geen uitvoering aan gegeven worden.

Mr. Jerrel N. Rambhadjan
Advertenties