Resolutie leidt niet tot inwerkingtreding Wet Constitutioneel Hof 
21 Apr 2020, 01:54
foto
Dinesh Changoer


Dinesh Changoer betoogt dat de Wet Constitutioneel Hof geen rechtskracht heeft verkregen. De resolutie van 13 januari 2020 is niet tijdig door het Staatsblad afgekondigd. De resolutie moest op 13 januari 2020 in het Staatsblad verschijnen om de Wet Constitutioneel Hof op 14 januari 2020 in werking te laten treden. De resolutie is in het Staatsblad pas op 16 januari 2020 afgekondigd en daardoor kan de Wet Constitutioneel Hof niet in werking zijn getreden.  

1. Inleiding
Starnieuws berichtte de afgelopen dagen dat de president van de Republiek Suriname binnenkort tot benoeming en installatie van de leden van het Constitutioneel Hof zal overgaan 1. Het middelpunt bij de voorbereiding tot activering van het Constitutioneel Hof eist een resolutie van de president. In de resolutie van 13 januari 2020 staat onder meer 2:   
Vast te stellen 14 januari 2020, als datum van inwerkingtreding van de Wet van 4 oktober 2019, ter uitvoering van artikel 144 lid 4 van de Grondwet van de Republiek Suriname (Wet Constitutioneel Hof) (S.B. 2019 no. 118). 

De resolutie van 13 januari 2020 beoogt dus de Wet Constitutioneel Hof 3 op 14 januari 2020 in werking te laten treden. Deze resolutie kan echter niet hebben meegebracht dat de Wet Constitutioneel Hof op 14 januari 2020 in werking is getreden. 

2. De niet-tijdige afkondiging van de resolutie 
Om de Wet Constitutioneel Hof in werking te laten treden, moest de resolutie van 13 januari 2020 tijdig in het Staatsblad worden afgekondigd. De resolutie moest voor de beoogde inwerkingtredingsdatum van de Wet Constitutioneel Hof in het Staatsblad worden afgekondigd. Het betekent in dit geval op 13 januari 2020. Dat is niet gebeurd. De resolutie verschijnt in het Staatsblad pas op 16 januari 2020. De datum van afkondiging blijkt uit bladzijde 2 van de publicatie in het Staatsblad: ‘Uitgegeven te Paramaribo, de 16e januari 2020’.4 

De resolutie van 13 januari 2020 kan de Wet Constitutioneel Hof niet op 14 januari 2020 in werking hebben doen treden, want op 13 januari 2020 was nog niets in het Staatsblad daarover te lezen. 
Om de niet-tijdige afkondiging van de vastgestelde datum van inwerkingtreding van een wet te ondervangen, is speciaal in Aanwijzing 148 van de Aanwijzingen voor de Regelgevingstechniek een oplossing aangedragen: 5 

Deze wet/dit staatsbesluit treedt in werking met ingang van 1 september 1989 [in ons voorbeeld 14 januari 2020], met dien verstande dat, indien het Staatsblad waarin deze wet/dit staatsbesluit wordt geplaatst, na 31 augustus 1989 [in ons voorbeeld 13 januari 2020] wordt uitgegeven, zij/het in werking treedt met ingang van de dag volgende op die van haar/zijn afkondiging (…). 

Een tekst als hier weergegeven ontbreekt in de resolutie van 13 januari 2020.6 Hierdoor kan de resolutie van 13 januari 2020 niet hebben meegebracht dat de Wet Constitutioneel Hof op 17 januari 2020 (een dag na publicatie in het Staatsblad) alsnog inwerking is getreden. De resolutie kan de Wet Constitutioneel Hof niet in werking hebben doen treden. De Wet Constitutioneel Hof ontbeert rechtskracht. 

3. Slot
Voorstanders van de Wet Constitutioneel Hof dienen er rekening mee te houden dat over de rechtskracht van deze wet niet alleen het Constitutioneel Hof zal oordelen. Het lot is zeker niet in eigen handen. Het Hof van Justitie en de kantonrechters zullen in het kader van hun bevoegdheid en de ontvankelijkheid van eiser, zich uitspreken over de vraag of de Wet Constitutioneel Hof rechtskracht heeft verkregen. Het verdient de voorkeur om het streven tot activering van het Constitutioneel Hof te staken en bij een nieuw kiezersmandaat na de verkiezingen, weer op te pakken. 

mr. D.R. Changoer 
(info@advocaatchangoer.nl)

 1 Starnieuws.com, ‘Gloria Stirling voorgedragen als voorzitter Constitutioneel Hof’, geplaatst 16 april 2020.
 2 Resolutie van 13 januari 2020, S.B. 2020, 12. 
 3 Wet van 4 oktober 2019, S.B. 2019, 118 (Wet Constitutioneel Hof). 
 4 S.B. 2020, 12. Zie verder: Aanwijzingen voor de Regelgevingstechniek, S.B. 1992, 75, Aanwijzing 83, p. 28, ‘de dagtekening van de afkondiging, luidende: “Uitgegeven te Paramaribo, de …”.’ 
 5 Aanwijzingen voor de Regelgevingstechniek, S.B. 1992, 75, Aanwijzing 148, p. 63. 
 6 In de toelichting bij Aanwijzing 148 is het volgende te lezen: ‘Voor de inwerkingtredingsbepaling van een resolutie (…) kan in bijzondere gevallen een formulering analoog aan die van een wet (…) worden gebruikt.’ 
Advertenties